Opbouw van het rekeningresultaat
Het rekeningresultaat 2024 bedraagt € 70,4 miljoen voordelig. Dit resultaat bestaat uit het gerealiseerde saldo van baten en lasten (€ 58,1 miljoen voordelig) en de mutaties in de reserves (€ 12,3 miljoen voordelig). Als Provinciale Staten hiermee instemmen dan voegen we dit rekeningresultaat toe aan de Algemene vrije reserve. In het Statenvoorstel stellen wij ook voor om een deel van dit rekeningresultaat als aanvullend budget beschikbaar te stellen voor het begrotingsjaar 2025 en verder. Dan kunnen we daaruit de verplichtingen dekken die we al in 2024 aangingen.
Onderstaand overzicht laat de ontwikkeling zien van het rekeningresultaat in de jaren 2020 tot en met 2024. Daarna laten we de opbouw zien van het rekeningresultaat inclusief een vergelijking van dit resultaat met de bijgestelde begroting.
Rekeningresultaat
(bedragen x € 1.000) | Realisatie 2023 | Originele Begroting 2024 | Bijgestelde Begroting 2024 | Realisatie 2024 | Verschil begroot vs realisatie |
---|---|---|---|---|---|
Lasten | 788.415 | 965.080 | 973.574 | 931.480 | 42.093 |
Baten | 841.535 | 880.874 | 941.535 | 989.562 | 48.028 |
Saldo baten en lasten | -53.120 | 84.206 | 32.039 | -58.082 | 90.121 |
Toevoeging aan reserves | 323.029 | 186.051 | 117.349 | 150.311 | -32.962 |
Onttrekking aan reserves | 306.086 | 270.257 | 149.388 | 162.643 | 13.255 |
Saldo reserves | 16.943 | -84.206 | -32.039 | -12.332 | -19.707 |
Resultaat | -36.177 | 0 | 0 | -70.414 | 70.414 |
Inzicht in het rekeningresultaat
Het voordelige rekeningresultaat bestaat uit 3 delen:
- De werkelijke lasten zijn € 42,1 miljoen lager dan begroot (voordelig effect).
- De werkelijke baten zijn € 48 miljoen hoger dan begroot (voordelig effect).
- De mutaties in de reserves hebben een nadelig effect van € 19,7 miljoen.
We leggen de 3 delen hierna kort uit. In de ambitieverantwoording staat bij de 3 e W-vraag ‘Wat heeft het gekost?’ een gedetailleerde verschillenverklaring per beleidsdoel (baten en lasten). In het bijlagenboek verklaren we per reserve de afwijkingen in de mutaties van de reserves.
Toelichting verschil lasten
De grafiek hieronder laat de opbouw en het verloop van de lasten zien voor de begroting en voor deze jaarrekening. De kolom 'Bijstellingen' bevat, naast de mutaties uit de Voorjaarsnota en Najaarsnota, ook een administratieve verschuiving van bijna € 39 miljoen van 'overige lasten' naar 'subsidies en inkomensoverdrachten' (per saldo nihil). Deze aanpassing draagt bij aan een inhoudelijk goede vergelijking tussen de realisatie 2024 en de bijgestelde begroting 2024.
De onderbesteding in de lastenbudgetten komt vooral door de categorie Subsidies en inkomensoverdrachten (€ 40,5 miljoen). In de bijgestelde begroting deden we de aanname dat de lastneming daarvan verantwoord zou worden in 2024. Maar op basis van de verslaggevingsregels worden in verschillende gevallen de subsidies als last verantwoord in 2025 of in latere jaren. Van deze onderbesteding is € 7,2 miljoen gestort in de Egalisatiereserve lastneming subsidies. Dit omdat op basis van afgegeven subsidiebeschikkingen blijkt dat de lastneming in een volgend jaar plaatsvindt. In andere gevallen geldt dat de subsidieaanvragen bij het opstellen van de jaarrekening nog in behandeling zijn. Dit geldt bijvoorbeeld voor de subsidieregeling Wonen Zuid-Holland. Voor dergelijke niet-bestede budgetten staat in het Statenvoorstel bij deze jaarstukken een voorstel tot budgetoverheveling. In enkele gevallen komt de onderbesteding door lagere vaststelling en/of terugbetaling van subsidies die de jaren ervoor zijn verstrekt. Dit is bijvoorbeeld het geval bij de subsidieregeling Mobiliteit en exploitatie openbaar vervoer.
In de categorie Arbeidskosten (van medewerkers in dienst van de provincie) is een onderbesteding van € 13,8 miljoen. De belangrijkste reden daarvoor is dat de provincie het afgelopen jaar niet al haar vacatures kon invullen. De huidige krappe arbeidsmarkt leidt tot vertragingen bij het aannemen van personeel. Daarnaast zijn we wat voorzichtiger geweest. Dit met het oog op de budgetten voor de komende jaren. In de paragraaf Arbeidscapaciteit leggen we in meer detail uit dat we wel extra externe capaciteit inhuurden om het voorgenomen werk te doen. Die kosten van externe inhuur zijn verantwoord onder de categorie 'overige lasten'.
In de categorie Overige lasten is er juist een hogere realisatie dan begroot (€ 12,2 miljoen). Dit komt vooral door een versnelling van de uitvoering van onderhoud aan infrastructuur in 2024. Ook is er voor enkele miljoenen aan lasten in de exploitatie verantwoord. In de begroting stond de aanname dat deze lasten geactiveerd zouden worden. Maar op grond van de verslaggevingsregels mag dat niet. Dit geldt bijvoorbeeld voor de lasten die we maakten voor de werkzaamheden aan de N59. Het Rijk is eigenaar van de N59.
Toelichting verschil baten
De hogere baten van € 48 miljoen komen vooral uit de Overzichten Organisatie en Algemene middelen (+ € 52,1 miljoen), terwijl in de ambities 1 t/m 7 juist sprake is van iets lager baten dan begroot (-/- € 4,1 miljoen). In het Overzicht Algemene middelen zijn de hogere baten verantwoord vanuit de september- en decembercirculaire van bijna € 38 miljoen. Het gaat om:
- een meevaller uit het BTW-compensatiefonds van € 26 miljoen
- aanvullende middelen voor het agrarisch natuur- en landschapsbeheer (ANLb) van € 2 miljoen
- een hogere beheervergoeding vanuit het Subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL) van € 2 miljoen
- eenmalige uitkering voor het verbeteren van de toegankelijkheid van het OV van € 2 miljoen
- een uitkering van € 3 miljoen voor de indirecte uitvoeringskosten voor het Zuid-Hollands Programma Landelijk Gebied (ZH-PLG)
- een uitkering van € 2,6 miljoen in het kader van de Spreidingswet.
De circulaires zijn pas na het opstellen van de Najaarsnota 2024 gepubliceerd. Daardoor zijn ze niet verwerkt in de begroting.
In het Overzicht Algemene middelen komt een hogere opbrengst van € 12,1 miljoen door de opcenten op de motorrijtuigenbelasting. Deze hogere opbrengst komt door een toename van het gemiddelde gewicht van auto's: voor zwaardere auto's betalen eigenaren meer motorrijtuigenbelasting.
In het Overzicht Organisatie komen de hogere baten van € 3 miljoen door detacheringen, vergoedingen van het UWV en de doorbelastingen voor de inzet en het gebruik van faciliteiten van Evenementen.
In de ambities 1 t/m 7 is per saldo € 4,1 miljoen minder aan baten verantwoord dan begroot. Dit betreft een lagere inzet van middelen die we vanuit van het Rijk ontvangen (specifieke uitkeringen), zoals door te zetten middelen aan gemeenten om een Soorten Managementplan op te stellen. Met name grote gemeenten hebben meer tijd nodig om hiervoor een aanvraag in te dienen door capaciteitstekorten. Deze middelen blijven beschikbaar voor besteding in toekomstige jaren.
Toelichting verschil mutaties reserves
Reserves zijn spaarpotjes voor toekomstige uitgaven. Als we meer in de reserves toevoegen dan we begroten, dan is dat nadelig voor het jaarrekeningresultaat van dit jaar. In 2024 was dit het geval: het saldo van de mutaties in de reserves was € 19,7 miljoen nadelig ten opzichte van de bijgestelde begroting. Dit is het saldo van hogere toevoegingen (€ 33 miljoen nadelig) en hogere onttrekkingen (€ 13,3 miljoen voordelig). Onderstaande tabel toont in de kolom 'Saldo' deze effecten per reserve:
- Als er in een reserve meer is toegevoegd dan begroot, of minder is onttrokken dan begroot, dan is dat nadelig voor het jaarrekeningresultaat (N);
- Als er in een reserve minder is toegevoegd dan begroot, of meer is onttrokken dan begroot, dan is dat voordelig voor het jaarrekeningresultaat (V).
Verschilverklaring saldo mutaties reserves | Toevoegingen | Onttrekkingen | Saldo | |
---|---|---|---|---|
Algemene reserves (per saldo nihil) | ||||
Algemene reserve | - | 4,5 | 4,5 | V |
Bufferreserve Weerstandscapaciteit | -4,5 | - | -4,5 | N |
Gesloten systeem Bereikbaarheid (€ 1,8 miljoen nadelig) | ||||
Bereikbaarheid | - | 3,2 | 3,2 | V |
Egalisatiereserve beheer & onderhoud | 12,1 | - | 12,1 | V |
Mobiliteit | -13,6 | 0,2 | -13,4 | N |
Gesloten systeem Groen (€ 14,2 miljoen voordelig) | ||||
Groene ambities | -17,3 | 3,1 | -14,2 | N |
Overige systeemreserves (€ 7,4 miljoen voordelig) | ||||
Beheerplannen Natura 2000 en PAS | - | - | - | - |
Egalisatiereserve lastneming subsidies | -7,2 | - | -7,2 | N |
Integrale Ontwikkeling Delft-Schiedam (IODS) | - | 2,7 | 2,7 | V |
MJP Bodem, ondergrond en grondwater | - | -0,4 | -0,4 | N |
NatuurNetwerk Nederland | -2,0 | -1,1 | -3,0 | N |
Ontwikkelopgave natuur | -0,6 | 1,5 | 1,0 | V |
Uitvoeringsprogramma Groen (UPG 40) | - | -0,1 | -0,1 | N |
Warmteleiding Warmtelinq | - | -0,2 | -0,2 | N |
Overige reserves (per saldo nihil) | ||||
Geen lege handen voor de landbouw | 2,0 | -2,0 | - | - |
Totaal saldo mutaties reserves | -22,0 | 2,3 | -19,7 | N |
Algemene reserves
Voor de Algemene vrije reserve (onttrekking) en de Bufferreserve Weerstandscapaciteit (storting) geldt dat in de jaarrekening 2024 een bedrag is verwerkt van € 4,5 miljoen. Hierdoor komt de omvang van de bufferreserve overeen met het saldo aan incidentele risico's zoals dat is toegelicht in de Paragraaf Weerstandsvermogen en risicobeheersing.
Gesloten systeem Bereikbaarheid
Financiële voor- en nadelen in ambitie 2 die onderdeel zijn van het gesloten systeem Bereikbaarheid, zijn verrekend met de daaraan gekoppelde bestemmingsreserves. Ze zijn geen onderdeel van het rekeningresultaat. In 2024 is het saldo van het gesloten systeem Bereikbaarheid € 1,8 miljoen nadelig. Dat komt met name door de versnelling van het onderhoudsprogramma aan provinciale infrastructuur. De lasten zijn al in 2024 gemaakt, terwijl het budget geraamd is in 2025. Dit saldo is onttrokken aan de reserves.
Gesloten systeem Groen
Financiële voor- en nadelen in Ambitie 5 en 7 die onderdeel zijn van het gesloten systeem Groen, zijn verrekend met de daaraan gekoppelde bestemmingsreserve. Ze zijn geen onderdeel van het rekeningresultaat. In 2024 is het saldo van het gesloten systeem Groen € 14,2 miljoen voordelig. Hiervan heeft € 6,9 miljoen betrekking op ambitie 5 waar de lasten lager zijn. Sommige lasten worden pas in 2025 gemaakt. Ook was er een meevaller op de beheerkosten op natuurgebieden in het Natuurnetwerk Nederland. De instroom van nieuwe natuurgebieden was afgelopen periode lager dan vooraf was begroot. Daardoor vielen de beheerkosten lager uit.
De resterende € 7,3 miljoen heeft betrekking op Ambitie 7 waar de lasten lager zijn. Het gaat hier vooral om subsidies van sport, recreatie en toerisme die pas als last in 2025 of 2026 worden verantwoord.
Het saldo is gestort in de reserve Groene ambities en wordt in komende jaren ingezet ter dekking van de lasten.
Overige systeemreserves
De algemene lijn is dat stortingen en onttrekkingen aan bestemmingsreserves verwerkt worden volgens de bijgestelde begroting. Voor verschillende bestemmingsreserves geldt dat we hiervan kunnen afwijken als blijkt dat de realisatie van lasten/baten afwijkt van de begroting. Het doel hiervan is om de middelen in de reserves beschikbaar te houden voor de doelstellingen/afspraken die bij de middelen horen. Dit geldt bijvoorbeeld bij de nieuw ingestelde Egalisatiereserve lastneming subsidies. In deze reserve is een bedrag gestort van € 7,2 miljoen aan niet-bestede subsidiebudgetten. De lastneming daarvan vindt pas in latere jaren plaats.
Voor de reserve Integrale Ontwikkeling Delft-Schiedam (IODS) geldt dat in het Statenvoorstel bij deze jaarstukken wordt voorgesteld om deze reserve op te heffen. De resterende middelen uit deze reserve van € 2,7 miljoen zijn als vrijval verwerkt in deze jaarrekening.
Overige reserves
In de nieuwe bestemmingsreserve 'Geen lege handen voor de landbouw' is in 2024 € 2 miljoen gestort. Deze storting was in de begroting per abuis als negatieve onttrekking verwerkt. Per saldo levert dit geen verschil op.
Inzicht in het rekeningresultaat per ambitie
Het rekeningresultaat is verder uit te splitsen naar de verschillende ambities en de daarin opgenomen beleidsdoelen. Onderstaande tabel toont dit inzicht, waarbij 'V' staat voor een voordelig effect en een 'N' voor een nadelig effect ten opzichte van de bijgestelde begroting.
Financieel resultaat per ambitie | |||||
1 - Samenwerken aan Zuid-Holland | -0,8 | N | 5 - Gezonde natuur, toekomstbestendig watersysteem en vitale landbouw | 12,0 | V |
---|---|---|---|---|---|
1-1 Krachtig openbaar bestuur | -1,2 | N | 5-1 Gezonde natuur | 14,1 | V |
1-2 Sterke samenleving | 0,3 | V | 5-2 Transitie landbouw | 3,4 | V |
5-3 Leven met water | 1,0 | V | |||
Saldo mutaties reserves | -6,4 | N | |||
2 - Bereikbaar Zuid-Holland | -9,6 | N | 6 - Sterke steden en dorpen in Zuid-Holland | 8,3 | V |
2-1 Duurzame en veilige bereikbaarheid voor iedereen | 4,4 | V | 6-1 Wonen | 11,3 | V |
2-2 Goed functionerende provinciale infrastructuur | -15,9 | N | 6-2 Ruimte en landschap | 1,3 | V |
Saldo mutaties reserves | 1,8 | V | Saldo mutaties reserves | -4,2 | N |
3 - Schone energie voor iedereen | -0,8 | N | 7 - Gezond en veilig Zuid-Holland | 5,4 | V |
3-1 Energietransitie | 0,0 | V | 7-1 Bevorderen verbetering milieukwaliteit en gezondheid | 1,6 | V |
Saldo mutaties reserves | -0,8 | N | 7-2 Bevorderen recreatie, duurzame toerisme en sport | 7,5 | V |
7-3 Klimaatbestendig Zuid-Holland, opgewassen tegen het effect van klimaat | 3,9 | V | |||
Saldo mutaties reserves | -7,7 | N | |||
4 - Een welvarend Zuid-Holland | -0,6 | N | Overzicht Algemene middelen en Organisatie | 56,6 | V |
4-1 Toekomstbestendig economische vestigingsklimaat | -0,8 | N | Duurzame organisatie | 6,5 | V |
4-2 Erfgoed en cultuur | 2,4 | V | Financieel-strategisch beleid | 38,2 | V |
Saldo mutaties reserves | -2,3 | N | Heffen van opcenten motorrijtuigenbelasting | 12,1 | V |
Saldo mutaties reserves | -0,1 | N | |||
Totaal resultaat provincie Zuid-Holland | 70,4 | V |
De tabel laat zien dat het voordelige jaarrekeningresultaat vooral wordt verklaard door de voordelige resultaten die in het Overzicht Algemene middelen en Organisatie zijn verantwoord. Dit gaat om de hogere baten vanuit de September- en Decembercirculaire, en de opcenten op de motorrijtuigenbelasting door de toename van het gemiddelde gewicht van auto's. Voor de voordelige resultaten in de ambities 5, 6 en 7 geldt dat deze voor een deel worden veroorzaakt door niet-bestede subsidiebudgetten waarvan de subsidieaanvragen nog in behandeling zijn.
In de ambities 1, 2, 3 en 4 is een nadelig resultaat behaald. Dit nadelige resultaat in ambitie 1 wordt gedekt vanuit een onderbesteding op de totale arbeidskosten. Die wordt vooral in het Overzicht Organisatie verantwoord. Het nadelige resultaat in ambitie 2 komt door de lastneming van projecten die eerder begroot waren als investeringskrediet, maar die op grond van de verslaggevingsregels als last in de exploitatie worden verantwoord. Dit nadelige resultaat in 2024 wordt gecompenseerd door een voordeel (lagere kapitaallasten) in toekomstige jaren. Dat wordt in de Voorjaarsnota 2025 verwerkt. De beperkte nadelige resultaten in ambitie 3 en 4 houden verband met stortingen in voorzieningen die op grond van een risico-inschatting benodigd zijn.
Mate van beïnvloedbaarheid van het saldo van baten en lasten (exclusief mutaties reserves)
De mate waarin het saldo van baten en lasten (exclusief mutaties reserves) beïnvloed kon worden is afhankelijk van de oorzaak van de onderbesteding. Op basis van de verschillenanalyse bij de 3e W-vraag in de ambities en de overzichten Algemene middelen en Organisatie zijn de afwijkingen ingedeeld.
| € 42,9 miljoen | ||
---|---|---|---|
| € 34,0 miljoen | ||
| € 13,2 miljoen | ||
Saldo van baten en lasten | € 90,1 miljoen | ||
Saldo mutaties reserves | € 19,7 miljoen | -/- | |
Rekeningresultaat | € 70,4 miljoen |
Niet beïnvloedbaar betreft afwijkingen van de bij de Najaarsnota gepresenteerde (gewijzigde) begroting, waarop de provincie niet kan sturen. Beperkt beïnvloedbaar betreft afwijkingen van de bij de Najaarsnota gepresenteerde (gewijzigde) begroting waarop de provincie beperkt kan sturen. Beïnvloedbaar betreft de afwijkingen van de bij de Najaarsnota gepresenteerde (gewijzigde) begroting waarop de provincie kan sturen.
Niet beïnvloedbaar
Een saldo van € 42,9 miljoen aan lasten/baten is aangemerkt als niet beïnvloedbaar. Dit saldo is gelijk aan ruim 48% van het voordelige saldo van baten en lasten. Dit gaat vooral om de ontvangen baten vanuit het provinciefonds via de september- en decembercirculaire, de hogere baten vanuit de opcenten op de motorrijtuigenbelasting door een toename van het gemiddelde gewicht van auto's en een storting in een voorziening.
Beperkt beïnvloedbaar
Een saldo van € 34 miljoen aan lasten/baten is aangemerkt als beperkt beïnvloedbaar. Dit saldo is gelijk aan bijna 38% van het voordelige saldo van baten en lasten. Dit gaat vooral om de lastneming van subsidies die pas in latere jaren wordt verantwoord, terwijl in de begroting werd gerekend op een (gedeeltelijke) lastneming in 2024. De provincie heeft hier maar beperkte invloed op via de raming van de verwachte lastneming, maar is daarbij (sterk) afhankelijk van de uitvoering door de subsidieontvanger. Ook geldt in sommige gevallen dat gemeenten de subsidieaanvragen pas in 2025 indienen. Dat doen zij omdat zij beperkte capaciteit hebben en meer tijd nodig hebben om aan de eisen te voldoen. Een voorbeeld hiervan zijn de subsidieaanvragen voor de Rijksbijdrage voor het maken van soortenmanagementplannen. Die plannen zijn bedoeld om specifieke diersoorten in een bepaald gebied te beschermen en hun leefomgeving te verbeteren.
Andere voorbeelden die als beperkt beïnvloedbaar worden aangemerkt, zijn de realisatie van grondaankopen, de inrichting van natuur, de uitvoering van het ZH-PLG en de aanpak van bodemlocaties. Het kenmerk van ‘beperkt beïnvloedbaar’ is dat er een (sterke) afhankelijkheid is van de samenwerking met andere partijen. Dit zijn bijvoorbeeld gemeenten, omgevingsdiensten of grondeigenaren. Daardoor hebben we minder invloed op de doorlooptijd en de voortgang van het proces.
Beïnvloedbaar
Een saldo van € 13,2 miljoen aan lasten/baten is aangemerkt als beïnvloedbaar. Dit saldo is gelijk aan 14% van het voordelige saldo van baten en lasten. Hier kan de provincie op sturen. Dit hadden we kunnen verwerken in de bijgestelde begroting. Het gaat vooral om een aantal kleine afwijkingen in de ambities, de administratieve verwerking van onze bijdragen in activa van derden en om vertraging in de uitvoering van een aantal onderzoeken. Dit laatste kwam door het bijstellen van prioriteiten.