Het beleidsdoel Toekomstbestendige landbouw is vastgesteld in het omgevingsbeleid. De uitwerking van dit beleidsdoel vind je via deze link .
Beleidsprestatie 5-2-1 Toekomstbestendige & natuurinclusieve landbouw
De provincie ziet de waarde van een vitale landbouwsector en wil die waarde ook in de toekomst behouden. Daarom kiest de provincie ervoor om de veerkracht en het aanpassingsvermogen van de landbouw te vergroten zodat deze ondanks toekomstige uitdagingen van waarde kan zijn.
We streven naar een divers en vitaal bestand aan agrariërs - hoogtechnologisch, natuurinclusief, multifunctioneel - zodat zij ook in de toekomstwaarde kunnen leveren voor voedselvoorziening, landschap, ecologie en hun sociale en economische rol in het landelijk gebied. De provincie gaat de sector stimuleren en faciliteren met kennis, netwerken en financiële middelen.
Wat hebben we bereikt?
In de herziening van de omgevingsvisie kreeg Landbouw in 2024 een gelijke plek naast Natuur en Water. Voor landbouw en voor een gezonde natuur, bodem en watersysteem geldt dat ze elkaar versterken en van elkaar afhankelijk zijn. Op 17 december 2024 hebben Gedeputeerde Staten (GS) het ’bespreekstuk landbouwkoers 2025 aanzet tot uitvoeringsprogramma landbouw’ vastgesteld. Daarna boden GS het aan Provinciale Staten (PS) aan. Hierin staat de boer centraal als belangrijke speler in een vitaal landelijk gebied.
Wij hebben, deels in samenwerking met het ZH-PLG ons netwerk onder agrariërs, natuur- en belangenorganisaties versterkt. Daarnaast hebben we binnen en buiten het provinciehuis veel voorbereidend werk verricht voor de uitvoeringsagenda landbouw 2025- 2030. Dat ging deels om kennisopbouw rondom veehouderij en akkerbouw, maar ook sectorbrede thema’s als doelsturing, ruimtelijke randvoorwaarden en mest.
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Algemeen
- We legden de basis voor de ‘kwantitatieve aanpak’. Dat is een rekenmodel waarmee voor ons en voor agrariërs zichtbaar wordt wat de effecten van bepaalde maatregelen zijn op hun bedrijfsvoering, op de ecologie en op hun emissies. Denk bijvoorbeeld aan de effecten op de melkprijs en de ammoniakuitstoot wanneer minder eiwitrijk voer wordt gebruikt. We zijn samen met een groep kennispartners en agrariërs begonnen met de melkveehouderij, uitbreiding naar andere sectoren volgt na toetsing van de werkbaarheid in werkgroepen.
- Uitvoering Interbestuurlijk Programma (IBP) Zuidwestelijke Delta. Met dit programma kregen in februari/maart 2024 zes projecten subsidie waarmee we de transitie in het landelijk gebied helpen versnellen. We vroegen en kregen verlenging van het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur ( LVVN) voor de looptijd van het programma. Projecten konden tot 31 maart 2025 hun activiteiten afronden. Na afloop van het programma zorgen we voor kennisdeling en kennisontwikkeling. Een aantal projecten gaat bijvoorbeeld verder in de projecten uit het Maatregelenpakket van het ZH-PLG. Daarvan is het project ‘biodiversiteitsmonitor akkerbouw’ (BMA) het belangrijkste.
Ruimte voor toekomstbestendige landbouw
- We stelden een subsidieregeling op voor de verduurzaming van de melkveehouderij. We verwachten deze in het eerste kwartaal van 2025 te publiceren. Samen met team Omgevingsbeleid stelden we een ‘probleemverkenning multifunctionele landbouw’ op. Hierin zijn de ruimtelijke en juridische belemmeringen verkend die agrariërs beletten om te verduurzamen.
- Agrarische collectieven kregen opdrachten voor een traject voor professionalisering. Een van de doelen van de professionalisering is dat collectieven zich slimmer organiseren. Daarmee kunnen ze ook slimmer werken, wat goed is voor het behalen van de doelen.
- We voerden een ‘probleemverkenning pacht’ uit. Daarin hebben we onderzocht hoe we vanuit kennis over de landbouwsector kunnen bijdragen aan langjarige pachtcontracten en hoe we gemeenten kunnen ondersteunen in het goed inzetten van hun pachtbeleid.
- We stelden geld beschikbaar voor een leernetwerk van Stichting Wij.land. Het doel van de stichting is om samen met boeren een veerkrachtig landschap te maken voor de volgende generatie. Met het geld werden activiteiten (studiegroepen, demonstraties etc.) georganiseerd en werd het netwerk uitgebreid.
Versterken economisch duurzame en vitale landbouwbedrijven
- Het emissieplafond ammoniak is aangedragen voor de omgevingseffectrapportage (OER).
- We deden onderzoek naar een mogelijk emissieplafond/ drempel en streefwaardes in relatie tot de KPI voor methaan en broeikasgassen.
- We voerden het IBP-VP Hollands-Utrechtse Veenweiden en het IBP-VP Zuidwestelijke Delta uit. IBP-VP staat voor Interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland en zijn samenwerkingsprogramma's met het Rijk, provincies waterschappen en gemeenten. Binnen het IBP-VP Veenweiden hebben we samen met andere belanghebbenden toekomstplannen opgesteld voor de polders Stein-Zuid en Aarlanderveen. We verstrekten de opdracht voor het opstellen van een uitvoeringsprogramma Stein-Zuid om de toekomstplannen dichterbij te brengen.
- Binnen het IBP-VP Zuidwestelijke Delta hebben we een grote diversiteit aan projecten uitgevoerd. Denk aan de ontwikkeling van doelsturing en de boerenkpi (KPI-Kringloop set landelijk) aanpak in de akkerbouw (Biodiversiteitsmonitor in praktijk getest, klankbordgroep betrokken met 30 ketenspelers, 81 boeren waarvan 22 in Zuid-Holland beloond voor hun prestaties op de monitor). Denk aan nieuwe meettechnieken (EDNA) in relatie tot bodemkwaliteit. We hebben gewerkt aan het regionaal ontsluiten van grondstofstromen met als doel:
- de verbetering van de bodemkwaliteit en reductie van stikstofemissies
- koolstofvastlegging in bodems
- een verdienmodel vanuit de keten
- verbeteren van zoetwaterbeschikbaarheid in samenwerking met landbouw en natuur
- agrobiodiversiteit door de ontwikkeling van gewasdiverse teeltsystemen zoals strokenteelt en de ontwikkeling van groenbeheer.
- We stelden subsidie open voor:
- initiatieven voor de sociaaleconomische ontwikkeling van het platteland die worden geleid door de lokale gemeenschap. Deze subsidie heet ook wel LEADER. De LEADER- subsidie is opengesteld in de LEADER- gebieden Alblasserwaard, Krimpenerwaard, Zuid-Hollandse Eilanden en Hollandse Plassen. In 2024 zijn de eerste subsidieverleningen afgegeven. De openstelling loopt tot en met 2027.
- doorbraakprojecten voor systeeminnovatie in de land- en tuinbouw (EIP). Een doorbraakproject wil zeggen dat belemmeringen in het systeem of in regelgeving kunnen worden doorbroken om de innovatie op te kunnen schalen of normale praktijk te laten worden. De subsidie was bedoeld voor samenwerkingsverbanden waaraan minimaal één land- of tuinbouwbedrijf deelneemt.
- investeringen in biodiversiteit en waterkwaliteit op landbouwbedrijven. Deze subsidie was bedoeld voor landbouwers.
- We hebben openstellingen voor subsidie voorbereid en vastgesteld, waarvan de openstelling start in 2025:
- investeringen in watersystemen voor de Kader Richtlijn Water (KRW). De subsidie is bedoeld voor de waterschappen Rivierenland en Hollandse Delta. Voor de andere Zuid-Hollandse Waterschappen is deze subsidie al in 2023 opengesteld. De waterschappen Hoogheemraadschap Delfland, Schieland en de Krimpenerwaard, Stichtse Rijnlanden en Rijnland ontvingen de subsidieverlening in 2024.
- investeringen in middelen voor bedrijfsverduurzaming op landbouwbedrijven. De subsidie is bedoeld voor landbouwers. Voor jonge landbouwers (tot 40 jaar) geldt een hoger subsidiepercentage.
Versterken en versnellen (keten)innovaties landbouw
- We droegen bij aan de opbouw van Fieldlab Groene Hart. Dit fieldlab houdt zich bezig met het versnellen van de overgang naar een emissiearme, natuurinclusieve kringlooplandbouw in de melkveehouderij (zie ook Beleidsprestatie 5-1-4 Stikstofreductie).
- Groene Cirkel (GC) Kaas en Bodemdaling startte gesprekken over hoe Fieldlab Veenweiden en GC Kaas en Bodemdaling kunnen samenwerken en van elkaar kunnen leren.
- Groene Cirkel (GC) Duurzame Fritesketen is in samenwerking met de keten verkend of de boerenmonitor (biodiversiteitsmonitor) als onderdeel van een gezamenlijke duurzaamheidstaal (boeren, keten, overheid) een rol kan spelen in de ontwikkeling van het duurzaamheidsprogramma van de keten en boeren ook vanuit de keten kunnen worden gewaardeerd voor duurzame prestaties.
Groene Cirkels
Kaas en Bodemdaling:
De Projectportfolio Groene Cirkel is samengevoegd met de ZH-PLG-gebiedsagenda’s Alblasserwaard en Vijfheerenlanden. De ‘Inspiratiekaart toekomstbestendige landbouw’ is opgeleverd. De inspiratiekaart is een visuele plaat gevuld met maatregelen die een agrariër kan treffen om onderdeel te zijn van de landbouwtransitie. Er is 25 Ha onderwaterdrainage aangelegd. De Pionier-agenda van het tweede convenant (2022-2026) is omgezet naar duidelijke procesplannen. In de pionier-agenda stonden project-ideeën.
Groene Cirkel Farm Frites
Bij de ontwikkeling van de boerenmonitor (biodiversiteitsmonitor akkerbouw) deden ook 30 telers van Farm Frites mee. In 2024 is aanvullend onderzoek gedaan naar de ecologische en economische impact van verschillende scenario’s van een mogelijke boerenmonitor aanpak (de biodiversiteitsmonitor akkerbouw (BMA)). Ook hebben 15 boeren van Farm Frites meegedaan met het Koolstofboeren project Zuidwestelijke Delta.
Groene Cirkel Tuin van Holland
Samen met chefs, artsen, boeren en andere betrokkenen zetten we in op een gezonde, lokale, duurzame keuken. Daarom zetten we een samenwerking op met Nieuwe Nassen inkoperscollectief, MVO NL, Rotterdam de boer op!, PhyFactory, Mooncake, Voedselfamilies, Interprovinciale Chef’s Netwerk en De Nieuwe Lunch Cultuur. We deden een onderzoek naar natuurinclusief aanbesteden en inkopen. Bij aanbesteden en inkopen letten we dan bijvoorbeeld op de waarde van lokale en natuurinclusieve boerenproducten. Proeftuin Noordwijk presenteerde een kookboek met Tuin van Holland-recepten van Noordwijkse topchefs.
Groene Cirkel Heineken
Groene Cirkel Heineken ging verder op de thema’s water, groenblauw werklandschap en energie. Groen-blauwe werklocaties zijn aangepast aan de effecten van klimaatverandering (hitte, droogte, wateroverlast) en leveren een bijdrage aan de biodiversiteit. De GC zette in op de ambitie om water te besparen en slimmer om te gaan met het zoetwater dat minder beschikbaar is. Het bedrijventerrein van Heineken is als een voorbeeld ingezet. Het doel is om andere industrieën te inspireren om te werken aan een groenblauw werklandschap. Dat is goed voor de gezondheid van medewerkers, voor biodiversiteit en voor de aanpassing aan klimaatverandering.
Groene Cirkel Groene Gezonde Stad (GGS)
GGS ging van 15 naar 27 ambassadeurs en het aantal deelnemende gemeenten groeide van 5 naar 17. De verantwoording van GGS valt onder ‘Beleidsprestatie 6-2-1 Ruimtelijke strategie’.