Paragrafen

Paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing

Toelichting incidentele risico's

Verbonden partijen (€ 31,6 miljoen)
Dit risico gaat over de kans op waardedaling van de aandelen die de provincie heeft in verbonden partijen of het risico dat zij loopt door deelname in deze verbonden partijen. Ten opzichte van de Begroting 2025 is het totale risico op verbonden partijen toegenomen met € 3,7 miljoen. Dit komt door een aanpassing in de kansinschatting van het risico voor de Grondbank en door de wijzigingen in het risicoprofiel met betrekking tot ENERGIIQ en IQ (verlaging maximale gevolgschade). Constante monitoring van de verbonden partijen draagt bij aan de beheersing van de risico’s die worden gelopen.

Natuur Netwerk Nederland (€ 17,5 miljoen)
De provincie is verantwoordelijk voor het realiseren van het Natuurnetwerk Zuid-Holland (NNN). Dat doet de provincie door natuurgebieden te realiseren en met elkaar te verbinden. Daarvoor moeten we nog ongeveer 3.200 ha natuurgebied en 110 km ecologische verbinding inrichten. Het risico is dat de provincie niet in staat is om binnen budget en per 2027 de natuuropgave te realiseren, op een manier waarbij de kwaliteit van de natuurgebieden weer voldoet aan de internationale natuurdoelen, klimaatbestendigheid en leefklimaat. Dit risico komt onder meer door de complexiteit in uitvoering (grondverwervingsprocedures, vergunningprocedures, veel stakeholders), de onderlinge verwevenheid van opdrachten (onder andere stikstof, bodemdaling) en beschikbare capaciteit. De provincie beheerst het risico door:

  • het bijwerken van de realisatiestrategie.
  • het inzetten van de instrumenten vastgelegd in het provinciale Handelingskader NNN.
  • zorgvuldige bestuurlijke samenwerking en afstemming met collega-overheden, organisaties die terreinen beheren, waterschappen en andere belanghebbende partijen over een integrale aanpak.  
  • continue beheersing van de business case van de NNN-opgave via projectafbakening en sturing op indicatoren. Dit in combinatie met aantallen.  

Bij een herziening van de business case op alle onderdelen in 2023 bleek dat er mogelijk een tekort ontstaat door hogere indexatie, vertragingskosten door vooral complexe gebiedsprocessen en lagere grondopbrengsten. Het risico wordt ingeschat op maximaal € 35 miljoen, waarvoor nu een reservering is opgenomen van € 17,5 miljoen (50%) in het weerstandsvermogen. Dit is niet gewijzigd ten opzichte van de Begroting 2025. 

Bedrijfsvoeringsrisico’s (€ 7,1 miljoen)
De provincie loopt standaard bedrijfsvoeringsrisico’s bij de uitvoering van haar taken. De risico’s met de grootste financiële impact zijn de risico’s met betrekking tot informatieveiligheid, datalekken, AVG, fiscale risico’s en mogelijke juridische claims. Minder financiële impact hebben de risico’s bij de uitvoering van de Wet Bibob en de Wet open overheid (Woo). Dat geldt ook voor de risico’s voor arbeidscapaciteit en personeel, loonkostenregelingen en de organisatieverandering. Ten opzichte van de Begroting 2025 is het risico toegenomen met € 0,4 miljoen door het opheffen van de reserve (bij VJN 2025) met betrekking tot het project Grevelingen. Het bijbehorende risico voor de bestuurlijke aansprakelijkheid is toegevoegd aan de paragraaf Weerstandsvermogen en Risicobeheersing. Alle voorgenoemde risico’s worden beheerst door extra controles en verbetering van processen. Om de informatieveiligheid structureel te verbeteren worden onder meer de BIO, NIS 2 en de ISO 27001 ingevoerd. Ook voeren we andere digitale wetgeving in. Met steekproeven en door het geven van voorlichting binnen de organisatie beheersen we de fiscale risico’s.

Nazorg stortplaatsen (€ 2,3 miljoen)
Dit risico is de kans dat er onvoldoende middelen beschikbaar zijn voor het uitvoeren van de wettelijke taak van de nazorg voor gesloten stortplaatsen. Aan de ene kant bestaat dit risico uit de kans dat het ingelegde kapitaal in Fonds Nazorg onvoldoende rendeert. Aan de andere kant bestaat de kans dat de beoogde doelvermogens in het Fonds Nazorg niet toereikend zijn voor de noodzakelijke nazorgvoorzieningen. Het risico is niet veranderd ten opzichte van de Begroting 2025.

Subsidie-uitgaven (€ 2,4 miljoen)
De provincie loopt het risico dat meer subsidie moet worden uitgekeerd dan geraamd vanwege overcommittering (bij het programma Kansen voor West) of als er een beroep wordt gedaan op een specifieke regeling in de Uitvoeringssubsidie Herstructurering Bedrijventerreinen. Ook bestaat het risico dat voorschotbetalingen door faillissement of liquiditeitstekort niet teruggevorderd kunnen worden als niet aan de subsidievoorwaarden wordt voldaan. Dit risico is ten opzichte van de Begroting 2025 licht gestegen met € 0,25 miljoen door de toegenomen kans dat subsidies niet teruggevorderd kunnen worden. Beheersing vindt plaats door monitoring op het niveau van de subsidieontvanger.

Incidenten aan het provinciale areaal (wegen en vaarwegen) (€ 1,9 miljoen)
Dit risico gaat over de kans op (herstel)kosten die kunnen ontstaan door incidenten in het areaal zoals schades door derden of natuurrampen, of bij onverwachte incidenten bij projecten in uitvoering. De kans op dit risico wordt beperkt door zorgvuldige inrichting van het areaal, handhaving op basis van de (vaar)wegverordening en adequaat assetmanagement. Gevolgschades, zoals letselschade en schade aan objecten, zijn verzekerd. Het risico is onveranderd ten opzichte van de Begroting 2025.

VTH-risico (€ 1,3 miljoen)
Dit risico gaat over de kans dat de provincie aansprakelijk wordt gesteld voor schadeclaims, onvoorziene kosten en/of (gevolg)schade die komt uit haar wettelijke taak van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH). De uitvoering van de VTH-taken is ondergebracht bij de vijf Zuid-Hollandse Omgevingsdiensten. De provincie is het bevoegd gezag en ziet erop toe dat de omgevingsdiensten de provinciale beleidskaders volgens de Nota VTH uitvoeren en dat zij voldoen aan de daarvoor geldende kwaliteitscriteria. Het risico is onveranderd ten opzichte van Begroting 2025.

Subsidieopbrengsten (€ 0,8 miljoen)
Het risico is dat de provincie minder middelen vanuit het Rijk of de EU ontvangt om de toegezegde subsidies te kunnen financieren. Dit kan gebeuren als cofinanciering vanuit het Rijk (bv. MKB Innovatiestimulering Topsectoren (MIT)) deel vervalt of als uitgaven die niet subsidiabel blijken (vooral bij Europese subsidies). De omvang van dit risico is toegenomen met € 0,1 miljoen ten opzichte van de Begroting 2025. Dit komt door twee goedgekeurde projecten in de EU-programmaperiode 2021-2027.

Leningen en garantstellingen (€ 0,5 miljoen)
Dit risico gaat over de kans dat geldleners de door de provincie verstrekte leningen niet kunnen terugbetalen, of leningen verstrekt door derden waarvoor de provincie garant staat. Dit risico bestaat bijvoorbeeld bij dreigende faillissementen. Dit risico is onveranderd ten opzichte van Begroting 2025.

Deze pagina is gebouwd op 04/23/2025 08:57:17 met de export van 04/23/2025 08:47:02