Beleid
Provinciale Staten (PS) hebben het beleidskader voor verbonden partijen vastgelegd in paragraaf 4.6 van de Financiële verordening provincie Zuid-Holland 2021. Paragraaf 4.6 bevat het kader dat PS aan Gedeputeerde Staten (GS) meegeven voor:
- de beleidsuitgangspunten en de controlekaders;
- het aangaan, wijzigen en beëindigen van een deelneming in een andere publieke of private rechtspersoon;
- de provinciale vertegenwoordiging in verbonden partijen;
- het beheer van verbonden partijen.
PS worden, volgens afspraak, als volgt geïnformeerd:
- Eens per jaar in mei/juni bieden GS een analyse aan van de jaarrekeningen en de zienswijze op de begrotingen van alle publieke verbonden partijen volgens een afgesproken format. Om deze vooraf te bespreken wordt een technische sessie georganiseerd voor de Statenleden, waarin de publieke verbonden partijen verder kunnen worden toegelicht.
- Eens per jaar in september/oktober wordt het onderwerp private verbonden partijen in al zijn facetten geagendeerd en middels een technische sessie inhoudelijk behandeld. De Statenleden worden hiervoor uitgenodigd. GS bieden PS tevens de analyse jaarrekeningen van de private verbonden partijen aan.
Wat hebben we bereikt in 2024 en wat willen we bereiken in 2025?
Hieronder zijn de belangrijkste ontwikkelingen bij de provinciale verbonden partijen kort benoemd.
Regionale Ontwikkelingsmaatschappij InnovationQuarter B.V. (IQ)
- In 2023 heeft een werkgroep bestaande uit vertegenwoordigers van een aantal ROM’s, het Ministerie van EZ en een aantal provincies, w.o. PZH, een proces doorlopen om de landelijke aandeelhoudersinstructie van de ROM’s uit 2017 te updaten. Inmiddels is een gewijzigde aandeelhoudersinstructie inclusief een ROM-specifiek deel door de AvA van IQ per 23 mei 2024 vastgesteld en met terugwerkende kracht per 1-1 2024 in werking getreden;
- Met IQ hebben in 2023 vervolggesprekken plaatsgevonden over de huidige aard en omvang van de exploitatiebijdrage inclusief subsidies en ontwikkeling van de (investering)portefeuille. Het gaat daarbij om het mogen toepassen van een indexatie voor de bijdragen. Deze gesprekken hebben in 2024 een vervolg gekregen en vormen voorlopig een onderwerp die op de AvA agenda zal blijven terugkeren;
- In 2024 heeft de Randstedelijk Rekenkamer op verzoek van de Randstedelijke provincie Flevoland een algemeen onderzoek ingesteld naar de manier waarop de relatie tussen de Randstedelijke provincies en hun ROM’s (waaronder IQ) is vormgegeven. Hieraan heeft PZH medewerking verleend. Een definitief rapport met aanbevelingen wordt in Q2 2025 verwacht.
Regionale Ontwikkelingsmaatschappij Drechtsteden (ROM-D)
- In het werkgebied van de ROM-D heeft Netbeheerder Stedin op 5 december 2024 aangekondigd dat het gehele eiland van Dordrecht tot netcongestiegebied is benoemd. Dit betekent dat vanwege de grote waarschijnlijkheid van overbelasting van het stroomnet tot nader order wellicht pas in 2029 nieuwe (grote) aansluitingen kunnen worden gerealiseerd. Met Stedin wordt door de ROM-D gesproken over alternatieve mogelijkheden om de nog beschikbare percelen binnen de ROM-D voor die tijd tot ontwikkeling te laten komen. Over de (on)mogelijkheden zal in 2025 meer duidelijkheid komen;
- Het voorgaande heeft tot gevolg dat mogelijk een (beperkt) deel van de nog resterende percelen van de Regionale ontwikkelingsmaatschappij Drechtsteden ROM-D Kil III C.V. dit jaar nog niet verkocht kunnen worden. Daardoor zal deze C.V. nog niet zoals eerder veronderstelt dit jaar worden geliquideerd.
- Wanneer dat wel kan gebeuren, is onderwerp van gesprek. Vanwege deze vertraagde liquidatie is het de verwachting dat binnen de ROM-D zal worden besloten om dit jaar tot een gedeeltelijke (winst)uitkering van de ROM-D Kil III C.V. over te gaan;
- Voor wat betreft de specifieke ontwikkelingen bij de ROM-D projecten C.V. kan worden opgemerkt dat in 2024 een positief besluit is genomen over het inbrengen van een nieuw grootschalig project gekoppeld aan de (her)ontwikkeling van het voormalige Peute terrein gelegen in het gebied van de tweede Merwedehaven. Voorafgaande aan deze besluitvorming hebben de aandeelhouders ingestemd met een aantal specifieke (financiële) randvoorwaarden die ook leidend zijn voor de acceptatie van in de toekomst aanvullend in te brengen projecten;
- Naar verwachting zal in de loop van 2025 besluitvorming plaatsvinden over het inbrengen van het eerstvolgende nieuwe project gekoppeld aan het voormalige voorterrein van de PROAV gelegen in het gebied van de derde Merwedehaven. De realisatie van dit project is mogelijk mits daarvoor voldoende additionele middelen ter beschikking kunnen worden gesteld door de ROM-D Capital B.V. Dit is mogelijk onder het voorbehoud dat het aandeel in de (te verwachten) gedeeltelijke winstuitkering uit de ROM-D Kil III C.V. tijdig aan de (belangrijkste) vennoot ROM-D Capital B.V. wordt overgemaakt. In dat geval beschikt de ROM-D Capital B.V. over voldoende liquide middelen om ook dit nieuwe project te gaan financieren. Dit onder de gebruikelijke voorwaarde dat de aandeelhouders van de ROM-D Capital B.V. binnen de gestelde (financiële) randvoorwaarden met het formeel inbrengen daarvan hebben ingestemd.
PROAV
- De afwerking en inrichting van de voormalige stortplaats Derde Merwedehaven is afgerond. Eind 2024 heeft PROAV een deel van het terrein, het bedrijventerrein aan de kade met bedrijfsbestemming, verkocht en overgedragen aan de gemeente Dordrecht;
- Op deze voormalige stortplaats is een recreatiegebied aangelegd, dat na de formele sluiting zal worden verhuurd aan de gemeente Dordrecht. De formele afbouw is medio 2024 afgerond;
- PROAV heeft daarmee rekening houdende eind 2024 een gedeelte van hun gronden (zijnde het Kade terrein) verkocht en overgedragen aan de gemeente Dordrecht. Met de opbrengst van deze verkoop is de lening van Fonds Nazorg eveneens eind 2024 afgelost;
- De middelen ten behoeve van de nazorg van de afvalberging zijn in het verleden opgebracht door de exploitant Derde Merwedehaven B.V. Deze middelen zijn gestort in het provinciaal Nazorgfonds. De kosten van de eeuwigdurende nazorg worden betaald uit het Fonds Nazorg. Vooralsnog is de verwachting dat het reeds gestorte bedrag afdoende zal zijn ter afdekking van de eeuwigdurende nazorg. Medio 2025 ontstaat hierover meer duidelijkheid;
- Nadat de afvalberging formeel is gesloten en de eeuwigdurende nazorg is overgedragen aan de provincie als bevoegd gezag, kan het Afbouwbedrijf budgetneutraal worden ontmanteld;
- Op basis van het voorgaande zijn de vooruitzichten dat de provincie als aandeelhouder PROAV geen reserve of voorziening hoeft te gaan vormen. Het risico op een negatieve stille reserve wordt op nul ingeschat.
Ontwikkelingsmaatschappij het Nieuwe Westland (ONW C.V.)
Voor wat betreft CV Ontwikkelingsmaatschappij het Nieuwe Westland ONW C.V. zal ook in 2025 over het toekomstperspectief van de provincie in dit samenwerkingsverband worden nagedacht. GS zullen hierbij worden betrokken.
Energie-Innovatiefonds B.V. (ENERGIIQ)
- In 2024 is het fonds ENERGIIQ en het over het fonds gevoerde fondsmanagement (dat door IQ wordt gedaan) periodiek geëvalueerd zoals de door PS vastgestelde Investeringsstrategie wordt voorgeschreven. Het evaluatierapport is eind november 2024 opgeleverd en begin februari 2025 in GS aan de orde gekomen.
- In het evaluatierapport wordt er op aangedrongen de kwaliteit van de managementrapportages (w.o. ter zake impactmeting en het aangeven/duiden of- en hoe de beleidsdoelstellingen worden gerealiseerd) te verbeteren en de personele bezetting van het fondsbeheer op orde te brengen;
- Het fonds heeft in 2024 geen nieuwe investeringen gedaan, het fondsvermogen is uitgezet/gecommitteerd. Daarmee is het in de beheerfase gegaan. De fondsbeheerder verwacht op termijn een financieel positief fonds resultaat. Dit is echter wel met een onzekerheidsmarge omdat fondsinvesteren risico vol is en een langer termijn karakter heeft.
- Daarnaast beveelt het evaluatierapport aan om de beleidsmatige en financiële gevolgen van de verschillende handelingsperspectieven van het fonds (t.w. stoppen op korte termijn, stoppen op middellange termijn, stoppen na einde van de looptijd van het fonds (15 jaar), of de looptijd van het fonds te verlengen) in kaart te laten brengen en vervolgens een keuze te maken over de verdere toekomst van het fonds. GS hebben IQ reeds verzocht deze verschillende handelingsperspectieven nader uit te werken om vervolgens daarover het gesprek te kunnen voeren met IQ en PS. Het evaluatierapport is half maart 2025 naar PS toegestuurd.
- In 2025 verwachten we keuzes te maken over deze handelingsstrategieën en de richting te bepalen voor het toekomstperspectief.
Gemeenschappelijke regeling Grondbank RZG Zuidplas (Grondbank)
- In 2021 is er een principeovereenkomst gesloten tussen de Grondbank en de gemeente Zuidplas over de overname van de gronden gehouden door de Grondbank. Bij het definitief worden van het omgevingsplan vindt de nadere uitvoering van eerder gemelde principeovereenkomst plaats en de afwikkeling hiervan. Dit zal tevens leiden tot beëindiging van de GR de Grondbank. Dit is van rechtswege 1-1-2025. Zoals hiervoor reeds aan de orde is gekomen, is de GR met 10 jaar verlengd tot 1-1-2035;
- De gemeente Zuidplas heeft in mei 2023 aangegeven niet bij machte te zijn om vóór 31 december 2024 alle gronden in één keer over te nemen doch gefaseerd. Hierdoor is een nieuwe situatie ontstaan. Verlenging van de Grondbank leidt op de korte termijn tot de minste financiële gevolgen. Hierdoor blijft een budget neutrale oplossing mogelijk. GS hebben afgesproken het risicoprofiel van de Grondbank te zullen herijken ter gelegenheid van de provinciale jaarrekening 2024 (maart/april 2025). Begin 2023 is een Wijziging op de Koopovereenkomst 2021 met de gemeente Zuidplas overeengekomen. Zowel de opschortende voorwaarden in de Koopovereenkomst als in de Wijziging op de Koopovereenkomst zijn nadien verlengd in afwachting van de uitkomsten van een vervolgonderzoek over de uitvoerbaarheid van de plannen;
- De financiële uitvoerbaarheid van de plannen van de Grondbank om 8.000 woningen en twee bedrijfsterreinen te realiseren is nog niet duidelijk en blijft daardoor vooralsnog onzeker. PZH loopt als 40% deelnemer in de Grondbank een aanzienlijk financieel risico als voornoemde gebiedsontwikkeling niet wordt gerealiseerd en de gronden van de Grondbank tegen agrarische waarde moeten worden verkocht;
- Op verzoek van Minister Keijzer is de heer Kuijken recentelijk gestart met een vervolgproces gericht op het mitigeren van de belangrijkste risico’s en het oplossen van de bijbehorende lastige puzzels. Op dat vlak bestaan een aantal uitdagingen gekoppeld aan de waterhuishoudkundige planvorming en de mobiliteitsverwachtingen/effecten van de te realiseren woningbouw op het (hoofd)wegennet;
- Doel van dit lopende traject (afronding juni 2025) is te komen tot één of twee bestuursovereenkomst(en) op genoemde terreinen water en mobiliteit waarin tevens de (financiële) uitvoerbaarheid van de ontwikkeling geborgd is.
Gemeenschappelijke regeling Wegschap Tunnel Dordtse Kil (Wegschap)
- Om de realisatie en de instandhouding van de tunnel mogelijk te maken is in het verleden noodzakelijk geweest om naast de tolheffing voor alle passages door de Kiltunnel ook een (forse) jaarlijkse bijdrage aan de drie deelnemers te vragen. Over een periode van bijna 40 jaar gaat het om meer dan € 100 mln. Inmiddels is deze jaarlijkse bijdrage nihil. Dit vanwege de voldoende solide financiële situatie op dit moment;
- De toltarieven zijn vanaf 2011 niet meer aangepast. Dit terwijl de reguliere kosten wel zijn gestegen. Daarmee rekening gehouden zijn de tarieven sindsdien in relatieve zin met ongeveer 30% gedaald;
- Mede op basis van de huidige financiële situatie heeft het bestuur aangegeven een stabiele bedrijfsvoering zeer belangrijk te vinden en om die reden de huidige tarieven te willen handhaven. Daarbij geeft men aan de tarieven de komende periode niet te verlagen maar deze ook nadrukkelijk niet te willen verhogen;
- De gewijzigde GR dient nog te worden voorgelegd aan raden en Staten. De toezichthouder is op de hoogte gehouden van de voortgang van de te wijzigen GR. Dit hing nog mede af van de status van de in de GR genoemde Stichting Tunnel Dordtse Kil.
Gemeenschappelijke regelingen van de vijf Zuid-Hollandse Omgevingsdiensten
- Op initiatief van de provincie werken de Zuid-Hollandse omgevingsdiensten vanaf 2021 aan hun toekomstbestendigheid en intensievere samenwerking. In 2024 is vanuit gemeenten en de provincie een bestuurlijke vervolgopdracht gegeven voor deze doorontwikkeling en samenwerking. De vijf diensten hebben een lange termijnvisie en een samenwerkingsprogramma opgesteld die zijn gedeeld met provinciale staten. In het kader daarvan hebben de omgevingsdiensten onder meer een Visie- en Strategiedocument vastgesteld met onderstaande stip op de horizon:
- “Over vijf jaar werken de Zuid-Hollandse omgevingsdiensten structureel samen. Ze functioneren als het ware als één dienst voor Zuid-Holland, maar met behoud van de eigen identiteit, cultuur en structuur, inclusief de bestuurlijke aanhaking. We werken structureel samen op prioritaire thema’s, met duidelijk vastgelegde afspraken en een gezamenlijke focus op kwaliteit en innovatie.”
- GS hebben op 26 november 2024 de provinciale kaderbrieven voor de begrotingen 2026 van de vijf omgevingsdiensten vastgesteld. Hierin wordt in het geval van de omgevingsdiensten benadrukt dat eventuele (gemeentelijke) besparingen als gevolg van het door gemeenten genoemde Ravijnjaar 2026 niet ten koste mogen gaan van de minimale vereisten en de kwaliteit van de dienstverlening.
Wijziging van de Wet gemeenschappelijke regelingen
Wijziging Wgr; de Wet gemeenschappelijke regeling (Wgr) is per juli 2022 gewijzigd en er is een aantal instrumenten toegevoegd waarover afspraken in de gemeenschappelijke regelingen (GR-en) moeten worden gemaakt. De wijziging heeft tot doel de democratische legitimatie van gemeenschappelijke regelingen en de kaderstellende en controlerende rol van de gemeenteraden en PS in relatie tot GR-en te versterken. In 2024 zijn van vijf gemeenschappelijke regelingen de regelingen geactualiseerd en vastgesteld. Verwachting is dat in de loop van 2025 de (laatste) twee gemeenschappelijke regelingen ook zullen worden vastgesteld.