Het beleidsdoel Duurzame en veilige bereikbaarheid voor iedereen is vastgesteld in het omgevingsbeleid. De uitwerking van dit beleidsdoel vind je via deze link .
Beleidsprestatie 2-1-1 Stimuleren transitie naar duurzaam, veilig en slim personenvervoer
De provincie wil dat iedereen zijn bestemming kan bereiken op makkelijke, snelle, veilige en duurzame wijze. De provincie streeft daarbij naar een toekomstbestendig Zuid-Holland.
Door groei van de bevolking en economie wordt het steeds drukker op wegen en fietspaden. Bovendien moet er de komende jaren veel onderhoud aan wegen en bruggen gedaan worden wat voor hinder gaat zorgen. De provincie zet zich - samen met andere overheden - in om deze overlast en de files te minimaliseren, bijvoorbeeld in het samenwerkingsverband Zuid-Holland Bereikbaar.
Bij ruimtelijke ontwikkelingen streeft de provincie naar nabijheid van wonen, werken, voorzieningen en goed openbaar vervoer zodat veel bestemmingen binnen 15 minuten te bereiken zijn, voor wie het kan en wil lopend of op de fiets, maar ook met openbaar vervoer en de auto. Ook in landelijk gebied streven we naar nabijheid van voorzieningen om de leefbaarheid te bestendigen, zeker daar blijft bereikbaarheid per auto een belangrijke rol spelen.
De grote woningbouwopgave is erbij gebaat om lopen en fietsen vanaf de ontwerpfase een prominente rol toe te kennen omdat actieve mobiliteit weinig ruimte per verplaatsing inneemt. Door de snelle opkomst van de elektrische fiets gaan meer mensen vaker en verder fietsen en de provincie stimuleert dat graag verder. Terwijl de meeste mensen thuis een fiets hebben, ontbreekt de mogelijkheid om te fietsen meestal na een reis met het openbaar vervoer. Daarom zet de provincie in op deelfietsen voor het laatste stukje van een reis.
De provincie vindt ieder verkeersslachtoffer er één te veel en streeft naar elk jaar minder verkeersslachtoffers en nul verkeersslachtoffers in 2050. De provincie werkt samen met andere wegbeheerders en organisaties aan een veilige infrastructuur en stimuleert verkeersveilig gedrag door middel van educatie en voorlichting. De provincie onderhoudt contact met politie en het Openbaar Ministerie (OM) over adequate handhaving.
Ruimte en middelen voor nieuwe infrastructuur zijn beperkt. De provincie kijkt daarom naar de mogelijkheden van nieuwe, digitale en innovatieve (data-)oplossingen om (vaar)wegen en fietspaden en openbaar vervoer nog beter te benutten.
Wat hebben we bereikt?
- Waar dat mogelijk was, beperkten we samen met andere overheden de overlast van (onderhouds)werkzaamheden aan wegen en bruggen. Dat deden we door een goede samenwerking en afstemming in bijvoorbeeld het samenwerkingsverband Zuid-Holland Bereikbaar .
- Bij de voorbereiding van ruimtelijke ontwikkelingen zorgden wij ervoor dat er aandacht was voor de gevolgen voor de bereikbaarheid. We gaven aan dat veel bestemmingen binnen 15 minuten te bereiken moeten zijn. Lopen, fietsen en goed openbaar vervoer zijn hierbij belangrijk. We willen lopen, fietsen en het gebruik van openbaar vervoer graag stimuleren. Daarom hebben wij deelfietsen aangeboden aan reizigers in het openbaar vervoer in de regio Katwijk-Oegstgeest-Leiden en in de regio Dordrecht-Molenlanden-Gorinchem.
- De samenwerking met diverse partijen op het gebied van verkeersveiligheid is verbeterd. Zo hebben we vaker en beter overleg gevoerd met gemeenten, politie en het Rijk over handhaving van verkeersregels.
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Algemeen
- De bouw van nieuwe woningen heeft gevolgen voor de bereikbaarheid. De extra reizen van en naar deze locaties gaan via bestaande wegen, fietspaden en het openbaar vervoer. Dit kan zorgen voor spanning tussen woningbouw en mobiliteit. Er is ruimte nodig voor het bouwen van woningen en voor wegen. Dit is bijvoorbeeld het geval in Barendrecht (Stationstuinen) en Dordrecht (Maasterras). In 2024 dienden we voor het plan Maasterras een zienswijze in. Hierin beschreven we onze zorgen over enkele ingrijpende ruimtelijke voorstellen. Verschillende belanghebbenden zijn het niet eens met deze voorstellen. Daarop kwam Dordrecht terug op enkele gevoelige keuzes in het ontwerpbestemmingsplan. De provincie is uitgenodigd om deel te nemen aan de stuurgroep voor het Maasterras. Eind 2024 liet het Rijk aan Dordrecht weten welke ontwerpvariant haar voorkeur heeft. De gemeente kan nu het ontwerp hierop aanpassen.
- In 2024 is het Provinciaal Verkeer- en Vervoer Beraad (PVVB) vier keer bij elkaar geweest. We stemden plannen en projecten af en wisselden kennis uit over verkeer- en vervoersbeleid. In het PVVB zitten de vertegenwoordigers van de regio’s Holland-Rijnland, Midden-Holland, Drechtsteden, Alblasserwaard, Goeree-Overflakkee en Hoeksche Waard, de Metropoolregio Rotterdam Den Haag, Rijkswaterstaat Zuidwest Nederland en het samenwerkingsverband Zuid-Holland Bereikbaar.
Bereikbaarheid door nabijheid
- We namen het principe ‘bereikbaarheid door nabijheid’ op in het ontwikkelperspectief voor de Zuidelijke Randstad. Vanuit het gebiedsprogramma Mobiliteit en Verstedelijking werkten we mee aan de voorbereiding van grote infrastructurele projecten. Denk hierbij aan de Oude Lijn, Multimodale brug Rotterdam en Vlietlijn. Deze projecten zijn nodig om woningbouw mogelijk te maken.
- Met een Mobiliteitstoets onderzoeken we wat de effecten van woningbouw zijn op de bereikbaarheid. We hebben de Mobiliteitstoets uitgevoerd op verschillende ruimtelijke ontwikkelingen; van wens en visie tot aan bestemmingsplanprocedure. Daarmee kregen we informatie over de mogelijke gevolgen van die ruimtelijke ontwikkelingen op bereikbaarheid. Ook overlegden we met gemeenten en/of projectontwikkelaars over de woningbouwplannen en de uitkomsten van de mobiliteitstoetsen.
Modal shift, regionale hubs en zero emissie
- In 2024 werkten we aan het gebiedsprogramma Mobiliteit en Verstedelijking (MoVe) Rotterdam - Den Haag. Dat deden we samen met het Rijk, Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH), gemeenten en partijen in het openbaar vervoer. Hiermee willen we zorgen dat woningbouwlocaties in steden goed bereikbaar zijn met het openbaar vervoer
- Voor de MIRT-verkenning Oude Lijn en knopen is onderzoek gedaan naar een groot aantal maatregelen op en rond het spoor en stations. In het najaar van 2024 kozen de samenwerkende partijen (zie de partijen bij het voorgaande punt) voor een beperkt aantal oplossingsrichtingen. Deze werken we samen verder uit tot een voorkeursalternatief. De samenwerkende partijen besloten om prioriteit te geven aan het realiseren van bestaande afspraken en pas daarna eventuele nieuwe wensen te onderzoeken.
- We hielpen bij het ontwikkelen en uitvoeren van regionale mobiliteitsplannen voor emissievrije mobiliteit. Ook deelden we informatie, gaven advies en hielpen bij de kennisuitwisseling tussen de regio's.
Schonere mobiliteit
- Voor mobiliteit is energie nodig. We onderzochten geschikte energievormen voor mobiliteit. Ook keken we naar de mogelijke rol van de provincie als de overstap wordt gemaakt naar deze andere vormen van energie. We startten een onderzoek naar de mogelijkheid om overkappingen met zonnepanelen en opladers voor auto's te plaatsen op provinciaal grondgebied bij carpoolplaatsen. Ook zijn we een onderzoek begonnen naar kansen voor elektrische recreatievaart en de benodigde laadinfrastructuur bij de Nieuwkoopse plassen. Deze onderzoeken zijn nog niet afgerond.
- We hielpen bij het maken van regionale mobiliteitsprogramma’s. Dat deden we bijvoorbeeld door een informatieavond te organiseren. Alle regio’s zijn aan de slag. De Metropoolregio Rotterdam – Den Haag werkte de aanpak voor uitstootvrije zones verder uit.
- We zijn gestart met de voorbereidingen voor een nieuwe concessie voor het plaatsen en beheren van laadpalen voor elektrische voertuigen in de openbare ruimte. Voor 4 bedrijventerreinen stelden we een aanpak op voor het plaatsen van bijvoorbeeld elektrische laadinfrastructuur. Met 12 gemeenten samen stelden we een visie op voor elektrische laadinfrastructuur gericht op goederenvervoer (vrachtwagens). Voor 34 andere gemeenten is het concept voor zo’n visie klaar. Ook hielpen we gemeenten om hun plankaarten bij te werken voor laadpalen in de openbare ruimte.
Slimmere mobiliteit & digitalisering
- In 2024 werkten we mee aan verschillende landelijke en regionale samenwerkingen op het gebied van slimme mobiliteit en digitalisering. Voorbeelden zijn een landelijke aanpak om verkeer in de spits te voorkomen of te verspreiden naar andere momenten op de dag, en projecten om de wegen rond Rotterdam en Den Haag bereikbaar te houden.
- Met een congres en een actieve houding naar gemeenten zorgen we ervoor dat er meer informatie beschikbaar kwam over regionale mobiliteit.
- ‘Project Roadmonitor’ is een applicatie waarmee efficiënter aan de weg kan worden gewerkt. Deze applicatie is in 2024 doorontwikkeld en getest in de praktijk. We zijn samen met Rijkswaterstaat een traject gestart om met kunstmatige intelligentie de afhandeling van incidenten beter te organiseren. Dat kan bijvoorbeeld door bergingsvoertuigen op plaatsen te stallen waar regelmatig incidenten zijn
- In 2024 is het ‘digitaal stelsel mobiliteitsdata’ opgericht. Dit zorgt voor een geordend en samenhangend systeem van landelijke en lokale digitale voorzieningen, standaarden, gegevens, databronnen en afspraken over (gebruik van) mobiliteitsdata. Met het Rijk en de regio keken we hoe de structurele financiering vanaf 2027 geregeld kan worden.
- We hebben geen apart provinciaal programma ‘Smart Mobility’ opgesteld. In plaats daarvan namen we deel aan verschillende (Europese) programma’s die er al zijn. Bijvoorbeeld een programma om te zorgen dat intelligente verkeerslichten op dezelfde manier werken en een programma dat de nieuwe generatie verkeersmodellen gebruikt voor het beperken van verkeershinder en voor het regelen van verkeersstromen.
- In 2024 is de samenwerking met de TU Delft in het Researchlab Autonomous Shipping (zelfstandig varende schepen) afgerond. We constateerden dat ons proefproject ‘Vaartuigtellingen’ positief was, vooral voor de registratie van de recreatievaart. De Europese aanbesteding is gestart voor de structurele inwinning van deze data langs onze vaarwegen. En er zijn nu meer bruggen met brugsensoren: van 47 naar nu 77. Dit betekent dat automobilisten veel meer brugopeningen kunnen zien via applicaties op hun smartphone of tablet.
Stimuleren bewust mobiliteitsgedrag
Met 7 organisaties werkten we samen binnen Zuid-Holland Bereikbaar aan de bereikbaarheidsaanpak. Dit betekent dat we bij renovatie, onderhoud en nieuwbouw van infrastructuur we het werk met minder hinder probeerden uit te voeren. Dit hebben we gedaan door werkzaamheden van verschillende beheerders op elkaar af te stemmen (planning) en vaker in het weekend, in de avond of nacht te werken. En we moedigden reizigers aan om na de werkzaamheden minder vaak de auto te gebruiken.
Vaker en verder fietsen door meer mensen
- In 2024 keken we naar het fietsgebruik in Zuid-Holland met behulp van vaste en tijdelijke telpunten en fietstellingen. We maakten samen met het Rijk en andere overheden een begin met een nationaal kennisprogramma ‘Fietsdata’ waarin kennis en data over het gebruik van de fiets kan worden uitgewisseld.
- Uit eigen onderzoek kregen we een beeld van de risico’s op een ongeval op provinciale wegen. De grootste risico’s zijn op drukke fietsroutes, kruispunten en oversteekplaatsen. Ook de breedte van fietspaden is een groter risico. Daar moeten we aandacht voor hebben.
- In de tussenevaluatie van de Uitvoeringsagenda ‘Samen verder fietsen’ zijn de planningen van doorfietsroutes toegevoegd. Dit gebeurde op advies van de Randstedelijke Rekenkamer. De resultaten van provinciale inzet zijn nu beter te meten.
- Er is jammer genoeg geen vooruitgang bij het ‘Nationaal Toekomstbeeld Fiets’ zoals we hadden beschreven in de Voorjaarsnota omdat het Rijk hier geen prioriteit aan heeft gegeven.
- Samen met de provincies Overijssel, Utrecht, Noord-Brabant en Limburg publiceerden we een aanbesteding voor het ontwikkelen van een applicatie. Met de applicatie kunnen fietsers voorrang krijgen bij kruispunten met intelligente verkeerslichten.
Veilig gedrag in het verkeer
- Met het Openbaar Ministerie keken we naar kansrijke locaties langs provinciale wegen waar mobiele handhavingsmiddelen geplaatst kunnen worden. Mobiele handhavingsmiddelen zijn bijvoorbeeld flexflitsers (inzetbaar op verschillende plekken) en focusflitsers (inzetbaar voor specifieke overtredingen). We organiseerden bijeenkomsten waar gemeenten met ons en met elkaar in gesprek gingen over de verkeersveilige inrichting van infrastructuur.
- Per gemeente brachten we de grootste risico’s voor de verkeersveiligheid in kaart. Met deze informatie kunnen de regio’s plannen maken om verkeersveilig gedrag te promoten.
- We hebben 7 provinciale wegdelen in Zuid-Holland opengesteld voor land- en (bos)bouwverkeer. Dit stemden we af met lokale wegbeheerders, regio’s, politie, maatschappelijke partijen en brancheorganisatie voor ondernemers.
- We sloten een nieuwe samenwerkingsovereenkomst af met het Regionaal Ondersteuningsbureau Verkeersveiligheid (ROV). Deze overeenkomst duurt minimaal 3 jaar. Hierdoor kunnen we doorgaan met voorlichting en onderwijs over verkeersveilig gedrag.
Bevorderen Lopen
In 2024 is een start gemaakt met het ontwikkelen van voetgangersbeleid. We hebben het Nationaal Masterplan Lopen ondertekend en bijeenkomsten voorbereid voor gemeenten en experts die plaats zullen in 2025.
Beleidsprestatie 2-1-2 Adequaat en duurzaam aanbod openbaar vervoer
De provincie wil een gezonde, sociale en duurzame leefomgeving voor haar inwoners met vitale en goed bereikbare steden en dorpscentra waar het fijn werken, wonen, recreëren is. Zuid-Holland streeft naar een toekomstbestendig Zuid-Holland met goed openbaar vervoer.
De provincie realiseert, samen met de MRDH, een adequaat aanbod van Openbaar Vervoer zonder uitstoot van schadelijke stoffen zoals CO 2 , stikstof en fijnstof in het vervoergebied van de provincie Zuid-Holland. Het moet snel, betrouwbaar en beschikbaar zijn en is daarmee waar mogelijk een volwaardig alternatief voor de auto. De provincie wil dat dit snel, frequent, betrouwbaar, beschikbaar en betaalbaar is en samen met lopen, de fiets en deelvervoer een reis van deur tot deur mogelijk maakt.
Wat hebben we bereikt?
- Door het aanbesteden en beheren van de openbaarvervoerconcessies waarvoor de provincie Zuid-Holland verantwoordelijk is, zorgen we ervoor dat het openbaar vervoer rijdt in de gebieden waar wij dit moeten doen volgens de wet. In alle concessies gelden randvoorwaarden en minimumeisen. Bijvoorbeeld over het bereikbaar houden van woonkernen, over bepaalde verbindingen, de betrouwbaarheid en over hoe vaak het openbaar vervoer rijdt. Een voorwaarde is ook dat voertuigen in uiterlijk 2030 geen uitstoot mogen hebben; het ‘emissievrij rijden’.
- In de concessies Zuid-Holland Noord en Hoeksche Waard Goeree-Overflakkee is het aanbod van openbaar vervoer toegenomen (bussen rijden vaker). De stedelijke en de landelijke gebieden zijn nu beter bereikbaar. Dat is waar reizigers behoefte aan hebben. Kernen met weinig inwoners hebben weer, of meer, openbaar vervoer.
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Algemeen
- We waren verantwoordelijk voor diverse vormen van openbaar vervoer: voor het stads- en streekvervoer per bus, voor de contracten voor openbaar vervoer over het water (Waterbus) en voor 2 regionale treindiensten, namelijk Dordrecht Geldermalsen (MerwedeLingelijn) en Gouda - Alphen aan den Rijn.
- De concessie Hoeksche Waard Goeree-Overflakkee is in 2024 gegund aan Transdev. Transdev was hiervoor Connexxion. De nieuwe concessie heeft een beter aanbod aan bussen, tijden en verbindingen. Ook worden alle bussen emissievrij.
- We maken een toekomstvisie voor al het openbaar vervoer in de provincie. Hiervoor zijn twee dingen nodig: een uitgebreid participatieproces en de verbinding met andere opgaven.
- In de concessies stuurden we bij wanneer er afwijkingen waren op het normale patroon. Bijvoorbeeld wanneer er meer of minder reizigers waren dan verwacht. Dit bijsturen gebeurde op dagelijkse basis. Het Transitieplan OV was hiervoor de basis.
Deelmobiliteit & publiek vervoer
- Voor toegankelijkheid van haltes is in 2024 maar één subsidie aangevraagd en verleend. Voor sociale veiligheid is een subsidie verleend aan de gemeente Gorinchem. Via de concessie droegen we bij aan ketenmobiliteit en deelfietsen. Ketenmobiliteit gaat over de totale reis met openbaar vervoer, inclusief het vervoer van en naar het station of halte.
- We werkten met andere overheden samen aan verder uitwerking van het nationale Toekomstbeeld OV 2040 en aan een agenda voor de verbetering van ov-knooppunten. Dit zijn plekken waar bus, tram, fiets, trein en auto samenkomen. Reizigers kunnen hier overstappen.
Goed en schoon regionaal openbaar vervoer
- In de concessies Zuid-Holland Noord en Hoeksche Waard Goeree-Overflakkee beloofden de vervoerders om vanaf de start van de concessie in 2024 alleen met uitstootvrije bussen te rijden. Door de vertraagde levering en het faillissement van fabrikant Van Hool startte de concessie Zuid-Holland Noord niet volledig met uitstootvrije bussen.
- Door kinderziektes zijn nog niet alle afgesproken hybride en elektrische waterbussen in 2024 in dienst genomen. Door kinderziektes rijden nog niet alle hybride en waterstofbussen daar waar we dat wel hebben afgesproken. In de concessie Hoeksche Waard Goeree-Overflakkee rijden 20 waterstofbussen.
Beleidsprestatie 2-1-3 Duurzaam en efficiënt goederenvervoer
Het vervoer van goederen dient zo efficiënt en schoon mogelijk plaats te vinden en bij te dragen aan de bereikbaarheid, economische ontwikkeling en leefbaarheid. Daarbij vindt de provincie het benutten van de verschillende modaliteiten weg, water, spoor en buisleidingen van groot belang. De provincie streeft naar een bewuste keuze en stimuleert meer vervoer per spoor en vervoer over water. En ook schoon vervoer zonder onnodige emissies. De provincie kijkt hierbij ook grensoverschrijdend naar internationale goederencorridors.
De provincie wil vervoersmodaliteiten en goederenstromen in samenhang met ruimtelijke ontwikkelingen organiseren en uitwerken, van stedelijke en regionale distributie tot multimodale (inter-) nationale goederencorridors.
Wat hebben we bereikt?
- We hebben samen met andere provincies, het Rijk en bedrijven gewerkt aan het zo efficiënt en schoon mogelijk laten plaatsvinden van goederenvervoer waarbij het benutten van de verschillende modaliteiten weg, water, spoor en buisleidingen van groot belang is geweest. Voorbeelden hiervan zijn de programma’s Topcorridors en de North Sea Baltic-corridor . We werkten internationaal samen met andere overheden, zoals Noordrijn-Westfalen en Vlaanderen en namen deel aan internationale beurzen gericht op logistiek en goederenvervoer zoals in Karlsruhe en Berlijn waarbij we kennis en ervaringen uitwisselden.
- In 2024 is in overleg met het Rijk voor circa € 20 miljoen aan nieuwe maatregelen op beide goederencorridors vastgesteld voor duurzaam goederenvervoer. Daarvan was € 6,5 miljoen voor het realisatiepact Rotterdam (zie Beleidsprestatie 2-1-4).
- Bij de Voorjaarsnota is budget beschikbaar gesteld voor een project om 20 kleinere binnenvaartschepen emissievrij te maken.
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Algemeen
- We werkten aan de verduurzaming van vervoersvormen en goederenstromen in samenhang met ruimtelijke ontwikkelingen. We legden verbanden tussen de opgaven en de Omgevingsagenda, de ruimtelijke puzzel en NOVEX . Het programma NOVEX geeft de kaders aan voor het leggen van de ruimtelijke puzzel in samenwerking met provincies, gemeenten en waterschappen.
- We dachten mee over een subsidieregeling vanuit het Rijk voor schone tank-, laad- of bunkerstations (ook wel ‘Clean Energy Hubs’ genoemd) voor de binnenvaart. In 2024 is afgesproken om in Barendrecht (Nieuw Reijerwaard) een truckparking te maken in combinatie met een schone tank-, laad-, of bunkerstation. We onderzochten de mogelijkheid om Nieuw Reijerwaard (Dutch Freshport) beter bereikbaar te maken via weg en spoor.
- Voor locaties in Alblasserdam, Nissewaard en Hoeksche waard, voerden we gesprekken om te bepalen of daar een truckparking kan komen.
- Samen met het havenbedrijf Rotterdam en met marktpartijen keken we naar mogelijkheden om schepen in de omgeving van Rotterdam emissievrij te maken.
- We keken welke lopende ontwikkelingen er zijn op het vlak van goederenvervoer in relatie tot ander ruimtegebruik. Het gaat bijvoorbeeld om parkeerplaatsen voor vrachtwagens (truckparkings) en locaties voor overslag van de weg naar binnenvaart.
- De kleine E-pusher (elektrische duwboot) vaart in stedelijk gebied. Rijkswaterstaat gebruikt de boot als inspectievaartuig. Samen met de stichting Metropolitan Hub System , waar de provincie partner van is, en bedrijven is nu ook een grote E-pusher ontwikkeld voor de regionale vaart.
- Het kan voor kleine schepen economisch niet verantwoord zijn om te investeren in de benodigde verduurzaming. Daarom keken we naar mogelijkheden om die schepen om te bouwen naar duwbakken. Die kunnen dan in combinatie met de E-pusher (elektrische duwboot) ingezet worden. We hebben een initiatief van marktpartijen uit de Drechtsteden mede mogelijk gemaakt. Dat initiatief moet leiden tot standaardoplossingen waarmee kleinere schepen emissievrij kunnen varen.
Inzet op digitalisering
In 2024 nam de Provincie deel aan de werkgroep Digitalisering (georganiseerd vanuit het Rijksprogramma Topcorridors ). We onderzochten hoe digitale ontwikkelingen kunnen bijdragen aan het efficiënter vervoeren van goederen. Denk bijvoorbeeld aan het digitaal betalen van havengelden, het delen van informatie over lading en het voorrang geven van transport van verse goederen bij verkeerslichten.
Versterken en veilig houden van goederencorridors
- Samen met de regiopartners stelden we een maatregelenpakket op vanwege het pauzeren van het Rijksproject A15 Papendrecht-Gorinchem. Het Rijk besloot in november om maar een beperkt budget beschikbaar te stellen. Een deel van het toegekende budget gaat naar de aanpassing van een kade in Alblasserdam. Hier komt een overslagpunt van vrachtwagens naar binnenvaart.
- We deden mee met een proefproject op de route tussen de havens van Rotterdam en Moerdijk. Uit de proef bleek dat het veel efficiënter is om buiten de spits te rijden met vracht. Ook werd duidelijk dat de overslag van goederen in Moerdijk naar weg, spoor en binnenvaart een efficiënte manier is om goederen naar het achterland te transporteren.
- We namen deel aan meerdere activiteiten gericht op nationaal en internationaal goederenvervoer. Specifieke focus lag daarbij op de grootste EU-goederenvervoer Corridor Rhine-Alpine .
- We droegen bij aan het Rijksproject Delta Rhine corridor , voor de aanleg van een buisleidingenbundel van Rotterdam naar Chemelot in Limburg en verder naar Noordrijn-Westfalen. Het gaat in dit project om duurzaam grondstoffentransport. Om de verduurzaming van de industrie te versnellen, besloot het kabinet in december om voorrang te geven aan waterstof- en CO 2 -infrastructuur. Twee zaken zijn uit het project gehaald: het gebruik van een herbruikbare buisleiding en het transport van ammoniak. Ze kunnen later alsnog gerealiseerd worden.
- Op initiatief van Noordrijn-Westfalen ondertekenden we samen met 80 andere partijen een document om het internationaal belang van de Rijn te benadrukken voor het vervoer van goederen.
- Samen met Noordrijn-Westfalen waren we 5 jaar lang coördinator voor de stimulering van het gebruik van waterstof in de binnenvaart (RH2INE). In 2024 nam kennis- en samenwerkingsplatform WaterstofNet de aansturing van ons over.
- Gedeputeerde Frederik Zevenbergen is benoemd tot vicevoorzitter van de Europese samenwerking voor het stimuleren van vervoer via water en spoor op de corridor van de Noordzee naar de Middellandse zee.
- Er zijn, met behulp van de provincie, verschillende projecten opgezet om de modal shift (overslag van vervoer over weg naar spoor of binnenvaart) te bereiken. Een voorbeeld hiervan is het transport van heesters per trein richting Polen vanuit het Westland. We werkten mee aan de voorbereiding om een trein met verse producten van Valencia naar Oslo te laten rijden.
- De Europese Commissie nam in 2024, mede op verzoek van ons, de steden Den Haag, Leiden, Dordrecht en Zoetermeer op in het Europese transportnetwerk. Dit biedt kansen voor deze steden én voor omliggende gemeenten; kansen om aan stedelijke en regionale plannen te werken om personenvervoer en goederenvervoer te verduurzamen.
Beleidsprestatie 2-1-4 Voorbereiding provinciale infrastructuurprojecten en infrastructuursubsidies (PZI)
Om ervoor te zorgen dat de provincie Zuid-Holland voor iedereen bereikbaar is en blijft op een duurzame en veilige manier legt de provincie ook nieuwe provinciale infrastructuur aan en verbetert bestaande provinciale infrastructuur. Of een infrastructurele ingreep passend en nodig is wordt bepaald door onderzoek te doen naar oorzaken en mogelijk maatregelen. Hierbij wordt integraal gekeken of lopen, fietsen, OV en deelvervoer ook een bijdrage aan de oplossing kunnen leveren. Daarnaast draagt de provincie bij aan projecten van anderen door middel van advisering en/of een financiële bijdrage. Verkeersveiligheid en duurzaamheid zijn standaard elementen in de voorbereiding van projecten.
Wat hebben we bereikt?
- We onderzochten bij verschillende infrastructuurprojecten uit het Programma Zuid-Hollandse Infrastructuur (PZI) 3 zaken: welke maatregelen zijn nuttig en mogelijk, welke maatregelen passen in de omgeving (effecten) en welke maatregelen passen bij de doelstellingen waaronder verkeersveiligheid en duurzaamheid.
- De provincie droeg bij aan projecten van andere overheden met subsidies en adviezen. In 2024 zijn 28 subsidieprojecten afgerond die zorgden voor een betere verkeersveiligheid, voor verkeersdoorstroming en voor fietspaden in Zuid-Holland. Het totaal aan vastgestelde subsidies is € 5,4 miljoen (gemiddeld 22% van totale projectkosten).
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Algemeen
In 2024 stelden we het PZI 2025-2039 op. Voor dat programma hebben we alle projecten in de voorbereidingsfase en de bijdragen aan projecten van anderen bijgewerkt.
Bijdragen aan (infrastructuur)projecten van anderen
- We hebben de Subsidieregeling Mobiliteit Zuid-Holland (SRM) aangepast. We toetsen voor de start van een project of het past binnen de provinciale doelstellingen en of het op tijd klaar kan zijn. Deze aanpassing deden we in goed overleg met de regio’s en gemeenten (de aanvragers) gedaan.
- We werkten mee aan de verkenning Oude Lijn (Meerjarenprogramma Infrastructuur Ruimte en Transport). We keken vooral naar de mogelijkheden voor verbetering van de stationsgebieden Leiden Centraal en Dordrecht.
- We hebben inhoudelijk bijgedragen aan Rijksinfrastructuurprojecten, zoals de:
We keken naar de effecten op het provinciale wegennet, milieu, omgeving, enzovoorts.
- Het Rijk pauzeerde de A4 Haaglanden-N14 en de A15 Papendrecht Gorinchem. Daarom voerden we samen met gemeenten en de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) overleg met het Rijk over de consequenties en alternatieve maatregelen. Dit overleg is daarna uitgebreid tot op landelijk niveau. Alle overgebleven rijksmiddelen van de 17 gepauzeerde projecten in Nederland zijn samengebracht in één budget. Daaruit is onder andere € 35 miljoen (inclusief btw) voor de Harnaschknoop (aansluiting A4/N211) toegekend (onderdeel van de N211 Wippolderlaan, zie Beleidsprestatie 2-1-5). Het resterende landelijke budget (€ 290 miljoen inclusief btw) is nog niet toegekend.
- Bij de A15 Suurhoffbrug was geen bijdrage van de provincie nodig.
- In het kader van de Uitvoeringsagenda ‘Samen verder fietsen’ is in totaal € 5,9 miljoen aan subsidie verstrekt voor fietsprojecten van gemeenten, waterschappen en ProRail. Ook ondersteunden we met kennis en advies bij de realisatie van doorfietsroutes zoals Rotterdam-Gouda, Rotterdam-Krimpenerwaard en Sliedrecht-Gorinchem.
Voorbereiding aanleg en verbetering van provinciale infrastructuur
- We werkten met andere wegbeheerders samen om verkeersonveilige infrastructuur aan te pakken. Bij aanleg en verbetering van de infrastructuur is altijd veel aandacht voor verkeersveiligheid. Er is daarom maar een beperkt aantal projecten in voorbereiding voor alleen veiliger verkeer. De projecten in de verkenningsfase hebben de algemeen bekende richtlijnen voor een duurzaam veilig gebruikt.
- De verkenning Bus Rapid Transit (BRT) is afgerond. Het project kan nu naar de uitvoeringsfase. Dit project combineert de snelheid en capaciteit van een metro met de flexibiliteit, lagere kosten en eenvoud van een bus.
- Bij de vaststelling van het PZI 2025-2039 in november hebben PS extra investeringsmiddelen beschikbaar gesteld voor projecten rotonde N209 Heerewegh en Parallelweg N217. Voorafgaand hieraan zijn bestuurlijke afspraken gemaakt over extra financiële bijdragen van gemeenten.
- Er is overeenstemming met de gemeenten en Rijkswaterstaat voor de Algeracorridor. De overeenstemming gaat over het uit te voeren maatregelenpakket en de financiering hiervan. In het Westland hebben we verder gewerkt aan het onderzoek naar de bereikbaarheid in het kader van de Greenport 3.0 maar deze is nog niet klaar. Om het Westland bereikbaar te houden, is een ding wel duidelijk. We moeten kijken naar andere manieren van vervoer en naar andere tijden waarop dat vervoer plaatsvindt.
- Het gebiedsprogramma Mobiliteit en Verstedelijking (MOVE), waar wij aan deelnamen, is gestart met een nieuwe strategie voor vervoer. Het gaat over wegen, fietspaden, logistiek en openbaar vervoer.
- We zijn gestart met de PZI-verkenning voor het Realisatiepact Rotterdam. We hebben samen met het Rijk en het Havenbedrijf Rotterdam € 6,5 miljoen gereserveerd voor dit project. Het project is gericht op goederenvervoer en de logistiek van verse producten. We werken maatregelen uit voor schone tank-, laad-, of bunkerstations, modal shift (van weg naar spoor en binnenvaart), parkeerplaatsen voor vrachtwagens en digitalisering.
- Andere projecten die in voorbereiding (initiatief of verkenningsfase) waren:
- Verkenning Halteverbeterplan 2022-2030. In 2024 zijn veel maatregelen voorbereid waarmee we de Zuid-Hollandse bushaltes laten voldoen aan de wettelijke eisen van toegankelijkheid.
- Vervanging Concordiabrug. De verkenning is klaar. We bereiden het uitvoeringsbesluit voor.
- Verbinding N208-A44 . In 2024 startte het onderzoek, we hebben een aantal varianten uitgewerkt.
- Verkeersveiligheidsmaatregelen N214. De verkenning is klaar en het uitvoeringsbesluit is genomen.
- Beter Bereikbaar Gouwe. Samen met de gemeente hebben we twee doorfietsroutes (Gouda-Bodegraven en Gouda-Alphen aan den Rijn) voorbereid en op delen uitgevoerd.
Beleidsprestatie 2-1-5 Realisatie provinciale infrastructuurprojecten (PZI)
Om de bereikbaarheid op peil te houden legt de provincie ook nieuwe infrastructuur aan of verbetert bestaande infrastructuur. Deze projecten worden gerealiseerd op basis van een besluit waarin de inhoudelijke scope, planning en het financieel kader zijn vastgelegd.
Wat hebben we bereikt?
We legden nieuwe infrastructuur aan of verbeterden bestaande infrastructuur. Dit deden we om de bereikbaarheid binnen de provincie op peil te houden. Deze projecten voerden we uit op basis van een besluit waarin we de inhoudelijke scope, de planning en het financieel kader bepaalden.
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Algemeen
- In 2024 stelden we het PZI 2025-2039 op. Voor dat programma hebben we alle projecten in de uitvoeringsfase bijgewerkt.
- We werkten aan verschillende provinciale infrastructuurprojecten volgens de richtlijnen Duurzaam Veilig. Met deze projecten verbeterden we de bereikbaarheid en de verkeersveiligheid en maakten we ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk. We hielden hierbij waar mogelijk rekening met andere provinciale doelstellingen.
- De provincie legt zelf geen zonnefietspad meer aan. We waren wel betrokken bij de monitoring van zonnefietspaden in de provincies Noord-Holland en Noord-Brabant.
Realisatie aanleg en verbetering van provinciale infrastructuur
- We stimuleerden het fietsgebruik met een project uit de uitvoeringsagenda ‘Samen verder fietsen’ waarbij een provinciaal fietspad is verbeterd.
- Ook in 2024 vervingen we een deel van de verkeersregelinstallaties. De installaties zijn vervangen door intelligentie installaties.
- We gingen verder met het vervangen van het dynamisch reizigersinformatiesysteem op de bushaltes. Dit project is nog niet klaar omdat niet alle panelen op tijd werden geleverd.
- Voor het opwekken van energie plaatsten we op de N451 nabij Waddinxveen een geluidscherm met geïntegreerde zonnepanelen.
- Andere projecten die zijn afgerond in 2024:
- RijnlandRoute. Voor de N434 en Tjalmaweg is gewerkt aan de financiële afronding. De Europaweg is aanbesteed.
- Kruising N214/N216 . Dit project is in de planning gekoppeld aan verkeersveiligheidsmaatregelen N214 (zie Beleidsprestatie 2-1.4).
- N207 Zuid . Het Provinciaal Inpassingsplan is in 2024 aangevuld met onderzoeken.
- N211 Wippolderlaan . De eerste werkzaamheden zijn gestart.
- Ontwikkeling buscorridors Noordwijk (Duin-Bollenstreek) – Schiphol.
- R-net Rotterdam – Oud-Beijerland .
- Verbreding Delftse Schie inclusief de verplaatsing van loswal/ligplaatsen . In 2024 sloten we een nieuwe overeenkomst met de gemeente Delft.
- HOV Leiden Centraal – Noordwijk . De aanleg van de busbaan is in 2024 gestart.
Beleidsprestatie 2-1-6 Duurzame, stille en nieuwe luchtvaart
De zogenaamde kleine- en recreatieve luchtvaart kan (geluid)overlast geven of tot verstoring van natuur leiden. De provincie gaat over de locaties waar luchtvaart mag starten en landen, met uitzondering van Rotterdam The Hague Airport, en de provincie kan daarvoor regels opstellen. De provincie gaat niet over waar en hoe er gevlogen wordt; dit valt onder de bevoegdheid van het Rijk.
De provincie wil hiernaast dat de overlast van Schiphol en Rotterdam The Hague Airport (RTHA) zoveel mogelijk beperkt wordt. Dit gaat om geluidhinder, uitstoot van (ultra)fijnstof, stikstof en CO 2 . Tegelijkertijd wil de provincie dat Schiphol zijn positie als belangrijke internationale luchthaven kan behouden en zijn netwerk van internationale verbindingen kan versterken. Voor RTHA wil de provincie dat de luchthaven zijn positie als zakelijke luchthaven kan behouden.
De provincie oefent invloed uit op de besluitvorming door de minister van Infrastructuur en Water- staat (I&W) en de Tweede Kamer over de toekomstige ontwikkeling van beide luchthavens. Voor Schiphol gaat dit via de Bestuurlijke Regie Schiphol (BRS; een samenwerkingsverband van vier provincies en een veertigtal gemeenten rondom Schiphol) en bij RTHA via de Bestuurlijke Regiegroep RTHA (BRR; een samenwerkingsverband van de provincie en drie gemeenten).
De provincie wil dat binnen de geluidcontouren rondom Schiphol en RTHA terughoudend wordt omgegaan met nieuwe woningbouw om nieuwe geluidgehinderden zoveel mogelijk te voorkomen. Echter binnen de regels wil de provincie dat kleinschalige woningbouw mogelijk moet kunnen zijn indien dit de ruimtelijke kwaliteit en leefbaarheid ten goede komt. Daartoe heeft de provincie regels gesteld in de Omgevingsverordening.
Wat hebben we bereikt?
We hebben de uitvoering van het beleid 'Kleine en recreatieve luchtvaart’ bij de Decentrale Milieudienst Rijnmond (DCMR) belegd zodat de handhaving met betrekking tot (geluid)overlast goed geborgd is.
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Algemeen
- Wij hebben intensief contact gehad met de omwonenden rond de luchthaven Rotterdam The Hague Airport over bijvoorbeeld geluidhinder.
- We hebben het Rijk geadviseerd bij het opstellen van een nieuw luchthavenverkeersbesluit Schiphol en luchthavenbesluit Rotterdam The Hague Airport. Deze besluiten zijn nog niet genomen. We werkten hiervoor nauw samen met gemeenten en met bewoners van de omgeving van de luchthavens om ons advies hiervoor te bepalen.
- We werken nieuw luchtvaartbeleid uit. We begonnen met een evaluatie van het bestaande beleid. De brede maatschappelijke effecten nemen we hierin mee.
- De provincie sloot in 2024 aan bij verschillende kennisnetwerken. Deelnemers aan deze netwerken zijn gemeenten, provincies, het Rijk, de luchtvaartsector en hulpdiensten. Onder meer via deze netwerken leerden we in 2024 over nieuwe inzichten op het gebied van drones. Meer kennis kregen we ook via het Drone testcentrum Unmanned Valley bij Valkenburg.