Bijlage 1 Toelichting Reserves

De lastneming van subsidies, met name meerjarige projectsubsidies, volgt het toerekeningsbeginsel. Dat houdt in dat de lasten worden verantwoord in het jaar c.q. jaren waarin de activiteiten worden verricht waarvoor de subsidie bedoeld is. Vooral bij subsidies geldt dat dit moment van lastneming kan afwijken van het jaar waarin het budget in de begroting beschikbaar is gesteld. In voorkomende gevallen is dit inzicht er pas per jaareinde en dan is er geen gelegenheid meer om de begroting hierop aan te passen. De aangegane subsidieverplichtingen zijn echter wel juridisch verplicht en zullen in een later begrotingsjaar als last worden verantwoord. In die gevallen is het wenselijk om de niet-bestede subsidiebudgetten per jaareinde in de egalisatiereserve
te storten. De middelen blijven daarmee beschikbaar ter dekking van de lastneming in latere jaren. Die onttrekking in latere jaren wordt, indien mogelijk, op reguliere wijze begroot en verwerkt via de planning- en controlcyclus.

De omvang van deze reserve bedraagt per jaareinde € 7,2 miljoen en is opgebouwd uit nog niet-bestede budgetten voor subsidies die in latere jaren als last worden verantwoord.

Niet van toepassing.

Per jaareinde is € 7,2 miljoen aan niet-bestede budgetten voor subsidies toegevoegd aan deze reserve, omdat die lasten conform de verslaggevingsregels pas in latere jaren in de exploitatie worden verantwoord. Deze toevoeging is als volgt opgebouwd:

• Ambitie 3: € 0,6 miljoen
• Ambitie 4: € 2,3 miljoen
• Ambitie 6: € 4,2 miljoen
• Ambitie 8: € 0,1 miljoen

De in deze reserve opgenomen bedragen zijn juridisch verplicht en leiden tot een last die in latere jaren in de exploitatie wordt verantwoord. Indien een (gedeelte van een) subsidiebudget niet langer juridisch verplicht is valt dit vrij ten gunste van het begrotingssaldo of jaarrekeningresultaat.