Wat heeft de provincie financieel gepresteerd?
In 2024 gaf de provincie in totaal € 1.086 miljoen uit om de ambities van de provincie te realiseren. Dit bedrag bestaat uit € 931 miljoen aan exploitatielasten en € 155 miljoen aan investeringsuitgaven die in toekomstige jaren tot kapitaallasten leiden. De toename van lasten in de exploitatie ten opzichte van voorgaande jaren heeft meerdere oorzaken. Deze zijn eerder toegelicht in het Statenvoorstel bij de Najaarsnota 2024 (zie link ): prijs- en loonstijgingen, toename van beheer- en onderhoudsprogramma infrastructuur, gestegen kapitaallasten van eerder gedane investeringen zoals onderdelen van de RijnlandRoute, compensatiebijdragen vanuit het Rijk voor openbaar vervoer (Bikker-gelden) en de inzet van eerder gespaarde middelen uit reserves zoals de realisatie van het Natuurnetwerk Nederland.
Inzicht in de lasten
De € 931 miljoen aan lasten in de exploitatie zijn verantwoord in de Ambities 1 t/m 7 en de overzichten Organisatie en Algemene middelen.
De lasten in de exploitatie zijn onderverdeeld naar vier categorieën:
- Arbeidskosten. Dit is de loonkostenformatie zoals opgenomen onder A in de paragraaf Arbeidscapaciteit.
- Kapitaallasten. Dit zijn de kapitaallasten als gevolg van een investering.
- Subsidies en inkomensoverdrachten. Dit gaat om de lastneming van subsidies en de bijdragen aan met name andere overheidsinstellingen
- Overige lasten. Dit zijn de lasten die niet gerekend worden tot de hiervoor genoemde categorieën. Het gaat onder meer om uitgaven voor planmatig en groot onderhoud, externe inhuur, beleidsmatige onderzoeken, software licenties, stortingen in voorzieningen, afwaarderingen van aangekochte gronden, te betalen belastingen, gas/water/licht en verschillende overige uitgaven.
Inzicht in voorspellend vermogen van de lasten
Met het ‘voorspellend vermogen’ geven we aan in welke mate de werkelijke lasten zich verhouden tot de begrote lasten. Dit wordt uitgedrukt in een percentage. Net als in eerdere jaren wordt dit afgezet tegen de richtwaarde van 95%.
In het figuur hieronder staat het voorspellend vermogen van de werkelijke lasten ten opzichte van de originele begroting en de bijgestelde begroting, voor de jaren 2020 tot en met 2024. Voor 2024 is het voorspellend vermogen 95,7% ten opzichte van de bijgestelde begroting. Dit is hoger dan de richtwaarde van 95%. En het is beter dan in 2023 (94%). Daar zijn we trots op. De financiële realisatiekracht is onder meer beter door een versnelling van de uitvoering van het onderhoudsprogramma aan provinciale infrastructuur. Ook hebben we bij de Najaarsnota al scherper begroot.
Inzicht in de baten
In 2024 ontving de provincie € 990 miljoen aan baten. Deze worden vooral verantwoord in het overzicht Algemene middelen (provinciefonds en opcenten motorrijtuigenbelasting) en in mindere mate in de verschillende ambities. Onderstaand overzicht laat de baten zien naar verschillende categorieën.
Inzicht in de investeringen
De provincie Zuid-Holland investeert jaarlijks vele miljoenen euro’s. Hierbij kan gedacht worden aan (vaar)wegen, bushaltes en andere openbaar vervoer voorzieningen, en fietspaden. Maar ook in de eigen gebouwen van de provincie, zoals het provinciehuis, de steunpunten en automatisering (ICT). Een groot deel van deze investeringen wordt op de balans verantwoord onder de materiële vaste activa. Daarnaast investeert de provincie ook in andere categorieën, zoals immateriële vaste activa (waaronder kosten van onderzoek en ontwikkeling en bijdragen in activa van derden) en financiële vaste activa (waaronder kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen).
Voor dergelijke investeringen wordt door Provinciale Staten een investeringskrediet vastgesteld met een budgetplafond, een afbakening van wat er moet gebeuren (scope), en een einddatum waarop het project naar verwachting gereed zal zijn. Voor veel investeringskredieten, met name bij bereikbaarheid, geldt dat de looptijd van het krediet betrekking kan hebben op meerdere jaren. Op basis van de projectplanning wordt vervolgens per investeringskrediet geraamd welke bedragen (uitgaven en inkomsten) in welk jaar worden verwacht. Op basis van voortschrijdend inzicht via de verschillende ambtelijke voortgangsrapportages worden de ramingen van de uitgaven en inkomsten per jaarschijf bijgesteld, waarbij het totaal van het kredietbudget en de vastgestelde einddatum niet worden overschreden. Indien dat laatste wordt voorzien, dan vindt hierover expliciete besluitvorming plaats door Provinciale Staten
Toelichting
Investeringsprojecten met een einddatum van 2024 worden bij jaarrekening 2024 gereed gemeld. Vanaf 2025 wordt daar dan op afgeschreven. In 2024 is € 581 miljoen gereed gemeld. Dit bedrag is gebaseerd op ruim 100 investeringsprojecten, waarbij geldt dat die projecten veelal in eerdere jaren al zijn gestart en dit jaar tot een afronding zijn gekomen. Ten opzichte van de bijgestelde begroting (Najaarsnota 2024) komt dit overeen met een realisatiepercentage van 84%. De grootste afwijkingen betreffen onderdelen van de RijnlandRoute waarvan de financiële afronding nog loopt, waardoor niet alles in 2024 gereed kon worden gemeld (circa € 55 miljoen). In de Jaarrekening is in onderdeel 2. Gereed gemelde investeringen een nadere toelichting opgenomen.
Toelichting
Bovenstaande grafiek geeft aan welke bedragen we hadden begroot op investeringsprojecten en wat er daadwerkelijk is gerealiseerd. In 2024 is € 156 miljoen gerealiseerd. Dit bedrag is gebaseerd op bijna 200 investeringsprojecten, waarbij geldt dat een aanzienlijk deel daarvan pas in komende jaren tot een afronding komt (gereed wordt gemeld). Ten opzichte van de bijgestelde begroting (Najaarsnota 2024) komt dit overeen met een realisatiepercentage van 77%. Het totale verschil bedraagt ruim € 45 miljoen en wordt als volgt verklaard:
- de lastneming van subsidies met betrekking tot het project Hoogwaardig Openbaar Vervoer Noordwijk-Schiphol fase 1 en 2, en het project Leidse Ring Noord vindt plaats in 2025 en 2026 in plaats van 2024 (bijna € 19 miljoen).
- het uitgevoerde onderhoud aan het project N59 Energy Highway is gecorrigeerd van de balans (investeringen) naar de exploitatie op grond van de verslaggevingsregels. Ten opzichte van de begroting leidt dit tot een verschil van ruim € 14 miljoen.
- op planmatig (groot) onderhoud is sprake van diverse beperkte afwijkingen op ruim 20 projecten die gezamenlijk optellen tot circa € 3 miljoen.
- de verduurzaming van provinciale gebouwen, waaronder de dakbedekking van gebouwdelen A en B van het provinciehuis, vindt plaats in 2025 in plaats van 2024. Ook was sprake van beperkte beschikbare arbeidscapaciteit voor ICT-projecten. In totaal telt dit op tot bijna € 9 miljoen.