Het beleidsdoel Gezonde natuur is vastgesteld in het omgevingsbeleid. De uitwerking van dit beleidsdoel vind je via deze link .
Beleidsprestatie 5-1-1 Nieuwe natuur realiseren
De provincie is wettelijk verantwoordelijk om specifieke soorten en habitats te beschermen en in de zogenoemde ‘gunstige staat van instandhouding’ te brengen conform de EU Vogel- en Habitatrichtlijn. Realisatie van natuur is hiervoor een belangrijk middel, waarbij de provincie wil bereiken dat een robuust netwerk van natuurgebieden ontstaat, bestaande uit kerngebieden en verbindingszones daartussen. Buiten deze natuurgebieden wil de provincie een aantrekkelijk landschap en steden creëren waar, naast andere functies, ook ruimte is voor natuurwaarden. Voor de realisatie van natuur neemt de provincie regie en stelt zich op als verbinder tussen lokale partijen om te komen tot samenwerking.
Wat hebben we bereikt?
Realiseren begrensde natuur
Binnen het Natuurnetwerk Nederland (NNN) is op verschillende plekken nieuwe natuur gerealiseerd. Het gaat om natuurgebieden en om ecologische verbindingen. Hiermee is het netwerk van natuurgebieden versterkt en beter met elkaar verbonden. Er is in totaal 421 hectare (ha) nieuwe natuur ingericht: In de Krimpenerwaard (240 ha), Gouwe Wiericke (117 ha) en 64 ha in overige gebieden. Ook is 167 ha grond gekocht om natuurgebied van te maken.
Binnen het Buijtenland van Rhoon hebben we nu 415 ha in eigendom waarvan ongeveer 157 ha is ingericht als natuur. Dat is ongeveer 69% van de gestelde doelen in het door partijen samen vastgestelde Streefbeeld. Voor de grootste recreatieve toegang van het gebied, de Poort van Buijtenland, is in 2024 het bestemmingsplan vastgesteld. De provincie is in 2024 eigenaar geworden van de gronden die hiervoor nodig zijn.
Versterken natuur en landschapswaarden
- Met de subsidieregeling ’Verbetering biotoop grutto en patrijs’ investeerden we in het leefgebied van boerenlandvogels om de neerwaartse trend in aantallen keren.
- We investeerden € 3,8 miljoen extra in Agrarisch Natuurbeheer om het leefgebied in agrarisch gebied te verbeteren.
- We gaven subsidies om de bossen op de Zuid-Hollandse eilanden uit te breiden. We werkten samen met Meerbomenu waardoor er 33.009 jonge bomen verplant zijn naar locaties om uit te groeien tot volwassen bomen.
- We gaven subsidie aan projecten die de leefgebieden van icoonsoorten in Zuid-Holland versterken.
- De omgevingsdiensten kregen geld voor acties om de aanleg van bijenlandschappen te stimuleren.
- Met de openstelling van een subsidieregeling steunden we landbouwbedrijven in Zuid-Holland om te investeren in biodiversiteit en waterkwaliteit (de ‘groenblauwe dooradering’ van het landschap). Voorbeelden hiervan zijn natuurvriendelijke slootkanten, houtwallen en bomenrijen.
- We inventariseerden welke drukfactoren (stikstof, waterkwaliteit, recreatie, exoten) er zijn rond Natura 2000-gebieden en een mogelijke aanpak om de drukfactoren te verminderen. Dit leidde tot een voorstel om op te nemen in het omgevingsbeleid. Verschillende alternatieven van het voorstel worden nu meegenomen in de OmgevingsEffectRapportage (OER) voor de herziening van het omgevingsbeleid.
Zuid Hollands Programma Landelijk Gebied (ZH-PLG)
De provincie werkt samen met mede-overheden en andere partners aan het Zuid-Hollands Programma Landelijk Gebied (ZH-PLG). In het ZH-PLG brengen we sinds voorjaar 2023 de belangen samen van natuur, water, stikstof en klimaat als randvoorwaarde voor een vitaal platteland in onze provincie. Het landelijk gebied kan binnen die randvoorwaarden verder ontwikkelen tot een aantrekkelijk gebied om te wonen, werken, landbouw te bedrijven en te recreëren.
De omstandigheden waarin we het ZH-PLG uitvoeren, veranderden in 2024. De minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) heeft op 4 september 2024 het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) stopgezet. Het Transitiefonds ter waarde van € 24,3 miljard, het fonds waarmee de landelijke transitie naar een toekomstbestendig landelijk gebied zou worden ondersteund, verviel al eerder. Met het stopzetten van het NPLG is er geen verplichting meer tot het opstellen van een provinciaal programma voor het landelijk gebied. Toch kiest de provincie Zuid-Holland er bewust voor om door te gaan met het ZH-PLG. Want de noodzaak om te komen tot nieuw perspectief voor het landelijk gebied blijft groot. En de doelen op het gebied van natuur, water, stikstof en klimaat staan nog altijd overeind. De gebiedsgerichte aanpak is extra belangrijk nu het Transitiefonds is weggevallen. Want daardoor is het niet mogelijk en ook niet wenselijk om één groot samenhangend uitvoeringsprogramma op te zetten. Er is juist behoefte aan initiatieven op maat, waarvoor draagvlak is in de gebieden en waarmee partners aan de slag willen. Voor die initiatieven gaan we op zoek naar middelen om ze uit te voeren. Dat doen we bij het Rijk, binnen de provincie zelf en bij onze partners.
Het ministerie van LVVN kende in 2024 wel een speciale, vaste uitkering toe van € 188,5 miljoen voor de uitvoering van een gedeelte van het Maatregelenpakket ZH-PLG. Daarmee kan de provincie tussen 2024 en 2028 verschillende projecten realiseren die op korte termijn een bijdrage leveren aan het halen van de doelen voor natuur, water, stikstof en klimaat en aan een toekomstbestendige landbouw. De provincie maakte op initiatief van Provinciale Staten zelf ook € 2,3 miljoen vrij voor de uitvoering van projecten uit het Maatregelenpakket die bijdragen aan de doelen voor waterkwaliteit. En de provincie gaat op zoek naar mogelijkheden om projecten op het gebied van landbouw en van waterkwaliteit te financieren die nu (nog) niet in aanmerking komen voor financiering.
Datagedreven ZHPLG
- We maakten de eerste versie van een digitale ammoniak-monitor. Die laat zien met welke combinatie van maatregelen we de doelen voor natuur, water, stikstof en klimaat kunnen halen.
- De gebiedsviewer is een hulpmiddel voor de gebiedsprocessen waarin een schat aan informatie over bijvoorbeeld grondgebruik, bodemgesteldheid, natuur en waterhuishouding staat. In 2024 zorgden we voor een nieuwe versie met verbeterde functionaliteiten en met de meest recente, relevante informatie.
- We zorgden voor een eerste ontwerp van een digitale KRW-monitor. KRW staat voor Kaderrichtlijn Water; de Europese leidraad voor verbetering van de waterkwaliteit. De monitor laat met beelden zien hoe het staat met de KRW-doelen, chemische en ecologische waterkwaliteit in de belangrijkste Zuid-Hollandse grond- en oppervlaktewateren.
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Algemeen
Zuid Hollands Programma Landelijk Gebied (ZH-PLG)
Het ZH-PLG kent drie kerngebieden (Veenweidegebied, Zuid-Hollandse Delta en Kust- en Duingebied) die weer onderverdeel zijn in een totaal van 16 deelgebieden. In deze gebieden werken we aan de volgende onderdelen:
- We werken toe naar de uitvoering van concrete projecten die op de korte termijn een bijdrage leveren aan het halen van de doelen voor natuur, water, stikstof en klimaat.
- Via een gebiedsgerichte aanpak werken we toe naar gebiedsplannen die eind 2025 klaar moeten zijn en die de ambities en oplossingsrichtingen bevatten voor de middellange termijn.
- We werken aan de beleidskaders die nodig zijn om ervoor te zorgen dat de gebiedsgerichte aanpak ook daadwerkelijk bijdraagt aan de doelen voor natuur, water, stikstof en klimaat.
Maatregelenpakket: uitvoeren/beheren/beheersen
De projecten die we uitvoeren, komen uit het Maatregelenpakket ZH-PLG waarvoor we een bedrag van € 188 miljoen hebben gekregen van het Rijk. Daarmee kunnen we ongeveer een derde van alle ambities uit dit Maatregelenpakket realiseren. In 2025 zetten we de stappen die nodig zijn om een selectie van deze projecten naar uitvoering te brengen. Hiervoor moeten onder meer projectorganisaties worden opgezet en moeten de benodigde financiële middelen via subsidies van de provincie naar de partners worden overgemaakt. In overleg met partners en met Provinciale Staten onderzoeken we of de projecten die nu nog niet gefinancierd kunnen worden, vanuit andere middelen ondersteund kunnen worden. Vanuit eigen middelen van de provincie proberen we bijvoorbeeld een aantal landbouwprojecten en projecten die bijdragen aan waterkwaliteit (Kaderrichtlijn Water) te realiseren.
Gebiedsplannen: programmeren & ontwikkelen
Parallel hieraan werken de partners in de gebieden aan gezamenlijke gebiedsplannen, waarin de vraagstukken voor de wat langere termijn en de daarbij behorende oplossingsrichtingen beschreven staan. Deze gebiedsplannen moeten eind 2025 beschikbaar zijn, zodat ze in de periode daarna verder uitgewerkt kunnen worden en er financiering georganiseerd kan worden. De gebiedsplannen worden (mede) gemaakt op basis van gebiedsbiedingen. Dat zijn voorstellen van een of meer sectoren of vanuit een specifiek gedeelte van het gebied, waarin de ambitie van die partij(en) of voor dat gebied wordt beschreven. Vervolgens bespreken alle gebiedspartners samen hoe de verschillende gebiedsbiedingen het beste gecombineerd kunnen worden tot één samenhangend gebiedsplan.
Realiseren begrensde natuur
NNN Natuurpact
We hebben een flinke stap gezet in de aanleg van het Natuurnetwerk Nederland (NNN):
- Er is 421 ha nieuwe natuur ingericht, onder andere in de Krimpenerwaard, Gouwe Wiericke en in verschillende ecologische verbindingszones.
- In de Krimpenerwaard is begonnen met de uitvoering van de inrichting van ruim 700 ha natuurgebied. De laatste bijna 600 ha kan aanbesteed worden. In Gouwe Wiericke is de aanbesteding van ruim 475 ha voor het grootste deel gegund.
- In 2024 kwam binnen NNN 167 ha grond beschikbaar voor natuurinrichting. Hierbij zit onder meer het gebied Korte Bonnen (116 ha).
- Op basis van het Handelingskader NNN wezen Provinciale Staten op 6 maart 2024 zeven gebieden binnen het NNN aan als ‘cruciaal en niet-herlokaliseerbaar’. De inrichting van deze gebieden is cruciaal voor het halen van de natuurdoelen en deze natuurdoelen kunnen niet op een andere locatie. Met dit besluit werd het mogelijk om naast zelfrealisatie (grondeigenaren die zelf natuur realiseren) en grondruil voor natuuraanleg, de eigenaren van stukken grond percelen binnen deze gebieden volledig schadeloosstellen. Boven op de marktwaarde vergoeden we ook bijkomende onkosten. We verwachten dat het met dit besluit (financieel) interessanter is voor grondeigenaren om mee te werken aan de realisatie van het NNN.
- Op Goeree deden we een strategische grondaankoop (57 ha). Daarmee ontstaat er in het gebiedsproces de mogelijkheid om met grondruil particulieren die zelf natuur willen realiseren te kunnen helpen.
- Voor verschillende gebieden sloten we samenwerkingsovereenkomsten met grondeigenaren, beheerders en gemeenten. In die overeenkomsten maakten we afspraken over de uitvoering en rollen en verantwoordelijkheden voor nieuw aan te leggen natuur.
Buijtenland van Rhoon
- Op basis van hun jaarplan voor 2024 verleende de provincie subsidie aan de Gebiedscoöperatie (GC) Buijtenland van Rhoon. Hiervoor werkte de GC het inrichtingsplan uit tot een definitief plan, met aandacht voor het verhogen van de recreatieve waarde. Daarnaast legde de GC één hectare hoogstamboomgaard aan, vijf hectare kruidenrijk grasland, ongeveer twee hectare wintervoedselakkers en twee belevingsplekken. Hiervoor stelde de provincie de aangekochte gronden ter beschikking. Ook organiseerde de GC verschillende evenementen en activiteiten om recreanten aan te trekken.
- In 2024 is het bestemmingsplan voor de grootste toegangspoort, de poort van Buijtenland, vastgesteld.
- De provincie verwierf de gronden die nodig zijn voor de aanleg van de poort van Buijtenland.
Versterken natuur- en landschapswaarden
Boerenlandvogels
- We stelden in 2024 de subsidieregeling ’Verbetering leefgebied grutto en patrijs’ open. Het bedrag van € 0,5 miljoen is helemaal toegewezen.
- Om de aanpak van roofdieren te verbeteren, het zogeheten predatiebeheer:
- Deden we een literatuurstudie naar de rol van de zwarte kraai als natuurlijke vijand van weidevogels. De studie ondersteunt een mogelijke omgevingsvergunning voor het bestrijden van de zwarte kraai in weidevogelgebieden.
- Zijn er resten van prooien en uitwerpselen verzameld. Deze zijn door de Rijksuniversiteit van Groningen geanalyseerd om zo een beter beeld te krijgen van de roofdieren.
- Heeft een aantal agrarische collectieven wildcamera’s ontvangen waarmee ze roofdieren en het roven van de nesten in beeld kunnen brengen.
- We organiseerden een succesvolle provinciale Kennisdag over boerenlandvogels met ruim 100 deelnemers. Dat waren onder meer agrarische collectieven, boeren, organisaties voor beheer en kennisinstituten.
- Er was ook een bijeenkomst waar deelnemers informatie ontvingen over manieren om het agrarisch verdienmodel te versterken in combinatie met het beschermen van boerenlandvogels en over het investeren in agrarisch natuurbeheer.
- We startten de evaluatie van het actieplan Boerenlandvogels. De resultaten delen we in 2025.
- In de Zuidpolder van Delfgauw wordt een gebied voor weidevogels ingericht op de gronden van de provincie, de gemeente en Staatsbosbeheer.
Agrarisch natuurbeheer
- We hebben voor Agrarisch Natuurbeheer € 3,8 miljoen extra beschikbaar gesteld voor een periode van 4 jaar.
- We zijn gestart met de professionalisering van agrarische collectieven. Dit deden we als voorbereiding op de uitbreiding van de subsidie Agrarisch Natuur en Landschapsbeheer, dat in het landelijke regeerprogramma staat.
Bos en Bomen
- Projecten die in 2023 een subsidie ontvingen voor de aanleg van bos begeleiden we naar uitvoering.
- Meerdere plannen voor bosuitbreiding kregen begeleiding van de bosmakelaar. Twee grote projecten voor bosuitbreiding op de Zuid-Hollandse eilanden kregen hierdoor dit jaar subsidie van de provincie:
- Met de bestaande subsidieregeling ’Meer bos in Zuid-Holland’ steunen we het project Buitenzomerlanden in de Hoeksche Waard. Hierdoor komt er 12,5 hectare nieuw bos.
- Met recreatieschap Voorne-Putten is in 2024 de afspraak gemaakt voor de aanleg van 27 hectare bos op hun gronden. Hiervoor heeft de provincie een begrotingssubsidie verstrekt.
Soortenbeleid
- In samenwerking met Bos en Bomen is een nieuwe subsidieronde voor de subsidieregeling ‘realisatie leefgebied icoonsoorten (soorten die representatief zijn voor een bepaalde leefgebied), landschapselementen en voedselbossen’ gestart. Die is volledig uitgeput door biodiverse initiatieven uit de samenleving. Vooral gemeenten, initiatiefnemers voor voedselbossen en particuliere ondernemers zijn hierdoor ondersteund.
- Er zijn informatiebladen opgesteld voor versterkingsmaatregelen voor het leefgebied van 15 icoonsoorten uit stedelijk en landelijk gebied. Deze zijn gepresenteerd aan partners zoals gemeenten, waterschappen en omgevingsdiensten.
- Er is een vooronderzoek gedaan voor het monitoringsplan icoonsoorten, het eindproduct wordt momenteel afgerond.
- Om het Zuid-Holland-brede bijenlandschap te stimuleren, zijn er in samenwerking met de Zuid-Hollandse Omgevingsdiensten regionale bijeenkomsten georganiseerd. Ook is vanuit Groene Cirkels de wijkbijen campagne gelanceerd samen met de nieuwe website (www.bijenlandschap.nl/wijkbij) . Onderdeel van de campagne is de aanleg van voorbeeldtuintjes met informatieborden. Hiervoor zijn plantenpakketten en de informatieborden geleverd bij 60 kinderboerderijen.
Groenblauwe dooradering
- We werkten verder aan het beleidskader Groenblauwe dooradering (GBDA), dat in het omgevingsbeleid opgenomen gaat worden.
- We ontwikkelden verschillende onderdelen van het informatiepakket voor GBDA. Dit wordt verder uitgewerkt in samenhang met andere opgaven, zoals agrarisch natuurbeheer, zodat er een afgestemde en samenhangende aanpak komt.
- De voorgestelde plannen GBDA in het Westland, Alblasserwaard, Hoeksche Waarde, Midden-Delfland en Boskoop hebben geleid tot samenwerkingsverbanden en concrete projecten om landschapselementen aan te leggen in die gebieden. Alle projecten werden opgenomen in het ZH-PLG maatregelenpakket met een aanvraag voor financiering.
Beleidsprestatie 5-1-2 Beschermen en versterken bestaande natuur en soorten
De provincie wil de binnen haar provinciegrenzen van nature voorkomende plant- en diersoorten behouden. Dit realiseert zij door het faciliteren van natuurbeheer en kwaliteitsimpulsen in natuur- gebieden en het planologisch beschermen ervan. In het landelijk en stedelijk gebied draagt de provincie zorg voor beheer- en stimuleringsmaatregelen ten behoeve van de Vogel- en Habitatrichtlijn (VHR) doelen, basiskwaliteit natuur en verdere versterking van agrarische natuur. De provincie heeft hiervoor 40 icoonsoorten geselecteerd die kenmerkend zijn voor leefgebieden in Zuid-Holland en stimuleert maatregelen die het leefgebied van deze soorten versterken. Belangrijke weidevogelgebieden worden door de provincie planologisch beschermd, daarnaast stimuleert zij initiatieven voor verdere versterking van de kwaliteit. Houtopstanden kennen eveneens een planologische bescherming.
De provincie streeft naar een gezond evenwicht van faunapopulaties. Bij het beheren van dit even- wicht worden zorgvuldig de belangen van natuur en samenleving afgewogen. Waar nodig worden maatregelen getroffen, bijvoorbeeld ten behoeve van bescherming van flora en fauna, openbare veiligheid en volksgezondheid alsmede beperking van (landbouw)schade of andere wettelijke belangen. Daarnaast verleent de provincie tegemoetkomingen in geleden schade door natuurlijk in het wild levende en inheemse beschermde dieren. De provincie zet in op bestrijding en beheersing van de (invasieve) exoten door middel van preventie, eliminatie en beheer. Wanneer (invasieve) exoten inheemse beschermde flora en fauna schaden, al of niet in combinatie met schade aan de economie en/of de volksgezondheid, neemt de provincie maatregelen.
Wat hebben we bereikt?
Programma Natuur
Bij het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN) deden we in 2024 een aanvraag in het kader van de Regeling voor de Specifieke Uitkering (SPUK) voor de tweede fase van het Programma Natuur. De aanvraag heeft betrekking op natuurherstel en verbetermaatregelen voor stikstofgevoelige natuur in de Natura 2000-gebieden én op boscompensatie als onderdeel van de landelijke bossenstrategie. Op basis van de aanvraag kreeg de provincie € 56 miljoen voor uitvoering van de maatregelen in de periode 2024 tot en met 2032. De aanvraag is een vervolg op de Specifieke uitkering voor de eerste fase van Programma Natuur met als uitvoeringsperiode 2021 tot en met 2026 waarvoor de provincie eerder € 28 miljoen heeft ontvangen.
Natuurbeheer
De provincie Zuid-Holland zorgde ervoor dat de natuurbeheerders de middelen hadden voor natuurbeheer in de NNN-gebieden. Hiermee konden zij deze bestaande natuurgebieden in stand houden. Om de staat van de natuur in deze natuurgebieden te verbeteren, kende de provincie ook subsidies toe voor de zogenoemde kwaliteitsimpulsen. Daarnaast stelden we in 2024 subsidiebeschikkingen op voor de uitvoering van beheer, natuurherstel en kwaliteitsimpulsen in de Natura 2000-gebieden. Deze subsidies waren een combinatie van de middelen van de eerste fase Programma Natuur en Natuurpact. Met deze twee subsidieregelingen samen worden in alle Natura 2000-gebieden beheer- en herstelmaatregelen uitgevoerd in de periode 2023-2026, met een piek in de uitvoering in 2024 en 2025 vanwege de extra maatregelen die worden ingezet met de middelen uit de eerste fase van het programma Natuur.
De samenwerking tussen het Europese netwerk Natura 2000 en de omgevingsdiensten voor handhaving en toezicht in Natura 2000-gebieden is geïntensiveerd, vooral voor het beschermen van soorten en het bestrijden van exoten. Dat zijn soorten die van oorsprong niet in ons land voorkomen en die andere soorten verdringen en daardoor een negatief effect hebben op het behalen van de natuurdoelen.
Monitoring natuur
- In het afgelopen jaar zijn weer diverse opdrachten en onderzoeken uitgezet bij gespecialiseerde bureaus voor het monitoren en eventueel bijsturen van beleid. Voorbeelden van deze monitoringsopdrachten zijn: de weidevogeltelling Nieuwkoopse Plassen Braasemermeer, onderzoek naar het broedsucces van kustbroedvogels, onderzoek naar prooi-jagers in weidevogelgebied Alblasserwaard, een verspreidingsonderzoek naar de grote modderkruiper, bittervoorn en platte schijfhoren in de Zuid-Hollandse Biesbosch. Voor de Natura 2000-gebieden Duinen Goeree en & Kwade Hoek, Solleveld & Kapittelduinen en Voornes Duin leverden we vegetatiekarteringen op. Dat zijn onderzoeken waarbij de verschillende soorten planten en hun verspreiding systematisch in kaart worden gebracht.
- In aanvulling op de bestaande langlopende meetnetten, zoals het weidevogelmeetnet, vegetatiemeetnet en winter-watervogels, zijn we enkele nieuwe meetnetten gestart. Een meetnet is een systematische verzameling van gegevens over specifieke organismen, zoals planten of dieren, om langetermijnveranderingen in biodiversiteit te monitoren. Twee van die meetnetten die we dit jaar ontwierpen, zijn een meetnet voor amfibieën en vissen in Natura 2000-gebieden en het Meetnet Agrarische Soorten (MAS) in de akkerbouwgebieden. Met de laatste willen we trends in aantallen en verspreiding van broedvogels vastleggen.
Datamanagement
De provincie Zuid-Holland ontwikkelde eerder al een datasysteem voor de doelen en maatregelen van Natura 2000. Dat systeem is gebruikt als basis voor een landelijke database. Dat maakt het makkelijker om informatie uit te wisselen en samen te werken met het Rijk en andere provincies.
Bescherming Natuur en soorten
Vergunning, handhaving en toezicht
Op grond van de Omgevingswet voerden we onze wettelijke taken uit voor vergunningverlening, toezicht & handhaving voor Natura 2000, stikstof, faunabeheer, houtopstanden en soortenbescherming op grond van de Omgevingswet. In 2024 is het aantal aanvragen bij de omgevingsdienst Haaglanden ten opzichte van vorige jaren verder toegenomen. Dat geldt ook voor het aantal meldingen van activiteiten die de natuur betreffen waar omgevingsdienst Zuid-Holland Zuid op moet acteren vanuit toezicht en handhaving. In 2024 had de provincie extra aandacht voor het stimuleren van soortenmanagementplannen. Hiervoor heeft de provincie ook een subsidie opengesteld om gemeenten te ondersteunen in het opstellen van soortenmanagementplannen.
Bescherming gebieden
- Nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen zijn getoetst aan de beschermingsregels. Waar aantasting van beschermde gebieden niet vermeden kon worden is compensatie verleend.
- Voor de actualisatie van de beschermde weidevogelgebieden zijn in 2023 en 2024 tellingen uitgevoerd. De uitkomsten hiervan worden gebruikt voor het vastleggen van nieuwe beschermingsgebieden. Dit gebeurt met herziening van het omgevingsbeleid 2025 worden opgenomen in de Zuid Hollandse omgevingsverordening.
Faunaschade
BIJ12-Faunafonds verleende namens provincie Zuid-Holland tegemoetkomingen aan agrarische ondernemers voor schade die werd veroorzaakt door in het wild levende, beschermde dieren. Ook verleende zij subsidie voor de ganzenrustgebieden. De tegemoetkomingen in faunaschade stegen ook in 2024 fors.
Dit komt door:
- hogere voedselprijzen;
- juridische procedures (waardoor op enkele soorten geen beheer uitgevoerd kon worden voor het beperken dan wel voorkomen van schade);
- een toename van schade veroorzaakt door met name grauwe ganzen, knobbelzwanen, smienten en de soorten die voorheen onder de landelijke vrijstelling vielen (houtduif, kraai en kauw).
Exoten
Als provincie voerden we onze wettelijke verantwoordelijkheid uit om de Rosse stekelstaarten te bestrijden en nestlocaties van de Aziatische Hoornaar op te sporen en te verwijderen. Daarnaast hebben wij een bijdrage geleverd aan het interprovinciale ambitiedocument invasieve exoten die aan het Rijk is aangeboden.
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Algemeen
Monitoring natuur
- In 2024 verzamelden we informatie vanuit onder andere de langlopende meetnetten van weidevogels, vegetatie en winter-watervogels. De uitvoering van deze meetnetten in de komende jaren is opnieuw (Europees) aanbesteed en hebben we op enkele punten verbeterd. Zo zijn we voor de uitvoering van het weidevogelmeetnet overgestapt op de landelijk gebruikelijke methode Broedvogelmonitoring (BMP).
- In verschillende Natura 2000-gebieden lieten we vegetatiekarteringen uitvoeren. Dat zijn onderzoeken waarbij de verschillende soorten planten en hun verspreiding systematisch in kaart worden gebracht..
- We zorgden voor monitoringsinformatie volgens de landelijke systematiek Subsidiestelsel Natuur en Landschap (SNL). Monitoringsinformatie wil zeggen de verzamelde gegevens uit het veld, zoals gegevens over flora en fauna, die volgens vastgestelde methoden en frequenties worden verzameld. Die informatie gebruikten we voor het beoordelen van de natuurkwaliteit van natuurgebieden.
- Voor het Natuurnetwerk Nederland (NNN) hielden we het dashboard Natuurkwaliteit bij. We vulden het dashboard aan met informatie uit natuurmonitoring.
- We werkten aan nieuwe en innovatieve manieren van monitoring waarmee we in de toekomst nauwkeuriger en efficiënter informatie kunnen verzamelen. Bijvoorbeeld het ontwikkelen van automatische vleermuizendetectie en het inzetten van Kunstmatige Intelligentie voor toezicht op natte duinvalleien.
- We werken samen met het Rijk en andere provincies aan het landelijke Verbeterprogramma VHR Monitoring. Dit is een initiatief gericht op het versterken van de kwaliteit en consistentie van de gegevensverzameling voor de natuurmonitoring in het kader van de Vogel- en Habitatrichtlijn (VHR).
Datamanagement
We droegen bij aan het ontwikkelen van een landelijk systeem voor doelen en maatregelen van Natura 2000. Het systeem wordt gebruikt voor de WSN-rapportage (Wet Stikstof en Natuur) aan het Rijk. Ons provinciale systeem was de basis voor het landelijke systeem dat nu door alle interprovinciale partners wordt gebruikt. We maakten in 2024 een eerste opzet van een vernieuwd provinciaal systeem dat beter aansluit bij andere applicaties en bij het landelijke systeem.
Datagedreven ZH-PLG
- In 2024 is de gebiedsviewer verder ontwikkeld en ingevoerd.
- We ontwikkelden een eerste versie van een digitale ammoniak-monitor. Hiermee laten we zien met welke combinatie van maatregelen de doelen kunnen worden behaald.
- We ontwikkelden een eerste versie van de digitale KaderRichtlijn Water-monitor. De KRW-monitor laat met beelden zien hoe het staat met de KRW-doelen.
- We deden onderzoek de ontwikkeling van een dashboard waarmee we de voortgang van ZH-PLG-maatregelen kunnen zien. We keken welke informatie en welke manieren van werken in het dashboard opgenomen moeten zijn.
- We verkenden scenario-software. Dat is software om verschillende scenario’s te simuleren.
- We voerden de producten in waarmee we datagedreven werken stimuleren bij beleidsvelden.
Dashboard natuurkwaliteit
- Elk jaar beoordeelt de provincie de natuurkwaliteit van de natuurgebieden waar de provincie subsidie aan geeft. Voor deze beoordeling gebruiken we de actuele gegevens vanuit de natuurmonitoring. De resultaten staan in de SNL-viewer .
- We leverden een digitale bibliotheek op voor natuurgegevens- en natuurrapporten.
- We werkten aan het opslaan, toegankelijk maken en verspreiden van natuurgegevens. Een voorbeeld hiervan is de weidevogelviewer waarin we de gegevens uit het weidevogelmeetnet toegankelijk maken.
Programma Natuur
- Voor de Specifieke Uitkering (SPUK) vanuit het Rijk voor de eerste fase Programma Natuur (2021-2026), ontvingen we van het Rijk een verlenging van de uitvoeringstermijn tot en met 31 december 2026. Maatregelen die horen bij de eerste fase van het Programma Natuur zijn verplicht in subsidiebeschikkingen. Deze maatregelen worden uitgevoerd. De uitvoerende partijen weten van de verlengde looptijd en weten dat zij een wijziging van de eerder verleende subsidiebeschikkingen aan kunnen vragen.
- We bereiden de openstelling voor van een subsidieregeling voor het uitvoeren van de maatregelen voor de tweede fase van het Programma Natuur (2024-2032).
Beheer van begrensde natuur
- In de Natura 2000-gebieden geven we met twee subsidieregelingen uitvoering aan de eerste fase van het Programma Natuur. Terreineigenaren kregen een meerjarige subsidie voor beheer en natuurherstel en voor het verbeteren van de natuur. De nadruk ligt hierbij op stikstofgevoelige natuur.
- We hadden veel contact met terreineigenaren en met andere belanghebbenden over maatregelpakketten voor Natura 2000. In alle Natura 2000-gebieden waren veldbezoeken. Die gaven inzicht in de staat van de natuur en de effecten van beheer en andere maatregelen.
- In 2024 is het Natuurbeheerplan Zuid-Holland voor het jaar 2025 vastgesteld. Het Natuurbeheerplan is het kader voor natuurbeheersubsidies voor 2025. Op basis van Natuurbeheerplan Zuid-Holland 2024 gaf de provincie op ruim 28.000 ha natuurbeheersubsidie aan de beheerders. Dat gebeurde via de Subsidieregeling Natuur- en Landschapsbeheer. De subsidie betrof 84% van de landelijke standaard kostprijs. Dit is de landelijk afgesproken kostprijs voor het beheer van het betreffende type natuur.
- We hebben de herziening van de Natura 2000-beheerplannen in 2025 en 2026 voorbereid voor alle Natura 2000-gebieden. De voorbereiding bestond uit onderzoek, evaluatie en monitoring. Dit in lijn met de Omgevingswet. Verder troffen we alle voorbereidingen voor het invoeren van de Natura 2000-beheerplannen in het Digitaal Stelsel Omgevingswet (DSO).
Integrale versterking Nationale parken
De provincie gaf subsidie aan de werkorganisatie Nationaal Park Hollandse Duinen. Eind 2024 is de aanvraag voor de status van Nationaal Park ingediend bij het Rijk voor het nationaal park Hollandse Duinen.
Beschermen natuur en soorten
Vergunningen, handhaving en toezicht
- We stelden een subsidieregeling op voor gemeenten om hen te steunen bij het opstellen van een soortenmanagementplan (SMP). Naast subsidies zijn ook overleggen met gemeenten gevoerd om hen te ondersteunen bij het SMP-traject.
- Net als elk jaar gaven we een opdracht aan de omgevingsdiensten om de VHT-taken (Vergunning, Handhaving en Toezicht) voor natuur uit te voeren. De Omgevingsdiensten verantwoorden hierover in hun jaarrapportages.
- We lieten de staat van instandhouding onderzoeken van een aantal soorten die relevant zijn bij de vergunningverlening voor maatschappelijke relevante opgaven zoals woningbouw en energievoorzieningen.
Bescherming gebieden
- We adviseerden over ruimtelijke ontwikkelingen die mogelijk het NNN of belangrijk weidevogelgebied aantastten en waarvoor natuurcompensatie nodig is.
- In 2024 waren er in totaal vijf natuurcompensatieprojecten. Twee daarvan zijn afgerond en twee gedeeltelijk (compensatie belangrijk weidevogelgebied is gereed, compensatie NNN moet nog). Het laatste project (compensatie belangrijk weidevogelgebied), pakken we op in 2025. De compensatie is nodig vanwege de aanpassing van een provinciale weg, een rijksweg, een fietspad en vanwege projecten van twee waterschappen. Daarnaast werden er in 2024 zeven natuurcompensatieprojecten voorbereid. Dat zijn allemaal overheidsprojecten.
- We verleenden in 2024 een ontheffing aan twee projecten waar compensatie aan de orde is, op grond van de Zuid-Hollandse Omgevingsverordening (ZHOV). Dit is een beperkt aantal in verhouding tot het aantal plannen/initiatieven dat formeel aan de provincie wordt voorgelegd. Dat komt doordat initiatiefnemers – na advisering door de provincie - soms kiezen voor alternatieve plannen, zonder negatieve gevolgen voor het NNN of belangrijke weidevogelgebieden. Deze initiatieven zitten dan nog in de fase voordat er formele (ruimtelijke) besluiten worden genomen, zoals vaststelling van een omgevingsplan of projectbesluit. Hierover kunnen dan wel al gesprekken zijn met de provincie.
- Er waren extra adviezen nodig over mogelijke locaties voor duurzame energieopwekking die NNN of belangrijk weidevogelgebied raken. Dit komt door de groeiende vraag naar locaties voor duurzame energieopwekking, terwijl de ruimte beperkt is.
Exotenbestrijding
- We leverden een bijdrage aan het interprovinciale ambitieplan Invasieve Exoten. Op basis van dat plan stellen we een provinciaal plan van aanpak op.
- Met de vergunningen die we verleenden, gaven we uitvoering aan de wettelijke taken die volgen uit Europese Exotenverordening.
- We spraken met terreinbeheerders over hoe we gebieden weerbaarder kunnen maken tegen exoten. Bijvoorbeeld door een andere inrichting van het gebied.
- De aanpak van exoten wordt onderdeel van de natura 2000-beheerplannen. Per gebied bepalen we hoe we de doelen van het gebied kunnen beschermen tegen schade door exoten.
Balans en behoud draagvlak door faunabeheer
- BIJ12 verleende tegemoetkomingen voor schade die is veroorzaakt door in het wild voorkomende, inheemse dieren. Voor het zomerreces van 2025 informeert BIJ12 de provincie over de totaal uitgekeerde schade over 2024.
- We keurden faunabeheerplannen goed en behandelden we een aantal bezwaar- en beroepsprocedures. Door die juridische procedures lag de uitvoering van het beheer tijdelijk stil.
- We gaven subsidies aan de faunabeheereenheid en wildbeheereenheden voor de uitvoering van hun wettelijke taken.
Beleidsprestatie 5-1-3 Natuurinclusieve transitie
De provincie wil natuur meenemen in al haar ruimtelijke ontwikkelingen, zodat biodiversiteit behouden en versterkt kan worden. Natuur stopt immers niet bij de grens van natuurgebieden. Natuurinclusieve ruimtelijke ontwikkeling draagt bij aan het oplossen van veel provinciale uitdagingen (bodemdaling, verzilting, verdroging, afname biodiversiteit). Ook is het een randvoorwaarde voor een voldoende sterk ecologisch systeem, zodat aan (inter)nationale afspraken (natuur, stikstof, klimaat, fijnstof) wordt voldaan.
Door biodiversiteit als dwarsdoorsnijdend thema onderdeel van ons handelen te maken, werken we aan een aantrekkelijk, natuurinclusief en toekomstbestendig Zuid-Holland. Dan ontstaat zowel meer ruimte voor flora en fauna, als voor het oplossen van maatschappelijke problemen. De provincie wil met medeoverheden en kennisinstellingen het concept basiskwaliteit natuur verder ont- wikkelen om te natuurinclusieve transitie te bevorderen.
Wat hebben we bereikt?
- De Groeiagenda Natuurinclusief Zuid-Holland 2024-2027 is opgesteld en vastgesteld op 2 juli. Met de groeiagenda beschermt en versterkt de provincie de natuurwaarden buiten de natuurgebieden. Daarmee dragen we de komende jaren bij aan welvaart en welzijn in een gezond, aantrekkelijk en natuurrijk Zuid-Holland.
- Natuurinclusief betekent dat bij alle beleidsontwikkeling en activiteiten van de provincie rekening wordt gehouden met de natuur. Dit houdt in dat negatieve factoren voor biodiversiteit worden verminderd en kansen voor versterking van de natuur worden benut. In de groeiagenda staan inspirerende voorbeelden, kansen en innovaties om de provincie natuurinclusief te maken. Het doel is een volledig natuurinclusief Zuid-Holland in 2050.
- De groeiagenda werkt voor 10 thema's uit hoe de provincie zich de komende jaren inzet voor een natuurinclusief Zuid-Holland. De 10 thema's zijn: Toekomstbestendig bouwen, Energie, Water, Infrastructuur, Landbouw, Economie en industrie, Gezondheid en welzijn, Recreatie, toerisme en sport, Onderwijs, Financiële sector.
- We bouwden een intern netwerk op van medewerkers die betrokken zijn bij de uitvoering van de activiteiten van de 10 thema’s zodat zij kunnen kennisdelen en elkaar inspireren.
- We bouwden onze kennis uit over relevante monitoringsinstrumenten en bouwden contacten in het extern netwerk zoals het nationale Collectief Natuurinclusief.
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Algemeen
- Het provinciale kernteam Natuurinclusief ondersteunde de collega’s die verantwoordelijk waren voor de invulling en uitvoering van de 10 thema’s van de Groeiagenda Natuurinclusief.
- Het provinciale kernteam Natuurinclusief hielp bij de uitvoering van de acties van deze groeiagenda. We hielden de voortgang in de gaten en letten op de samenhang in de groeiagenda.
- In de agenda is aandacht voor het opbouwen van een netwerk dat samen de natuurinclusieve beweging binnen de provincie sterker wil maken. Via bijeenkomsten met een interactieve aanpak zijn stappen gezet om dit netwerk te laten groeien en deelnemers met elkaar te verbinden.
Bevorderen basiskwaliteit Natuur voor een natuurinclusief en gezond Zuid-Holland
Het Rijk laat het concept ‘Basiskwaliteit Natuur’ ontwikkelen. De provincie werkt mee aan de (door)ontwikkeling van de toolkit. We volgen de voortgang van het concept en we delen de kennis erover binnen de provincie.
Natuurinclusief kennis- en instrumentarium ontwikkelen
We bezochten meerdere bijeenkomsten om daar kennis op te doen of te delen. We organiseerden verschillende workshops voor interne en externe doelgroepen om kennis te delen. Bij een aantal thema’s ontwikkelden we praktische adviezen voor natuurinclusief werken. Bijvoorbeeld ten aanzien van faunapassages bij infrastructuur en natuurinclusieve verduurzaming van het provinciale vastgoed. We onderzochten welke monitoringssystemen kunnen helpen de natuurinclusieve transitie in beeld te brengen. Natuurinclusieve transitie wil zeggen dat stap voor stap het steeds vanzelfsprekender wordt om rekening te houden met de natuur bij alles wat we doen. We werkten een communicatieplan uit. Daarin staat hoe we onze kennis en inzichten kunnen delen en hoe we het opbouwen van een netwerk kunnen steunen.
Realiseren van natuurinclusieve inspiratielocaties
In de Groeiagenda staan verschillende inspiratielocaties genoemd. Hier laten we zien hoe binnen de mogelijkheden van het specifieke gebied (stedelijk of landelijk) en thema (zoals toekomstbestendig bouwen, water, recreatie of energie) rekening is gehouden met de natuur. Er zijn geen nieuwe locaties bijgekomen in 2024.
Beleidsprestatie 5-1-4 Stikstofreductie
De stikstofreductie, zowel van ammoniak als van stikstofoxiden, heeft als doel om de depositie van stikstof op de natuurgebieden te verminderen en daarmee bij te dragen aan natuurherstel. De provincie heeft een concrete reductiedoelstelling om de stikstofemissie te verminderen, met als doel een emissieplafond van 2,9 kiloton ammoniak per jaar in 2035 te bereiken.
Daarnaast is het voor de provincie belangrijk om maatschappelijke ontwikkeling mogelijk te blijven maken. Om de stikstofproblematiek op te lossen werkt de provincie samen met regionale partners.
Deze inzet wordt in het omgevingsprogramma verder uitgewerkt en verloopt langs de volgende lijnen:
- Ammoniak (NH3) reductie voor natuurherstel;
- Stikstofoxiden (NOx) reductie voor natuurherstel;
- Ontwikkelingen mogelijk houden middels vergunningverlening, waaronder helpen bij de legalisatie van PAS-melders.
Wat hebben we bereikt?
Voor het onderwerp stikstof was 2024 een bewogen jaar. Met als sluitstuk de uitspraak van de Raad van State (RvS) van 18 december. Hierin staat dat intern salderen weer vergunningsplichtig is. Intern salderen wil zeggen dat een bedrijf of activiteit binnen de eigen vergunning stikstofuitstoot vermindert om ruimte te maken voor nieuwe of gewijzigde activiteiten, zonder dat de totale stikstofbelasting op kwetsbare natuurgebieden toeneemt. In de uitspraak van de RvS staat ook dat stikstofruimte niet meer kan worden ingezet voor ruimtelijke economische activiteiten als er geen geborgd (rijks)maatregelenpakket is dat zorgt voor een dalende trend in de ammoniakdepositie op stikstofgevoelige Natura 2000 gebieden.
Dit betekent dat je geen extra stikstof mag gebruiken voor nieuwe activiteiten, tenzij de overheid een stevig plan heeft dat ervoor zorgt dat er steeds minder stikstof in kwetsbare natuurgebieden terechtkomt.
- Het Rijk nam in 2024 besluiten zoals het afschaffen van het nationaal programma landelijk gebied (NPLG) en de aankondiging dat de legalisatieaanpak PAS-melders wordt verlengd. PAS-melders zijn bedrijven die onder het voormalige Programma Aanpak Stikstof (PAS) een melding hebben gedaan. Nu het PAS is vervallen, verkeren deze bedrijven niet langer in een legale situatie en moeten ze worden gelegaliseerd. De besluiten zorgen voor een kleine vermindering van stikstof neerslag (depositie). Depositie is wanneer stikstof (ammoniak of NOx) neerkomt. De uitstoot van ammoniak in Zuid-Holland is maar weinig verminderd. Cijfers over 2024 zijn er nog niet, maar we verwachten dat de cijfers maar iets lager zijn vergeleken met 2023. Uit de NOx-monitor blijkt dat de NOx-uitstoot in de afgelopen jaren stabiel vermindert. De uitzondering daarop is de zeescheepvaart. De cijfers van 2024 zijn nog niet beschikbaar maar verwachten dezelfde vermindering van NOx-uitstoot als in de jaren hiervoor.
- Natuurvergunningverlening rondom stikstof bleef in 2024 ingewikkeld. Met intern salderen kon vergunningverlening vaak nog wel. Wel kwam er steeds meer druk op de vergunningverlening door verschillende uitspraken door de rechtbank.
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Ammoniakreductie voor natuurherstel
- Binnen het domein Water, Klimaat en Natuur (WKN) werkten we aan het invoeren van een streefwaarde voor de uitstoot van ammoniak voor melkveehouderijen. Een streefwaarde voor ammoniak betekent een maximale uitstoot per hectare waarnaar een bedrijf streeft. Het invoeren van zo’n streefwaarde moet passen in het omgevingsbeleid. Samen met team Landbouw werkten we aan het opstellen van een subsidieregeling Landbouw. De subsidie is voor maatregelen die zorgen voor het verlagen van de uitstoot van ammoniak. Het gaat onder meer om subsidies voor innovatie en voor stalmetingen.
- Begin 2024 is begonnen met het meten van de uitstoot van ammoniak in drie melkveestallen in de omgeving van Nieuwkoop. In de loop van het jaar kregen deze stallen ook sensoren voor het meten van methaan. De eerste drie stallen vormen de start van stalmetingen bij een groter aantal melkveestallen. In 2025 begint dit traject met de openstelling van de subsidieregeling ‘Duurzame Veehouderij’. In 2024 werkten we de verschillende ‘trajecten’ uit die boeren kunnen volgen om hun bedrijf te verduurzamen. Dit uitwerken gebeurde in fieldlab Groen Hart. Dat is een samenwerking van partners en overheden in het Groene hart. Er was veel aandacht voor twee vraagstukken: het behouden van een verdienmodel van de boer en het garanderen van het verminderen van stikstofuitstoot.
- We steunden boerenwerkgroepen in verschillende deelgebieden in veenweiden. Zij onderzochten welke maatregelen zij op hun bedrijf kunnen toepassen om stikstof te verminderen. Voor ongeveer 15 bedrijven zijn plannen opgesteld voor het terugdringen van stikstof. Ook in de Zuid-Hollandse Delta is door een specialistisch bureau samen met veehouders gekeken welke stikstofmaatregelen genomen kunnen worden. Samen met de provincie Utrecht gaven we financiële steun aan een collectief van boeren rond de Nieuwkoopse Plassen. Daarmee konden de boeren een aanvraag doen voor een landelijke regeling rondom vernatting van het veen en extensivering. Extensivering wil zeggen dat boeren minder dieren per hectare houden, waardoor de impact op het milieu kleiner wordt. Samen met opgave Landbouw, ZH-PLG en opgave grondzaken werkten we aan de invoering en uitwerking van de Regeling provinciale gebiedsgerichte beëindiging veehouderijlocaties (RPGB, ook wel aangeduid als Maatregel Gebiedsgerichte Beëindiging, MGB) voor de provincie. Veehouders die vrijwillig stoppen met (een deel van) hun bedrijven, dragen bij aan extensivering van de veeteeltsector.
- Dit jaar werkten we hard aan het ontwikkelen van de ammoniakmonitor. De eerste versie van de monitor is online. We presenteerden deze in een technische sessie aan PS. We vullen de ammoniakmonitor in 2025 met de bestaande en nieuwe maatregelen. Op die manier laten we de ammoniakreductie in de provincie zien.
Stikstofoxidenreductie voor natuurherstel
- Het programma NOVEX Rotterdamse haven is een samenwerking tussen partners en verschillende overheden rondom verschillende opgaven in het gebied. In NOVEX Rotterdamse haven werkten we ook in 2024 samen met de Omgevingsdienst Haaglanden n(ODH), het Rijk (het ministerie van Klimaat en Groene Groei en het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat), het havenbedrijf Rotterdam, Deltalinqs, Natuur en Milieufederatie Zuid-Holland (NMZH) , de gemeenten Rotterdam en Voorne aan Zee. We werkten aan stikstofreductie en de verlening van stikstofvergunningen voor de energietransitie in de haven. Met de energietransitie in de haven bedoelen we de overgang van fossiele brandstoffen naar duurzame energie om uitstoot te verminderen en de haven te verduurzamen.
- Wij hebben in 2024 DCMR Milieudienst Rijnmond (DCMR) een aanvullende opdracht gegeven voor de vergunningverlening ‘Maatwerkafspraken voor verduurzaming van de industrie’. We stelden geld beschikbaar om tijdelijk extra capaciteit in te huren voor taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving (VTH-taken). De minister van Klimaat en Groene Groei (KGG) ondertekende in 2024 maatwerkafspraken met 2 bedrijven, Alco energy en Nobian. De provincie tekende mee op beide overeenkomsten.
- We gaven DCMR een opdracht om elk jaar een NOx-monitor van Zuid-Holland te ontwikkelen. Dit geeft duidelijk inzicht in de NOx-emissies. Wij publiceerden in 2024 de eerste versie en deze deelden we met PS.
Vergunningverlening maatschappelijke ontwikkelingen mogelijk houden
- Natuurvergunningverlening rondom stikstof was in 2024 ingewikkeld maar mogelijk. Wel kwam er steeds meer druk op de vergunningverlening door verschillende uitspraken door de rechtbank.
Voor de Depositiebank algemeen Zuid-Holland is de beleidsregel vastgesteld. In de beleidsregel is de werking van de bank uitgewerkt. De Depositiebank is een systeem waarin vrijgekomen stikstofruimte kan worden beheerd en herverdeeld voor nieuwe ontwikkelingen binnen Zuid-Holland.
- Alle 187 aanmeldingen voor het legalisatieprogramma PAS-melders zijn door de Omgevingsdienst Haaglanden bekeken. Voor driekwart van de aanmeldingen is inmiddels vastgesteld of zij in aanmerking komen voor legalisatie. En als dat het geval is, hoeveel stikstofruimte zij nodig hebben. Er zijn in Zuid-Holland nog geen PAS-melders gelegaliseerd met stikstofruimte uit het legalisatieprogramma van het Rijk. Dat gebrek aan resultaat is gelijk aan het landelijke beeld. Het Rijk is verantwoordelijk voor de legalisatie. Desondanks droeg de provincie bij door:
- het registreren van ruimte van aangekochte bedrijven in de Depositiebank algemeen Zuid-Holland voor PAS-melders.
- het uitwerken van een subsidieregeling op basis van de € 7,9 miljoen die het Rijk toekende.
- het ondersteunen van oplossingen in gebieden, zoals het vergunningenloket Alblasserwaard.
- samen met andere provincies het Rijk op te roepen om te zorgen voor een maatregelenpakket en een effectieve aanpak voor legalisatie. Dit naast de verlenging die wordt verwacht van het legalisatieprogramma.