Paragraaf Lokale heffingen

Op grond van de Omgevingswet en de Grondwaterheffingsverordening Zuid-Holland heft de provincie een belasting per kubieke meter onttrokken grondwater. Het tarief van de heffing is zo vastgesteld dat de opbrengst de gemaakte kosten niet te boven gaat. Het tarief bedraagt € 0,005 per kubieke meter onttrokken hoeveelheid water.

De provincie is verantwoordelijk voor de behandeling van aanvragen omgevingsvergunningen en het toezicht hierop. De provincie is ook verantwoordelijk voor de behandeling van meldingen op basis van het Besluit bouwwerken leefomgeving (Bkl) voor die bedrijven waarvoor de provincie op grond van de Omgevingswet bevoegd gezag is.
De uitvoering van het bevoegd gezag ligt bij de 5 omgevingsdiensten in Zuid-Holland. De provincie int de leges voor een omgevingsvergunning of voor een verzoek voor het in behandeling nemen van een melding. Als BRIKS-activiteiten (bouwen, reclame, inritten, kappen, slopen) onderdeel zijn van de vergunning of het verzoek dan moeten de leges hiervoor de kosten dekken.
De legestarieven mogen maximaal kostendekkend zijn. Provinciale Staten hebben bij de vaststelling van de Legesverordening Omgevingsrecht Zuid-Holland 2020 besloten dat het dekkingspercentage 100% moet zijn.

In 2024 zijn de leges conform de Legesverordening bouwactiviteiten Omgevingswet Zuid-Holland 2024 opgelegd. De leges zijn vraaggestuurd. Dat betekent dat we vooraf niet weten hoeveel aanvragen er worden gedaan in een jaar. Hierdoor kunnen de geïnde leges afwijken van de raming.

De inwerkingtreding van de Omgevingswet kan invloed hebben gehad op het aantal aanvragen. In december 2023 zijn nog veel aanvragen ingediend onder oude wetgeving.

Met ingang van 1 januari 2021 is de legesheffing ingevoerd voor de vergunningverlening door de toenmalige Dienst Beheer Infrastructuur (DBI), het huidige domein Uitvoering. Per 1 januari 2024 is de Legesverordening Infrastructuur Zuid-Holland 2024 opnieuw vastgesteld. De kosten van de vergunningverlening worden doorberekend op basis van 100% kostendekkendheid volgens de vastgestelde tarieventabel. Er is voor gekozen kruissubsidiëring toe te passen. Bij kruissubsidiëring worden kosten anders verdeeld. Particulieren betalen minder, terwijl bedrijven een groter deel van de kosten doorbelast krijgen

Provinciale Staten hebben bij het vaststellen van de Legesverordening Infrastructuur Zuid-Holland 2024 besloten dat het dekkingspercentage 100% moet zijn. De tarieven zijn ingedeeld in categorieën. De leges zijn vraaggestuurd, waardoor de geïnde leges kunnen afwijken van de raming. De verdeling tussen de categorieën was anders dan vooraf geraamd.

De gerealiseerde opbrengsten 2024 zijn € 0,2 miljoen. Deze opbrengsten worden verantwoord bij Beleidsdoel 2-2. De daadwerkelijk opbrengst van deze nog op te leggen aanslagen zal in 2025 ontvangen worden maar ze hebben betrekking op belastingjaar 2024. De werkelijke kosten van deze aanvragen zullen zichtbaar worden in 2025.

De provincie is verantwoordelijk voor de behandeling van aanvragen omgevingsvergunningen en het toezicht hierop. De provincie is ook verantwoordelijk voor de behandeling van meldingen op basis van het Besluit activiteiten leefomgeving (Bal) voor die bedrijven waarvoor de provincie op grond van de Omgevingswet (Ow) bevoegd gezag is. Met de komst van de Omgevingswet kan de provincie leges heffen over het milieudeel van een aanvraag voor een omgevingsvergunning, de zgn. milieubelastende activiteit.
De uitvoering van het bevoegd gezag ligt bij de 5 omgevingsdiensten in Zuid-Holland. De provincie int de leges voor een omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit. De leges moet de kosten hiervoor dekken. De legestarieven mogen maximaal kostendekkend zijn.
In 2024 zijn de leges opgelegd volgens de Legesverordening milieubelastende activiteiten Omgevingswet Zuid-Holland 2024.

De leges zijn vraaggestuurd waardoor de geïnde leges kunnen afwijken van de raming. De Ow trad in 2024 in werking. Eind 2023 hebben veel bedrijven waarvoor de provincie het bevoegde gezag is, nog veel aanvragen voor een omgevingsvergunning ingediend onder de Wet milieubeheer. In 2024 zijn er daardoor merkbaar minder aanvragen ingediend onder de Ow dan verwacht. De opbrengst van de leges is daardoor ook lager dan geraamd.

Het belastinggebied van de provincies is voor algemene belastingen beperkt tot de opcenten op motorrijtuigenbelasting en precariobelasting. De opcenten zorgen voor de grootste opbrengst en bedragen bijna de helft van alle reguliere inkomsten van de provincie.

De opbrengst van de opcenten wordt gebaseerd op de opgave van de belastingdienst aan het begin van het boekjaar. De werkelijke opbrengst in 2024 was € 403,9 miljoen ten opzichte van de begroting van € 391,7 miljoen, dus € 12,1 miljoen hoger dan begroot. Op het totaal van de motorrijtuigenbelasting is dat een verschil van 3%.

In 2024 is het totaal aantal auto’s in Zuid-Holland licht gestegen (van 1.676.803 naar 1.703.506). De grootste stijging kwam voor rekening van de elektrische auto’s die in 2024 nog volledig vrijgesteld waren. Dat de inkomsten opcenten toch met 3% gestegen zijn, komt doordat het gemiddelde gewicht van de auto’s is toegenomen en zwaardere auto’s betalen meer motorrijtuigenbelasting.

Provinciale Staten stellen het opcententarief vast. Dit mag het wettelijk maximum niet overschrijden. Het maximum was voor 2024 vastgesteld op 138,3 opcenten. Met een tarief van 98,7 in 2024 zat de provincie Zuid-Holland nog ruim onder dit maximum.

Het tarief heeft zich in de provincie Zuid-Holland de afgelopen periode als volgt ontwikkeld:

Ontwikkeling wagenpark:
Er staan eind 2024 in Zuid-Holland iets meer dan 1,7 miljoen personenauto’s geregistreerd in 36 gewichtsklassen. Het wagenpark is met 26.703 auto’s en 9.572 motoren gestegen ten opzichte van een jaar geleden.

Raming inkomsten:
Het verloop van toekomstige inkomsten uit opcenten is voor de lange termijn moeilijk te voorspellen. Dit komt vooral door de ontwikkelingen rond de van heffing vrijgestelde elektrische voertuigen en de onzekerheid over de verkopen van elektrische en hybride voertuigen.

De provincie heft precariobelasting ‘voor het hebben van voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde provinciale grond’. In de bij de Verordening Precariobelasting behorende tarieventabel zijn de belastbare feiten en tarieven opgenomen.

Op 14 december 2022 hebben Provinciale Staten de wijziging van de Financiële verordening 2021 vastgesteld. In die verordening is in artikel 4.43 de wijze van indexatie opgenomen. De praktische uitwerking daarvan is vastgelegd in de Uitvoeringsnota indexatiebeleid (2022). GS hebben die uitvoeringsnota vastgesteld en ter kennisname met PS gedeeld. In navolging op het indexatiebeleid worden de tarieven per 1 januari 2025 met 2,8% geïndexeerd.

Gerealiseerde opbrengst 2024
€ 311.921,14
€ 612.000,00  (transitorische post benzine)
€ 923.921,14

In januari 2024 is de Omgevingswet in werking getreden. Vanaf dat moment gold ook de nieuwe Legesverordening. De leges liggen in 2024 hoger dan begroot omdat de legesverordening is aangepast en er meer vergunningen zijn aangevraagd voor flora- en fauna-activiteiten (voorheen soortenbescherming) dan in eerste instantie was gedacht.