Structurele weerstandscapaciteit en weerstandsvermogen
De structurele weerstandscapaciteit bestaat uit:
- de post onvoorzien als bedoeld in artikel 8, eerste lid, onder e, van het Bbv
- het structurele begrotingssaldo
- de onbenutte belastingcapaciteit in combinatie met bezuinigingen.
De post onvoorzien is nihil. Het structurele begrotingssaldo is afgerond € 81 miljoen positief. De onbenutte
belastingcapaciteit is het verschil tussen de inkomsten uit de opcenten motorrijtuigenbelasting tegen het gehanteerde tarief (98,7 opcenten) en wat de inkomsten zouden zijn als de provincie Zuid-Holland het wettelijke maximumtarief zou heffen (het wettelijk maximumtarief in 2024 is 138,3 opcenten). De onbenutte belastingcapaciteit is daarmee in 2024 € 157,1 miljoen.
De structurele weerstandscapaciteit is eind 2024 € 238,1 miljoen (€ 157,1 miljoen + € 81 miljoen) en de omvang van de structurele risico’s is € 11,8 miljoen.
Structurele weerstandsvermogen | = | Structurele weerstandscapaciteit | / | Omvang structurele risico’s |
|---|---|---|---|---|
20,2 | = | 238,1 | / | 11,8 |
Het structurele weerstandsvermogen bedraagt 20,2. Dit is ruim meer dan de norm voor het weerstandsvermogen van minimaal 1. Om over de onbenutte belastingcapaciteit te beschikken, is een besluit tot verhoging van de motorrijtuigenbelasting nodig. Het structurele weerstandsvermogen is hoger dan bij Begroting 2025 (10,6). Dat komt doordat de omvang van de structurele weerstandscapaciteit ten opzichte van de Begroting 2025 is toegenomen en de omvang van de structurele risico's gelijk is gebleven.