Provinciale infrastructuur, wegen en vaarwegen
Areaal
De provinciale infrastructuur is in 7 assetgroepen te verdelen die elk hun eigen assets beheren, zie onderstaande afbeelding. Een assetgroep is een verzameling objecten met dezelfde eigenschappen zoals wegen, bediencentrales en vaste kunstwerken (zoals bruggen en sluizen). Om het beheer van deze assets uit te voeren, gebruiken we bedrijfsvoeringsmiddelen zoals steunpunten, inspectievaartuigen en –voertuigen, en materieel om gladheid te bestrijden.
Beleidskader
De Nota Onderhoud kapitaalgoederen 2024-2027 (NOK) beschrijft welke prestaties worden verwacht van de provinciale infrastructuur en welk budget hiervoor gemiddeld nodig is. De beheerstrategie bepaalt de manier waarop de prestatie wordt gerealiseerd. Daarmee bepaalt de beheerstrategie ook de hoogte van het budget dat nodig is. De beheerstrategie is een afweging tussen de prestaties die van de infrastructuur worden verwacht, de risico’s op verstoringen die worden aanvaard en de frequentie van de beheermaatregelen die nodig zijn om de risico’s te beheersen en de prestaties te leveren. Een prestatie is bijvoorbeeld de beschikbaarheid van een weg voor het verkeer. Risico’s zijn ongewenste verstoringen, zoals een groeiende file als gevolg van een niet goed sluitende, beweegbare brug. Beheermaatregelen zijn alle activiteiten die worden verricht om de prestaties te kunnen leveren. Dat gaat van inspecties en onderzoek, tot het uitvoeren van onderhoud aan objecten en het vervangen van objecten aan het einde van de levensduur.
Iedere vier jaar wordt de NOK en de onderliggende budgetbehoefte bijgewerkt. In de vergadering van 6 maart 2024 hebben Provinciale Staten de NOK 2024-2027, deel infrastructuur vastgesteld.
Het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) houdt toezicht op de provinciale financiën en controleert aan de hand van de NOK of er voldoende dekking is van beheerlasten voor beheer en onderhoud van de provinciale infrastructuur.
Ontwikkeling technische staat provinciale infrastructuur
We controleren de technische staat van de infrastructuur regelmatig om de beschikbaarheid te garanderen. Om de technische staat te bepalen wordt een standaard norm toegepast (NEN-2767). Een weg, oever of kunstwerk krijgt hierbij een score van 1 (uitstekend) tot en met 6 (zeer slecht). Een asset scoort uitstekend als deze net is opgeleverd (nieuwbouw) of als het groot onderhoud kortgeleden is uitgevoerd. Gedurende de gebruiksduur neemt de technische staat langzaam af, via de conditie ‘goed', ‘redelijk’ en ‘voldoende’ naar ‘matig’. Zodra de conditie ‘matig’ is bereikt, wordt (opnieuw) groot onderhoud aan de weg, de oever of het kunstwerk uitgevoerd. De afname van de conditie en de sprong naar een uitstekende conditie door groot onderhoud is visueel weergegeven in onderstaand schema. Door het regelmatig controleren van de technische staat kan het moment worden bepaald waarop groot onderhoud noodzakelijk wordt. Het volledige areaal voldoet op elk moment aan de wettelijke technische eisen voor veiligheid. Achterstallig onderhoud en daarmee kapitaalvernietiging wordt voorkomen.
In de onderstaande tabellen wordt per groep wegen, vaarwegen en kunstwerken inzicht gegeven in de technische staat in het jaar 2024.
Technische staat wegen | A | B | C | D |
---|---|---|---|---|
2024 | 42% | 11% | 43% | 4% |
Bovenstaande tabel beschrijft op basis op basis van de wegbeheer methode (CROW-publicatie 147), wanneer het planmatig onderhoud moet worden uitgevoerd.
A: planmatig onderhoud over minimaal 5 jaar
B: planmatig onderhoud binnen 3 tot 5 jaar
C: planmatig onderhoud binnen 2 jaar
D: er bestaat een achterstand in onderhoud.
Technische staat oevers | Uitstekend | Goed | Redelijk | Matig | Slecht | Zeer slecht |
---|---|---|---|---|---|---|
2024 | 45% | 3% | 10% | 22% | 18% | 2% |
Bovenstaande tabel beschrijft op basis van de NEN-2767 inspecties, zoals hierboven beschreven, de staat van de oevers.
Technische staat kunstwerken | ≤ 3 jaar | 4-6 jaar | 7-10 jaar | 11-15 jaar | 15-20 jaar | > 20 jaar |
---|---|---|---|---|---|---|
2024 | 14% | 35% | 33% | 14% | 4% | 0% |
Bovenstaande tabel beschrijft de periode die verstreken is sinds het laatste onderhoud aan een kunstwerk.
Beschikbaarheid beweegbare kunstwerken
De beschikbaarheid van een brug wordt gemeten door de duur van alle ongeplande stremmingen op te tellen. Het streven is een beschikbaarheid van 99,8% op jaarbasis. Als de storingsduur op jaarbasis groter is dan 17,5 uur, is een brug minder dan 99,8% beschikbaar op jaarbasis. De brug is dan onvoldoende beschikbaar. Dit wordt zowel voor stremming voor het wegverkeer als voor het vaarwegverkeer bijgehouden.
Streefwaarde 2024 | Meetwaarde 2024 | |
Percentage beweegbare kunstwerken voldoende beschikbaar voor het wegverkeer (wegzijdig) | 100% | 98% |
Percentage beweegbare kunstwerken voldoende beschikbaar voor het vaarwegverkeer (vaarwegzijdig) | 100% | 97% |
In 2024 is een van de negentig kunstwerken wegzijdig langer dan 17,5 uur in storing geweest, de Bolgerijensebrug. Vaarwegzijdig zijn zeven objecten meer dan 17,5 uur in storing geweest: de Sluis Leidschendam, de Wilhelminabrug, de 's-Molenaarsbrug, de Grote Merwedesluis Gorinchem, de Hoge brug (Grote Merwedesluis Gorinchem), de Concordiabrug en de Bolgerijensebrug.
De Bolgerijensebrug was in 2024 een aantal keren niet beschikbaar voor het wegverkeer door een storing aan de aansturing van de elektromotor en eenmaal langdurig door schade aan de vergrendeling van het brugdek.
De Sluis Leidschendam was verschillende keren in storing. Een aantal keer door vuil tussen de sluisdeuren, een aantal keer door de waterhoogtemeter en een aantal keer door schade aan de bevestiging van de aandrijving aan een van de sluisdeuren. De Wilhelminabrug is tweemaal langdurig in storing geweest. Bij de eerste storing was de oorzaak het klemmen van het stalen brugdek door warm weer, de tweede storing kwam door schade aan de aansturing en bewaking van de aandrijving. De 's-Molenaarsbrug was eenmaal langdurig onbeschikbaar door een storing aan een camera, waardoor de brug niet op afstand bediend kon worden. De verschillende storingen aan de Grote Merwedesluis waren te wijten aan vuil tussen de sluisdeuren. Het vuil moest door duikers worden verwijderd. De Hoge brug over het sluiscomplex in Gorinchem is aantal keer niet beschikbaar geweest door storingen in de aansturing van de hydraulische installatie. De Concordiabrug was eenmaal langdurig niet beschikbaar voor de vaarweg door een defecte sensor van de positiebewaking van het brugdek. De Bolgerijensebrug was niet beschikbaar voor de vaarweg door schade aan de positiebewaking van het brugdek.
Realisatie 2024
Bediencentrales en IC desk
In 2024 heeft de aannemer volgens programmering in de najaarsnota het planmatig onderhoud afgerond aan de verbouwing van A0 tot bediencentrale Koningspoort. De aanleg van de techniek en de glasvezelkabel wordt in 2025 afgerond.
Wegen
In 2024 is er in de regio’s ongeveer 53 kilometer aan planmatig onderhoud uitgevoerd. De volgende wegtrajecten werden afgerond: N231, N443 en N462.
Vaarwegen
In 2024 heeft de aannemer volgens programmering in de najaarsnota het planmatig onderhoud afgerond aan vaarwegtraject vervanging oevers Oude Rijn (Alphen ad Rijn) – Hoogheemraadschap Rijnland.
Beweegbare bruggen
In 2024 heeft de aannemer volgens programmering in de najaarsnota het planmatig onderhoud afgerond aan de beweegbare bruggen:
- Vaarwegtraject 1 (Delftse Schie): Kruithuisbrug; Hartelcorridor: Hartelkanaalbrug en Zoetwaterkanaalbrug;
- Vaarwegtraject 2 (Rijn-Schiekanaal): Nieuwe Tolbrug;
- Vaarwegtraject 10 (Merwedekanaal) gezamenlijk met de provincie Utrecht: Bolgerijensebrug, Rijksstraatwegbrug, Bazelbrug.
Verkeersmanagementsystemen
In 2024 heeft de aannemer volgens programmering in de najaarsnota het planmatig onderhoud afgerond aan de vernieuwing van de centrale apparatuur van het assetmanagementsysteem.
De kosten (en baten) voor beheer en onderhoud van de provinciale infrastructuur worden binnen Ambitie 2 Bereikbaar Zuid-Holland, beleidsdoel 2-2 Beheer en onderhoud op orde en duurzaam, geraamd en verantwoord.
Exploitatie | Begroting stand NJN | Rekening | Saldo |
---|---|---|---|
Dagelijks beheer en onderhoud | 50.877 | 44.406 | 6.471 |
Planmatig onderhoud | 54.207 | 76.829 | -22.622 |
Totaal netto exploitatie-uitgaven* | 105.084 | 121.235 | -16.151 |
Storting in (+) of onttrekking uit (-) de egalisatiereserve beheer en onderhoud | 24.031 | -12.079 | 11.952 |
Totaal geactiveerde investeringen* | 20.798 | 22.953 | -2.155 |
* exclusief uitgaven voor functionele verbeteringen en overdracht areaal. Het verschil tussen begroting en realisatie is voor de exploitatie-uitgaven verantwoord bij de 3e W-vraag in Beleidsdoel 2-2, en voor de geactiveerde investeringen in de jaarrekening, onderdeel Gereed gemelde investeringen. De storting in de egalisatiereserve wordt toegelicht in Bijlage 1, Toelichting reserves. |