Het beleidsdoel Energietransitie is vastgesteld in het omgevingsbeleid. De uitwerking van dit beleidsdoel vind je via deze link .
Beleidsprestatie 3-1-1 Duurzame opwek elektriciteit
We werken samen met onze RES-partners en houden ons aan de gemaakte afspraken om in 2030 6,3 tot 6,8 TWh voor Zuid-Holland te realiseren met grootschalige zon- en windenergie. Deze afspraken zijn gemaakt in 7 Zuid-Hollandse RES’en (Regionale Energiestrategieën) opgesteld en door Provinciale Staten, 51 gemeenteraden en 5 verenigde vergaderingen van waterschappen vastgesteld;
- Om duurzame elektriciteit op te wekken stimuleren wij allereerst zonnepanelen op daken, bedrijventerreinen en bedrijfspanden. We stimuleren bedrijven en coöperaties om zonnepanelen te plaatsen volgens de zonneladder, waarbij we inzetten op meervoudig ruimtegebruik;
- Voor windenergie willen we de zoekgebieden in de RES uitwerken naar concrete zoeklocaties en deze tot realisatie te brengen, desnoods met inzet van het provinciaal instrumentarium;
We streven naar heldere en navolgbare besluitvormingsprocessen zodat inwoners en andere betrokkenen kunnen meepraten en meedenken over en meewerken aan de realisatie van de duurzame opwek elektriciteit.
Wat hebben we bereikt?
Regionale Energiestrategieën (RES’en)
Sinds de ondertekening van het Klimaatakkoord in 2019 gaven we de energietransitie vorm in zeven Regionale Energiestrategieën in Zuid-Holland (RES’en). In 2024 is er in de RES-regio's veel werk verricht. Samen met andere overheden in de RES hebben we participatieprocessen voorbereid en uitgevoerd, bijvoorbeeld door het organiseren van inspraakavonden. Zo hebben we perspectieven (of: meningen, inzichten, kennis) van de omgeving kunnen meenemen in onze plan- en besluitvorming. Tegelijkertijd bleek dat verschillende RES’en nog achterlopen op het behalen van hun doelstellingen. Dat geldt voor elektriciteitsproductie en voor warmtetransitie.
Wind- en zonne-energie
In 2024 zetten we belangrijke stappen in de uitrol van wind- en zonne-energie in Zuid-Holland. Met onze subsidieregelingen en partnerschappen ondersteunden we veel verschillende zonne-energieprojecten op daken. We hielpen scholen, bedrijventerreinen en andere eigenaren van grote daken. Ook adviseerden we gemeenten hoe ze zonnedakprojecten beter konden stimuleren. We richtten ons daarnaast op een betere ruimtelijke inpassing van zonnevelden, wat resulteerde in de succesvolle installatie en planning van zonnepanelen op verschillende locaties in de provincie. In 2024 werd in Zuid-Holland 24,8 MW aan nieuwe windenergie op land gerealiseerd. Dit werd onder andere bereikt door de bouw van windpark Oude Mol in de gemeente Hoeksche Waard, een project waarbij de oude windturbines van het voormalige windpark Clothildis werden vervangen en nieuwere typen. Het oude park bestond uit zes turbines met een totaal vermogen van 4,8 MW. Een megawatt (MW) is een eenheid voor vermogen en staat gelijk aan één miljoen watt. Deze maat wordt vaak gebruikt om het vermogen van grote energieopwekkingsinstallaties, zoals windturbines of elektriciteitscentrales, aan te duiden. Met 24,8 MW aan windvermogen kunnen jaarlijks gemiddeld tussen de 49.600 en 74.400 huishoudens van elektriciteit worden voorzien. Naast de uitbreiding van windenergie ondersteunden we gemeenten bij de vergunningverlening voor windparken en het opstellen van lokale normen.
Ervaringen met windprojecten
In de Rotterdamse regio ontstond vertraging bij drie zogeheten pijplijnprojecten voor windenergie. Naarmate windprojecten concreter worden, blijkt het moeilijk in gemeenteraden steun te vinden voor een positief besluit over een vergunning. De provincie heeft beroep aangetekend tegen de weigering van twee gemeenten om een omgevingsvergunning te verlenen voor een windpark.
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Realiseren van windenergie
- We ondersteunden gemeenten bij het starten van onderzoeken en van participatietrajecten voor windenergielocaties;
- Voor de windlocatie in de gemeente Lansingerland zijn we een formele projectbesluitprocedure begonnen en processen gestart om zelf meer regie te krijgen op de inpassing en vergunningverlening. Een projectbesluit is een officieel besluit waarin belangrijke goedkeuringen en besluiten met betrekking tot een project worden vastgelegd. Het heeft betrekking op de verdere uitvoering van het project, zoals de inpassing van de windlocatie en de benodigde vergunningen. Dit besluit biedt duidelijkheid en richting voor de vervolgstappen in het project;
- We wisselden kennis en ervaringen uit met de partners binnen het convenant Windenergie van de Rotterdamse regio. De gesprekken gingen vooral over voortgang en uitdagingen;
- We hebben verder onderzoek gedaan naar de ruimtelijke en ecologische impact van kleinere windmolens, de zogenaamde boerenerfmolens, in het landelijk gebied. Dit onderzoek draagt bij aan de Herziening 2025 van het provinciale omgevingsbeleid, waarin duidelijk moet worden of een verruiming van het beleid mogelijk is en onder welke voorwaarden. Hiermee willen we de voorwaarden vaststellen voor het gebruik van boerenerfmolens in het buitengebied;
- We stelden een subsidieregeling open voor exploitanten van windparken. Met de subsidie kunnen zij zogeheten ‘naderingsdetectie voor vliegtuigen’ op windturbines installeren. Dat betekent dat er technologie wordt ingezet om vliegtuigen te detecteren die zich in de buurt van de windturbines bevinden, zodat tijdig gewaarschuwd kan worden voor mogelijke risico’s of botsingen. De hinder van de rode nachtverlichting wordt daarmee een stuk kleiner. De subsidie houdt in een cofinanciering van 40% van de totale investering.
- Samen met het Rijk en andere provincies werken we aan verschillende gezamenlijke initiatieven. In IPO-verband gaven we een reactie op de landelijke ontwerpnormen voor windturbines. En we werkten intensief samen bij vraagstukken over windenergie en gezondheid in 2024.
Realiseren van zonne-energie
- We gaven subsidie aan ruim 40 projecten via de regeling Zonnig Zuid-Holland, goed voor 7670 kWp opwekvermogen;
- Samen met Stichting Schooldakrevolutie hielpen we vier scholen met advies en installatie van zonnepanelen;
- Via de regeling Verduurzaming Bedrijventerreinen zijn op verschillende daken op bedrijventerreinen zonnepanelen geplaatst;
- Door het toevoegen van de zonneladder in het provinciale omgevingsbeleid hebben we meer grip gekregen op de realisatie van zonnevelden en de ruimtelijke inpassing daarvan. De zonneladder biedt een stapsgewijze benadering voor het ontwikkelen van zonne-energie. Deze ladder stelt eerst voor om zonne-energie te realiseren op daken of al bestaande gebouwen, gevolgd door niet-agrarische gronden. Pas als deze opties zijn uitgeput, kan de ontwikkeling van zonnevelden op landbouwgrond in overweging worden genomen. Dit helpt bij het zo goed mogelijk benutten van ruimte en het waarborgen van een goede ruimtelijke ordening;
- We onderzoeken of het mogelijk is om langs vier rijkswegen (A15-A38, N11-A4, A12 en A20) duurzame energie op te wekken, vooral van de zon. Dit doen we met een Omgevingseffect Rapport (OER). De voorverkenningsfase van de rijksweg A15 is klaar. Het project A4-A13 staat op pauze vanwege het besluit rondom de wegverbreding A4 Haaglanden.
Ruimte en landschap in de energietransitie/RES
In verschillende RES-regio’s is gewerkt aan de verdere uitwerking van de zoekgebieden uit RES 1.0, met aandacht voor de bestaande landschappelijke waarden en kenmerken. Zo heeft in de Drechtsteden een intensief afstemmingsproces met de regio plaatsgevonden voor meerdere zonneparken. Dit heeft geresulteerd in landschappelijk goed ingepaste parken en succesvolle vergunningaanvragen. In Midden-Holland zijn de landschappelijke kwaliteiten als uitgangspunt genomen voor het Programma Zon op Veld, waardoor al in een vroeg stadium is gewaarborgd dat deze waarden zorgvuldig worden meegewogen. In Holland Rijnland is een eerste verkenning gestart naar de ruimtelijke en landschappelijke randvoorwaarden voor de inpassing van windenergie. In dit proces wordt ook de provinciale plaatsingsvisie voor windenergie herzien.
Samenwerken aan regionale energiestrategieën
- We hebben aan de RES’en bijgedragen door inzet van kennis en het uitwisselen van kennis binnen ons netwerk;
- Energieboswachters zijn vrijwilligers die de impact van energieprojecten op de natuur met de gemeenten en projectontwikkelaars bespreken. Wij zorgden ervoor dat twintig energieboswachters werden opgeleid in 2024;
- Samen met onze RES-partners hebben we de participatie binnen de RES’en georganiseerd. Zo hebben we RES Midden-Holland geholpen bij het opstellen van een participatieplan. Dit plan vormt de basis voor hun regionale omgevingsprogramma ‘Zon op veld’;
- We vroegen aan gemeenten in RES Holland Rijnland, RES Midden-Holland en RES Drechtsteden om locaties te noemen die geschikt kunnen zijn voor de realisatie van windenergie. De voorkeuren van gemeenten nemen we mee in de Omgevingseffectrapportage (OER). Ook vroegen we de Dienst Centraal Milieubeheer Rijnmond (DCMR) en de commissie MER (Milieueffectenrapportage) om advies. Op basis daarvan besloten we om alle technisch haalbare onderzoek locaties mee te nemen in de Omgevingseffectrapportage.
- We werken in RES Rotterdam Den Haag samen met de RES-partners aan een regionale planMER. In de planMER werken we de zoekgebieden voor windenergie uit RES 1.0 uit tot zoeklocaties voor windenergie;
- In de RES Goeree-Overflakkee werkten we aan de 'Wereld van B’- een methode om vanuit het lokale schaalniveau na te denken over een duurzaam energiesysteem voor de toekomst;
Uitwerken RES-zoekgebieden zon en wind
We kunnen geen windmolens plaatsen op de locatie Valkenburgse Meer. Dat is de conclusie van een onderzoek naar deze locatie. We namen in 2024 de bevoegdheid over voor de bouw van een windpark (15 MW) in de gemeente Lansingerland. We sloten een bestuursakkoord met Lansingerland hoe wind, wonen en werken een plek kunnen krijgen in het gebied dat onderzocht wordt. De provincie organiseerde twee informatieavonden om omwonenden en andere betrokkenen te informeren over twee belangrijke punten. Dit betreft het proces en de onderzoeksopzet voor de planMER, een milieutechnisch onderzoek naar de mogelijkheden voor windenergie. De onderzoeksopzet wordt aangeduid als een Notitie Reikwijdte en Detailniveau (NRD). Het is van belang dat belanghebbenden niet alleen inzicht krijgen in deze onderzoeksopzet, maar ook de mogelijkheid hebben om hierop commentaar te leveren. Dit kan door middel van een zienswijze, die ingediend kan worden tijdens de zogenaamde terinzagelegging, welke in december is gestart. Reacties nemen we mee bij de uiteindelijke vaststelling van de NRD en kan dus de uitvoering van het milieutechnisch onderzoek veranderen.
In de Alblasserwaard onderzocht de provincie met RES-partners windlocaties als alternatief voor de locatie Avelingen. De gemeenten Molenlanden en Gorinchem hebben inwoners geconsulteerd over de mogelijke komst van windmolens met een uitgebreid participatietraject. De provincie heeft vervolgens een OER en een Heritage Impact Assessment (HIA) opgesteld om de mogelijke effecten van de windenergieplannen op de omgeving en cultureel erfgoed te onderzoeken. De OER richt zich op de bredere milieueffecten van het project, terwijl de HIA specifiek kijkt naar de impact van het plan op historische en culturele waarden in het gebied. De resultaten hiervan werken we 2025 uit samen met de gemeente.
Verbinden van energietransitie aan andere ruimtelijke opgaves
In verschillende gebiedsprocessen binnen het landelijk gebied is onderzocht in hoeverre de energietransitie en de zoektocht naar duurzame energieopwekking een plek kunnen krijgen. Dit omvat onder andere de ontwikkeling van nieuwe natuur in combinatie met de integratie van zonne-energie als tijdelijk verdienmodel. Daarnaast wordt gekeken naar mogelijkheden om duurzame energieopwekking dichter bij nieuwe woon- en bedrijventerreinen te realiseren, zodat deze locaties voorzien worden van voldoende hernieuwbare energie.
Beleidsprestatie 3-1-2 Lokale initiatieven en inclusieve energietransitie
Wij streven naar een percentage van minimaal 50% lokaal eigendom van energieproductie in Zuid-Holland. Daarmee willen wij lokale betrokkenheid en eigenaarschap bij energieprojecten stimuleren en zorgen dat de omgeving meedeelt in de voordelen van energieproductie van eigen bodem. We verwachten dat dit ook bijdraagt aan de participatie bij en het draagvlak van energieprojecten.
Wij zetten ons in om de energietransitie toegankelijker te maken voor doelgroepen die niet vanzelf meekomen en hard geraakt worden door de hoge energiekosten.
Wat hebben we bereikt?
Met het programma ‘Eerlijke Energietransitie’ werken we aan de sociaal-maatschappelijke kant van de energietransitie. Het programma is dit jaar opgezet. Het bouwt verder op de aanbevelingen uit de positieve evaluatie van het programma ‘Inclusieve energietransitie’.
Als inwoners de energietransitie niet rechtvaardig vinden, neemt de steun ervoor af. In het rapport ‘Rechtvaardigheid in klimaatbeleid: over de verdeling van klimaatkosten’ brengt de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) advies uit. De WRR adviseert overheden om in hun beleid voldoende aandacht te geven aan rechtvaardigheid, net als aan doelmatigheid en rechtmatigheid. Daarom zijn we het gesprek over rechtvaardigheid in de energietransitie gestart binnen de provincie en met gemeenten en lokale partners. Daardoor hebben we meer inzicht in rechtvaardigheidsvraagstukken.
We hebben lokale praktijk en landelijke programma’s verbonden om de energietransitie toegankelijker te maken voor doelgroepen die niet vanzelf meekomen. We hebben kennisdeling met en tussen Rijk, regio’s, gemeenten en maatschappelijke partners mogelijk gemaakt en versterkt.
Mede door onze steun hebben lokale initiatieven vele energieprojecten van en voor bewoners voor elkaar gekregen. Deze projecten dragen bij aan de energietransitie doordat bewonersgroepen zich betrokken en verantwoordelijk voelen. Ook duurzame opwekprojecten in lokaal eigendom en energiebesparingsprojecten vanuit vertrouwde kring werken daaraan mee. Ook hebben lokale initiatieven zich verder ontwikkeld en is de publiek-maatschappelijke samenwerking met gemeenten versterkt.
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Lokaal eigendom
- We ondersteunen energieprojecten van lokale initiatieven met de subsidieregeling Lokale Initiatieven Energietransitie. Door een wijziging in 2024 is de regeling nog laagdrempeliger en inclusiever.
- We werken samen met en financieren het projectbureau Energie Samen Zuid-Holland. Het projectbureau ondersteunt lokale energiecoöperaties en helpt bij verdere ontwikkeling.
- In de omgevingsvisie maakten we de beleidskeuze voor lokaal eigendom duidelijker. Met een extra bijdrage van € 2 miljoen aan het Ontwikkelfonds Energiecoöperaties maken we meer energieprojecten in lokaal eigendom mogelijk.
- We begonnen met een pilot en een leertraject over de ontwikkeling van mini-warmtenetten door bewonerscollectieven.
Stimuleren lokale initiatieven
- We organiseren de ‘Energie Generator’. Dat is een traject waarin gemeenten en energiecoöperaties samen en onder begeleiding werken aan de lokale energietransitie.
- We organiseren een community of practice en een doe- en leerkring. Aan beide activiteiten nemen gemeenten, lokale initiatieven, maatschappelijke partners en andere partijen deel. Zij komen samen om kennis te delen en hun netwerk te versterken. Op 10 december organiseerden we het congres ‘Eerlijke Energietransitie: doorbraak in denken én doen’!
- We organiseerden een actieleertraject voor beleidsmedewerkers over energierechtvaardigheid. We lieten een verkennend onderzoek doen naar hoe de provincie kan werken aan meer rechtvaardige uitkomsten in de energietransitie.
Beleidsprestatie 3-1-3 Warmte transitie in de gebouwde omgeving en glastuinbouw
De provincie streeft ernaar het gebruik van aardgas te verminderen door energiebesparing en door warmtebronnen in onze eigen provincie te benutten. Daarbij werken we aan de landelijke doelstellingen voor een klimaatneutrale gebouwde omgeving in 2050 en een klimaatneutrale glastuinbouw in 2040. In lijn met het Klimaatakkoord verlagen we de CO 2 -uitstoot in 2030 met 40% ten opzichte van de actuele uitstoot.
- We willen het beleid van het Rijk en gemeenten verbinden op het gebied van de warmtetransitie.
- We versterken de gemeentelijke regierol voor de warmtetransitie en zorgen voor onderlinge verbinding tussen gemeenten.
- We versnellen bovenlokale warmtenetwerken en willen deze in publieke handen geven.
- We stimuleren innovaties op het terrein van lokale en regionale energieopslag.
Wat hebben we bereikt?
De provincie gaat af van fossiele energiebronnen en wordt energie-onafhankelijker. We zetten in op energiebesparing en warmtebronnen in onze eigen provincie. We werken aan drie landelijke doelstellingen: een klimaatneutraal gebouwde omgeving in 2050, klimaatneutrale glastuinbouw in 2040 en de verlaging van de CO 2 -uitstoot in 2030 met 55%. Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) schreef de Klimaat- en Energie Verkenning 2024. Daarin staat dat ‘het ver buiten zicht is’ om het specifieke doel te halen van landelijk 500.000 nieuwe aansluitingen op het warmtenet in de bestaande bouw. Daarnaast gaf TenneT in december 2024 aan dat het Zuid-Hollandse elektriciteitsnet een tekort heeft aan capaciteit. Het gevolg daarvan is dat grootverbruikers van elektriciteit moeten wachten op een aansluiting.
We willen oplossingen voor deze problemen. Daarom deden we het volgende.
- We hebben het beleid van het Rijk en gemeenten verbonden op het gebied van de warmtetransitie. Ook zorgden we voor onderlinge verbinding tussen gemeenten.
- We stimuleerden innovaties op het terrein van lokale en regionale energieopslag, zoals midden temperatuur opslag (MTO) in de glastuinbouw
- We hebben gerichte programma’s voor doelgroepen zoals maatschappelijk vastgoed gecontinueerd en ondersteunen hiermee 289 gebouweigenaren en bevorderen hiermee de bijpassende collectieve besparingsconcepten, zoals isoleren, zonnepanelen, etc.
- We verspreiden de kennis die wordt opgedaan door innovaties, projecten en activiteiten. Dit doen we onder andere door het opstellen van handreikingen, het verzorgen van leerkringen en spreken op bijeenkomsten en congressen.
- In 2024 kreeg de warmtetransitie volop aandacht. We hebben eraan bijgedragen dat deze aandacht er ook is voor de specifieke situatie in Zuid-Holland en dat de aandacht in goede banen is geleid, bijvoorbeeld door ervoor te zorgen dat het Warmtesysteem Zuid-Holland onderdeel werd van het nationaal Meerjaren Investeringsprogramma Energie en Klimaat (nMIEK).
- De realisatie van hoofdinfrastructuur voor warmte in de provincie is op belangrijke onderdelen verder gebracht.
- We hebben bijgedragen aan passende wetgeving om de warmtetransitie de nodige impuls te geven en te versnellen.
- Met het Nationaal Programma Lokale Warmtetransitie (NPLW) zorgen we dat landelijk beleid werd omgezet in overzichtelijke informatie en handvatten voor gemeenten.
- De provinciale subsidie ‘Soorten Management Plannen 2024’ stelden we open voor gemeenten. Daarmee willen we onder andere de isolatieopgave en renovatieopgave gericht op verduurzaming doorgang laten vinden, door het actief verbeteren van de staat van instandhouding van beschermde dieren- en plantensoorten.
- Op lokaal niveau zijn er diverse knelpunten en belemmeringen bij de uitvoering van de warmtetransitie. We vroegen hier landelijk aandacht voor en stimuleerden dat er naar oplossingen wordt gezocht bijvoorbeeld op het vlak van uitvoering isolatiemaatregelen en het vraagstuk van de betaalbaarheid voor bewoners.
- We hielpen om de regierol van gemeenten verder te ontwikkelen en hun kennis en kunde verder te vergroten.
- We droegen bij aan de warmtetransitie en planvorming voor meerdere doelgroepen. Vaak ging dat in combinatie met besparingsmaatregelen. Dit was bijvoorbeeld het geval bij maatschappelijk vastgoed.
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Bevorderen duurzame verwarmingsvoorziening
- Onder leiding van Tjerk Wagenaar is het advies 'Vlottrekken Warmte in Zuid-Holland' opgesteld om de warmtetransitie te versnellen en netcongestie te verminderen, in samenwerking met het Rijk, RES-regio's, gemeenten en diverse partners.
- Een lobbyagenda is opgesteld om samen met gemeenten, netbeheerders en publieke warmtebedrijven aandacht te vragen bij het Rijk en de Kamers voor het versnellen van de warmtetransitie.
- Samen met het IPO brachten we de optimale juridische randvoorwaarden voor de warmtetransitie in voor het wetsontwerp Wet Collectieve Warmtevoorziening (WCW).
- In de RES’en kreeg 'warmte' steeds meer prioriteit, waarbij constructieve bijdragen werden geleverd aan regionale warmtesystemen en andere warmte-oplossingen, gekoppeld aan de provinciale ambitie voor regionale warmteaanpak via zeven clusters.
- We stelden het Provinciaal Inpassingsplan vast. Daarmee zijn we dichter bij de uitvoering van de hoofdinfrastructuur voor warmte naar Leiden.
- We werkten programma’s uit voor warmtetransport en restwarmte, waarbij we rekening hielden met alle belangen van betrokken partijen en inwoners.
- We onderzochten hoe de provincie de ontwikkeling van (bovenlokale) warmtesystemen kan coördineren, zoals we aankondigden in ons omgevingsbeleid.
- We ondersteunden gemeenten met kennis en expertise bij de doorontwikkeling van wijkwarmteprojecten. Dit deden we ook bij onderwerpen zoals de Wet collectieve Warmtevoorziening (WCW) en het Soorten Management Plan (SMP) over natuurvriendelijk isoleren. Alle kennis die we daarbij opdeden, staat in verschillende handreikingen. Deze deelden we met de Zuid-Hollandse gemeenten.
- We organiseerden bijeenkomsten over actuele onderwerpen en innovaties binnen EnergieRijk Den Haag (ERDH), waarbij iedereen kennis en ervaring kon delen. De bijeenkomsten waren voor professionals (ambtenaren, personen in het veld) en voor burgers.
- We droegen bij aan vraagstukken rondom de gebiedsaanpak voor verduurzaming in Den Haag. Dit gebeurde in het kader van het programma EnergieRijk Den Haag (ERDH).
- Met het ontzorgingsprogramma ‘Maatschappelijk vastgoed’ hielpen we verschillende maatschappelijke doelgroepen bij het verduurzamen van hun vastgoed.
- We ondersteunden bedrijventerreinen om hun gebouwen klaar te maken voor aansluiting op het warmtenet. Dat is een collectieve warmteoplossing.
- Ook in 2024 was er een Duurzame bedrijvenroute. Bedrijven zetten hun deuren open om van elkaar te leren. De provincie Zuid-Holland publiceerde een eigen landingspagina met goede voorbeelden.
- We nemen deel aan de raad van advies van CondoReno. Dit is een 4-jarig onderzoek van de TU-Delft naar de verduurzaming van bezit van Verenigingen van Eigenaren (VvE’s).
- We werkten mee aan het convenant Toekomstbestendige Woningbouw 2.0.
- We droegen bij aan het programma Toekomstbestendig Bouwen. Onze bijdrage bestond uit informatie voor de maatschappelijke kosten-batenanalyse (MKBA). Ook schreef de expert energie een Handreiking Energiepositieve Nieuwbouw.
- We werkten net als in de afgelopen jaren mee aan de uitvoering van het Energieakkoord Greenport West-Holland. We namen deel aan de nationale Gebiedsaanpak Energie van Greenports Nederland. De Gebiedsaanpak steunt gezamenlijke verduurzamingsprojecten in glastuinbouwgebieden.
- We werkten mee aan de ‘Letter of Intent Verkenning Duurzame Warmteketen’ (LOI). Dit deden we samen met 14 andere partijen. Deze LOI gaat over de organisatie en ontwikkeling van extra aanbod van restwarmte. Deze restwarmte kan worden gebruikt in de glastuinbouw en voor gebouwde omgeving. Alle partijen ondertekenden deze LOI.
- We deden onderzoek naar glastuinbouwgebieden en of hierin verschillende gebieden met gedeelde eigenschappen te onderscheiden zijn, die bepalend zijn voor de ontwikkeling naar duurzame energie. Dat noemden we Energiebiotopen in de glastuinbouw. Met dit onderzoek als basis kunnen we beleid maken voor energie-oplossingen voor de glastuinbouw.
- Als partner van de Greenport West-Holland ontwikkelden we een ’glasmonitor’ Hierin wordt onder meer energiedata rond glastuinbouw verwerkt.
- We beheerden een projectenoverzicht (pijpleiding) van de gemeentelijke warmteprojecten in Zuid-Holland. Dit projectenoverzicht gebruikten we onder meer voor inzichten in het stikstofdossier en voor de input in het provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (pMIEK).
- Samen met gemeenten voerden we het ELENA-programma uit (European Local Energy Assistance). ELENA is een subsidieregeling vanuit de Europese Investeringsbank. Dit programma draaide om planvorming van 10 warmteprojecten in 9 gemeenten. In 2024 hebben we het programma met succes afgerond.
- We organiseerden kennissessies voor gemeenten over warmtebeleid, verschillende warmtebronnen, warmtesystemen en energiebesparing.
- We beheren de subsidie van € 81 miljoen voor WarmtelinQ. We blijven de ontwikkeling van WarmtelinQ+ actief volgen en stemmen de ontwikkeling van WarmtelinQ af met de vraagontwikkeling in de regio's.
- Aan PS deden we een voorstel om documenten openbaar te maken die tot dan toe geheim waren. De documenten gingen over de warmtevoorziening voor de Leidse regio. PS maakten deze documenten openbaar.
- CE Delft, een onafhankelijk onderzoeks- en adviesbureau, gespecialiseerd in het ontwikkelen van innovatieve oplossingen van milieu- en duurzaamheidsvraagstukken, onderzocht voor de provincie de kansen voor de toepassing van zonthermie in de provincie.
- Start van een Topconsortia Kennis en Innovatie project met Greenport West-Holland, Omgevingsdienst Haaglanden en Glastuinbouw NL, gericht op Midden Temperatuur Opslag (MTO)-projecten in de glastuinbouw, met een uitzonderingspositie voor vergunningen.
- We investeren via fondsen in bedrijven die bodemwarmte ontsluiten. We bereiden de openstelling voor van bodemenergiesystemen van de Kansen voor West-regeling (KvW).
- We namen warmtenetwerken die in meerdere gemeenten liggen op in het provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (pMIEK) 2.0.
- We steunden de overgang van het Rijswijk Centre for Sustainable Geothermal Energy (RCSG) naar een volwaardige faciliteit van TNO met een subsidie van € 85.000.
- We stelden de uitzonderingspositie vast voor pilots voor Midden Temperatuur Opslag (MTO). Nu kunnen deze pilots worden uitgevoerd. Samen met partners namen we het initiatief voor een pilotproject in de glastuinbouw.
- De provincie gaf een vergunning aan de TU-Delft voor een pilotproject voor Hoge Temperatuur Opslag (HTO).
- Samen met Innovation Quarter, TNO en MRDH maakten we mogelijk dat startups en scale-ups hun (warmte) innovaties konden testen bij fieldlabs. Fieldlabs zijn (vaak langer lopende) testopstellingen op praktijkschaal. Hier werd bijvoorbeeld getest of het opwekken van warmte en elektriciteit gecombineerd kan worden en of de de afname van elektriciteit met behulp van energiemanagementsystemen efficiënter kan.
- We lanceerden het convenant Toekomstbestendige Woningbouw versie 2.0. Energie is een van de 6 thema’s van het convenant.
Beleidsprestatie 3-1-4 Klimaatneutrale en circulaire industrie en onderzoek kernenergie
We leveren een bijdrage aan de nationale doelen om in 2030 50% minder primaire grondstoffen te gebruiken en in 2050 een volledig circulaire economie te realiseren;
Onze bijdrage richten wij specifiek op de Zuid-Hollandse industrie. Een groot deel van de nationale opgave ligt in de provincie Zuid-Holland en dan met name in het Haven Industrieel Complex (HIC) in Rotterdam: ruim 30 procent van alle industriële CO 2 -uitstoot in Nederland is afkomstig uit provincie Zuid-Holland.
We stimuleren de Zuid-Hollandse industrie met het behalen van de voor de sector industrie vastgestelde NOx-emissiereductiedoel van 38% in 2030 ten opzichte van 2019.
Wat hebben we bereikt?
In 2024 leverden we een bijdrage aan de energie- en grondstoffentransitie. Doel van de transitie is een CO 2 -emissiearme en circulaire industrie in Zuid-Holland.
In eerste instantie moet de industrie vooral zelf verduurzamen. We stimuleren de verduurzaming van de industrie door samenwerking in de regio te stimuleren. Samen met het Rijk geven we financiële steun aan verduurzamingsprojecten binnen industriële ketens om deze verder te helpen. We richten ons daarbij grotendeels op het Haven Industrieel Complex (HIC) in Rotterdam. Het HIC stoot meer dan 90% uit van de totale CO 2 -uitstoot door de industrie in Zuid-Holland. We kijken ook naar de industrie in andere delen in Zuid-Holland om de CO 2 -uitstoot (en andere uitstoot) te verminderen.
Vernieuwende bedrijven in de energie innovatiesector die al een paar jaar verder zijn, de zogeheten scale-ups, konden doorgroeien dankzij ENERGIIQ, ons energie-innovatiefonds. Hiermee wordt de kans groter dat deze bedrijven een grotere impact krijgen op de energie en grondstoffentransitie.
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Algemeen
- Wij zijn via de omgevingsdiensten verantwoordelijk voor de vergunningverlening, toezicht en handhaving voor ongeveer 350 industriële bedrijven.
- Samen met ondernemersvereniging Deltalinqs en overige partners stelden we het Deltalinqs Climate Program op. Hierin werken we samen aan energiebesparing, aan het opbouwen van circulaire industrie en aan het elektrificeren van industriële processen.
- In 2024 is de tweede ronde van het Europese Just Transition Fund (JTF) opengesteld. Er was een budget beschikbaar van € 7,2 miljoen voor innovatie. Dit geld was voor projecten die de regionale economie versterken en vernieuwen op duurzame wijze. Deze openstelling van JTF was gericht op projecten die bijdragen aan het vervangen van fossiele grondstoffen en brandstoffen door groene elektriciteit en waterstof.
- Via de stichting Cluster6 ondersteunden we de verduurzaming van de verspreide industrie in Zuid-Holland. Het betreft hier de industrie die niet in een specifiek cluster is geconcentreerd.
- De provincie ondersteunt via Innovation Quarter het regionale innovatieprogramma Energie en Klimaat (E&K). Het programma heeft 4 thema’s: verduurzaming van de gebouwde omgeving, grootschalige opwekking en opslag van energie, industriële elektrificatie en circulaire grondstoffen in de industrie.
- Samen met andere overheden, bedrijven en kennisinstellingen doet de provincie mee met de taskforce Circulair van de Economic Board Zuid-Holland (EBZ). De taskforce houdt zich bezig met de uitvoering van de Circulaire Actieagend a Zuid-Holland.
Stimuleren van efficiency in de industrie
- Vanaf 2015 controleren de omgevingsdiensten strenger op energiebesparing bij bedrijven. Eind 2023 voerde het Rijk de brede energiebesparingsplicht in. Alle bedrijven moeten volgens de wet energiemaatregelen nemen die ze binnen maximaal 5 jaar kunnen terugverdienen. Hiermee gelden alle regels voor energiebesparing nu voor alle bedrijven. Grootverbruikers voeren elk jaar een energieonderzoek uit. In 2024 hadden we extra aandacht voor de beoordeling van de energieonderzoeken. Ook hielden we toezicht bij bedrijven die in de jaren voor 2024 waren uitgezonderd van de energiebesparingsplicht.
- De omgevingsdiensten informeerden in 2024 bedrijven proactief over mogelijkheden om energie te besparen. Dit deden we extra, naast de taken die we volgens de wet hebben voor vergunningverlening, toezicht en handhaving (de VTH-taken). We stimuleerden hiermee de industrie om maatregelen te nemen die energie besparen.
- De provincie gaf subsidie voor de bouw van het Botlekstoomnetwerk naar het zuidelijke deel van de Botlek (Cluster Zuid). De bouw is in 2024 gestart. Als dit netwerk klaar is, zorgt het elk jaar voor een extra vermindering in de uitstoot: 96.000 ton CO 2 en 58.000 kg NOx. Als de volledige plannen voor het Botlekstoomnetwerk worden uitgevoerd, is de vermindering 209.000 ton CO 2 en 126.000 kg NOx per jaar. Dat is te vergelijken met de uitstoot van 140.000 woning en.
- We droegen via Deltalinqs bij aan de zogeheten energie-innovatiestudies (EIS). Hierbij worden op ‘no cure, no pay’-basis mogelijkheden voor het besparen van energie onderzocht bij bedrijven. ‘No cure no pay’ wil zeggen dat bedrijven geen rekening krijgen als er geen resultaat is. Er zijn hiervoor studies uitgevoerd bij industriële bedrijven die veel energie verbruiken. In 2024 zijn deze onderzoeken uitgebreid naar bedrijven buiten het HIC.
Vernieuwen van het energiesysteem van de industrie
- In 2024 stelden we het plan van aanpak vast voor een onderzoek naar de mogelijkheid om kleine, modulaire kernreactoren in Zuid-Holland te plaatsen. Dit onderzoek was afgestemd met andere provincies. Het onderzoek past in het programma ‘Small Modulair Reactors’ (SMR’s) van het ministerie van Klimaat en Groene Groei (KGG).
- We deden mee aan het traject van het Rijk om 2 conventionele kerncentrales van 1,5GW te realiseren. Zuid-Holland doet mee vanwege de waarborglocatie Maasvlakte. Een waarborglocatie is een locatie die in ‘het waarborgbeleid voor kernenergie’ is aangewezen waar een kerncentrale mogelijk kan komen. Voor deze locaties geldt dat zij kunnen voldoen aan specifieke randvoorwaarden, waaronder aanwezigheid van koelwater en bereikbaarheid. De Maasvlakte wordt als volwaardig alternatief meegenomen in de procedure voor de Milieu Effect Rapportage (MER).
- We hebben een energiesysteemanalyse laten uitvoeren op het Haven Industrieel Complex (HIC) voor de mogelijke inpassing van small modular reactors (SMR’s). Een energiesysteemanalyse is een analyse die betrekking heeft op het gehele energiesysteem, zowel elektriciteit als warmte. Dit onderzoek deden we in het kader van de Cluster Energie Strategie (CES) Rotterdam-Moerdijk. Het onderzoek toonde aan dat kleine kerncentrales mogelijk een oplossing zijn voor het plaatselijke elektriciteitssysteem.
- We doen actief mee aan de ‘Verkenning aanlanding wind en waterstof op zee’ (VAWOZ) 2030-2040. Dit programma onderzoekt routes om elektriciteitskabels en waterstofleidingen aan land te brengen, en locaties om deze aan te sluiten op het hoogspanningsnet en toekomstige waterstofnetwerk.
- De provincie ondersteunt bedrijven die de overgang maken naar duurzame energie, zoals restwarmte en waterstof. Dit gebeurt via de regeling ‘Energie-infrastructuur op industrieterreinen’. Die bedrijven krijgen te maken met lokale energie-infrastructuur die nog niet op berekend is op die overgang. In 2024 is de aanleg gestart van de gesubsidieerde projecten: CO 2 leidingen naar Tinte-Vierpolders en Noukoop. Deze projecten leveren een vermindering op van 31 kiloton CO 2 -uitstoot en ongeveer 650 kg NOx per jaar op. Stikstofoxiden (NOx) zijn gassen die vooral vrijkomen bij de verbranding van fossiele brandstoffen, zoals uitlaatgassen van voertuigen of industriële uitstoot.
Vernieuwen van het grondstoffensysteem van de industrie
- We voerden naast de VTH taken een pilot uit over grondstof-efficiëntie. We keken naar de manier waarop we al eerder maatregelen vaststelden voor energie-efficiëntie. In de pilot onderzochten we of we deze manier ook kunnen gebruiken voor het verduurzamen van het grondstoffensysteem. Het basisidee is dat we eerst onderzoeken wat er te besparen valt. Zo benutten we duurzame bronnen doelmatiger en efficiënter.
- Na de succesvolle energie-innovatiestudies zijn we samen met Deltalinqs een studie gestart naar de mogelijkheid voor grondstoffen-innovatiestudies. De insteek is ook hier om op ‘no cure, no pay’-basis de mogelijkheden voor het besparen van grondstoffen bij bedrijven te onderzoeken.
- Samen met de EBZ taskforce Circulair stuurden we een brief naar de Europese Commissie. In de brief vroegen we om wetgeving om de marktvraag voor circulaire producten te vergroten.
- We doen mee met het European Chemical Regions Network (ECRN). We dragen bij aan het ontwikkelen van Europees beleid waarmee we de overgang naar een circulaire industrie willen versnellen.
- Binnen de Groene Chemie Nieuwe Economie werken we met diverse provincies samen. Ons doel is het stimuleren van ketenvorming in de grondstoftransitie in de chemie. Hiermee wordt bedoeld dat bedrijven in de chemische industrie samenwerken om over te stappen van fossiele grondstoffen naar duurzamere, hernieuwbare grondstoffen.
Beleidsprestatie 3-1-5 Duurzaam energiesysteem
De energie-infrastructuur is de slagader van het toekomstige duurzame energiesysteem. We willen een slim en efficiënt energiesysteem dat beschikbaar is voor maatschappelijke opgaven in Zuid-Holland. We willen versnelling van de ontwikkeling en de ruimtelijke inpassing van elektriciteits-, groene waterstof- en warmtenetten.
Wat hebben we bereikt?
In 2024 is monitoring van energie-infrastructuur projecten van belang voor de provincie opgezet op basis van pMIEK 1.0 (provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat 1.0). Voor diverse projecten is bijgedragen aan tijdige vergunningverlening en daarnaast is gefaciliteerd bij ruimtelijke processen voor inpassing elektriciteitsstations. Ook geeft het pMIEK een indicatie voor benodigde grotere toekomstige energie-infrastructuur, wat input is geweest voor ruimtelijke processen zoals NOVEX en waarmee rekening gehouden wordt met ruimtelijke inpassing en benodigde ruimte. In 2024 is deze indicatie geactualiseerd voor de behoefte tot 2050. Daarnaast is een visie opgeleverd op de ontwikkeling van het energiesysteem: het Toekomstbeeld. In de visie zijn principes en keuzes uitgewerkt voor het energiesysteem die bijdragen aan het komen tot een slim en efficiënt energiesysteem.
Wat hebben we daarvoor gedaan?
Provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat (pMIEK)
- We hebben de projecten in het pMIEK 1.0 elke 2 maanden gemonitord. Dit deden we samen met de netbeheerders en de gemeenten en regio's. Als het nodig was, namen we extra maatregelen om vertragingen te voorkomen. Dit gebeurde bijvoorbeeld bij het versnellen van de keuze voor een locatie.
- We werkten aan het concept provinciaal Meerjarenprogramma Infrastructuur Energie en Klimaat Zuid-Holland (pMIEK) 2.0. Hierbij is een programma uitgewerkt voor de benodigde energie-infrastructuur voor het energiesysteem tot 2050. Onderdeel van het pMIEK is een visie op de ontwikkeling van het energiesysteem 2050. In deze visie, het Toekomstbeeld, beschrijven we principes en de te maken keuzes om te komen tot een efficiënt toekomstig energiesysteem. Dat is gedaan samen met netbeheerders en in afstemming met gemeenten. We organiseerden hiervoor verschillende gebiedsateliers in de regio's. Gebiedsateliers zijn werksessies voor een specifiek gebied in Zuid-Holland.
- We hebben een aantal onderzoeken uitgevoerd, bijvoorbeeld verkenningen naar de randvoorwaarden voor locaties voor nieuwe energie-infrastructuur.
Stimuleren van flexibiliteit en efficiëntie van het energiesysteem
- De samenwerking op energie-infrastructuur met netbeheerders en gemeenten voor "Sneller bouwen energie-infrastructuur" en "slimme oplossingen" is geïntensiveerd.
- We hebben een kennissessie gehouden over de rol van opslag in het energiesysteem voor o.a. gemeenten.
- We hebben verschillende kennissessies gehouden over energiehubs voor gemeenten en bedrijven. Energiehubs is een lokale samenwerking, gebaseerd op afspraken, tussen meerdere partijen op het gebied van energie. We maakten een eerste overzicht van initiatieven op het gebied van energiehubs en werkten aan de opzet van een uitvoeringsplan voor energiehubs.